Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1515. Mieren,

In den zin van peuteren, zaniken, kwellen, donderjagen (zie no. 447), is dit ww. een afl. van het znw. mier, insect, zooals blijkt uit het syn. fri. eamelje, treuzelen, zeuren, afl. van eameler, mier (insect). Vroeger kwam het veelal voor met de bet. jeuken (vgl. fr. fourmiller, jeuken), gewoonlijk onpers. waar het miert, waar het jeukt, hapert; waar de schoen wringt (Ndl. Wdb. IX, 699). In den tegenwoordigen zin komt mieren voor in Sjof. 142: Wat leg je toch te mieren over dat weer!; Nkr. IV, 18 Sept. p. 4: De ‘Standaard’ heeft het goed gezegd: Wat ‘rood’ was zegevierde, terwijl wat krist'lijk was en braaf er duchtig tegen mierde; V, 29 Jan. p. 4: Maar België is bovenal erg in zijn wiek geschoten, en dáárvoor zitten Tydeman en Treub altijd te mieren in 't Belgisch-Hollandsch comité - zóó zal de vriendschap tieren!; VII, 20 Sept. p. 6: Een snertboel blijft het in 't leger, hoe Ministers er ook aan mieren; Jord. II, 313: Zijn jaloersche woede mierde hem half dood; De Vries, 84: mieren, nietsbeteekenend werk doen; Nkr. IX, 21 Aug. p. 7: Als je daar aan toe gaf, mierden (zeuren) ze je kop gek. Anders in V.v.d.D. 57: Wat kon 't me mieren (bommen, schelen)! Hiernaast een znw. gemier, gezanik, geknoei, geklier (in De Arbeid, 15 Nov. 1913, p. 3 k. 3: Wars van alle geklier blijven de grondwerkers strijden op de van ouds beproefde manier met de wapenen der onafhankelijke vakorganisatie); zie Menschenw. 495; Nkr. IV, 24 Juli p. 4; VI, 5 Oct. p. 4; Het Volk, 24 Juni 1914, p. 2 k. 1; enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken