Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1625. Voor iemand (of iets) den neus optrekken (of ophalen),

d.w.z. iemand of iets geringschatten, met minachting aanzien; eig. wegens een onaangenamen reuk den neus te zamen trekken; vgl. fr. hocher du nez; hd. die Nase rümpfen; eng. to turn up one's nose at anything; fri.

[pagina 79]
[p. 79]

oan 'e noas lûke. In de 18de eeuw luidt deze uitdr. gewoonlijk den neus opschorten; zie o.a. Van Effen, Spect. XI, 148; Tuinman I, 182 en 310: Hy schort zyn neus op; dit is een gebeerde van versmaading en afkeuring; Br. v. Abr. Bl. I, 190: Men schempt, men haalt den neus op over anderen; Psalm X, 4; Ezechiel VIII, 17; Harreb. II. 124: Hij trekt er den neus voor op; Villiers, 86; enz. In Zuid-Nederland kent men: zijnen neus optrekken, zijn misnoegen toonen (Waasch Idiot. 457 b); de neus opsteken, of opkrullen (Do Bo, 800; eng. to curl one's nose at a p.); den neus intrekken, krollen, iets onaangenaams tegenkomen (Tuerlinckx, 110); iemands neus doen krollen, hem beschaamd maken (Rutten, 153); zijnen neus op iets uitsteken, een vies gezicht om iets trekken; en in denzelfden zin het werkwoord schorsneuzen, schortneuzen (zie Schuermans, 407 b; 597 a), wat Kiliaen krimpneusen noemt, nasu suspendere aduncoGa naar voetnoot1), waarvoor men eertijds den neus (op)fronselen of fronsneuzen (nog in Antw. Idiot. 434) zeide. Vgl. de syn. uitdr. de schouders ophalen over (of om) iets of iemand.

voetnoot1)
Otto, 238 en De Brune, Bank. II, 226: Die zich tot deughd begeeft, wert van de wereld over schouder aenghesien, en aen een kromme neus ghehanghen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken