Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1690. Iemand de oogen uitsteken,

d.w.z. door pralerij iemand in de oogen blinken en daardoor afgunst verwekken; een hartstocht bij hem opwekken. In Zuid-Nederland wordt dit gezegd met betrekking tot hebzucht, eer en aanzien (Joos, 114); in Noord-Nederland met betrekking tot afgunst. Vroeger veelal in toepassing op rechters: door omkooping blind maken voor de waarheid, omkoopen (nog in Zuid-Nederland; vgl. Waasch Idiot. 478); zie Marial. I, 53; Kil.: Wt-steken de ooghen met giften, muneribus corrumpere, capere muneribus; Idinau, 242; Poirters, Mask. 235; Brederoo II, 1400: Goot henen op de Mert, koopt vlees, broot en fruyt, so steken wy de rijckeliens en de Duyvel het oogh eens uyt; Winschooten, 173 en 288: Iemand de oogen uitsteken, hetwelk ook oneigendlijk beteekend iemand omkoopen, en de handen salven, op dat hij soude sijn siende blind, en hoorende doof (vgl. hd. einem die Augen ausstechen); Tuinman I, 70;

[pagina 105]
[p. 105]

Dat steekt hem de oogen uit, hij verlangt vurig het te bezitten; zie verder het Ndl. Wdb. X, 2254-2255; Villiers, 90; Schuermans, 429 a; Antw. Idiot. 887 en vgl. de Zuidnederl. uitdr. het brandt, blinkt in mijne oogen; het fri. immen de eagen útstekke (- strike); dat byt my de eagen út, dat zou ik gaarne lusten, willen hebben (Fri. Wdb. I, 307).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken