Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1719. (Op)dokken,

d.w.z. betalen, geld geven; vgl. ook afdokken, dat eveneens betalen, afschuiven beteekent (Ndl. Wdb. I, 909; Jord. 260), waarnaast eertijds ook uitdokken en overdokken voorkwam. Het wkw. dokken vermeldt Kiliaen met de beteekenis dare, cito dare, promere (voor den dag halen)

[pagina 116]
[p. 116]

naast opdocken, dare, promere; de eigenlijke beteekenis is die van slaan, kloppen, duwen, stooten (in dezen zin in Zuid-Nederland nog zeer gewoon), syn. van het Zuidndl. botten, doppen en het eng. to stump (up), to stump the pewter, dat ook in den zin van betalen voorkomt, zoodat geld dokken eigenlijk zal beteekenen geld van zich afstooten (vgl. Kil. cito dare), afschuiven, geven. In de 17de eeuw is (op)dokken reeds vrij gewoon; zie o.a. Kluchtspel III, 19; Winschooten, 45; Sewel, 595; Halma, 456; Harreb. III, 52 a; Ndl. Wdb. XI, 451; III, 2752; Villiers, 92. In Zuid-Nederland is (af)dokken in den zin van betalen nog bekend (Waasch Idiot. 180 a; Teirl. 335; Antw. Idiot. 127; 335) naast doppen, botten (Waasch Idiot. 140 a; Teirl. 360) en opbotteren (Waasch Idiot. 816), die alle drie eveneens eig. slaan, duwen, stooten beteekenen. Zie Tijdschr. XXXVI, 61 vlgg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken