Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,97 MB)

ebook (6,37 MB)






Genre
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett

Vorige Volgende

1837. Van de bovenste plank,

van de beste soort (zie no. 318). Vgl. Zondagsbl. v. Het Volk, 1905, p. 91: Fatsoenlijke burgerij, de autoriteiten, de notabelen, kortom alles wat in de sociale broodkast op de bovenste plank ligt; Jong. 218: 't Zat er aan bij die lui en alles was van de bovenste plank; ze keken niet op geld; De Arbeid, 17 Jan. 1914, p. 3 k. 4: Wij zijn in Amsterdam begiftigd met een woningspecialiteit van de bovenste plank; Gemeenteblad v. Amsterdam 1914 II, 1662: Omdat mij zoo maar in eens een voorbeeld van de bovenste plank voor oogen wordt gehouden; Het Volk, 14 Oct. 1913, p. 5 k. 4: De heer Gerretson, een oranjeman van de bovenste plank; 15 Febr. 1915, p. 1 k. 2: Het was een veroveringsoorlog van de bovenste plank; De Arbeid, 21 Nov. 1914, p. 4 k. 4: Nu wil Troelstra probeeren deze menschen (de Duitschers) te doen doorgaan als kultuurmenschen van de bovenste plank; Handelsblad, 2 Oct. 1914 (ochtendbl.), p. 2 k. 5: Een apart tooneeltje krijgt ‘het elastieke trio’, acrobaten van de bovenste plank. Harreb. II, 187 citeert: Dit is van het bovenste plankje, men zegt dit bij 't gebruiken van triviale uitdrukkingen; syn. van het gaat van het bovenste bordje, het gaat er flink op los, in toepassing op gekijf en ruzie. Vgl. het Zuidndl. Hij leet er in de bovenste schuif of de bovenste schof (lade), hij is er 't troetelkind, hij heeft er meer te zeggen dan de eerste de beste; in A. Jodenh. 48: Die goosen was zoo betoeg (rijk) as 't water diep is, uwes weet wel, zoo'n echte ouwe spanjool, 'n sjprankel-kiejaai van de bovenste trap; Kunstl. II, 284: Ikke bin d'r nou eenmaal een van 't bofenste bussie!


Vorige Volgende