Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2113. Met spek schieten,

d.w.z. liegen, opsnijden, met de leugenpees schieten (Harreb. II, 18 a); fri. mei spek scjitte, waarvoor men in Groningen ook zegt een spekkoegel op 't geweer hebben (Molema, 565 a); in het Haspengouwsch er onder schieten (Rutten, 200 a). Deze uitdr. wordt aangetroffen in het Boek der Rabauwen en Naaktridders, 37: Hoort hoe hy met speck daer schiet; Klucht van Claes Cloet, 12 v: Je hoeft mit gien speck te schieten; in V.d. Venne's Tafereel van de Belacchende Werelt, 45: Schoot ick somwijl mittet speck, dickwils snoerden ick mijn beck; bij Winschooten, 229: Met spek schieten, te weeten, om brand te veroorsaken in des vijands schip: oneigendlijk iemand scherp aan tasten: en sijn saaligheid lustig zeggen: hij schoot geweldig met spek: hij gaf hem genoeg te ruiken’. In de Bisschop voor Groningen op de maniere van Tragi-Comedie door C.H. 4de Uytkomst:

[pagina 290]
[p. 290]
 
Geeft lardum cameraden
 
T'sa groetwe te gelijck en te gelijck weer ladenGa naar voetnoot1).

Vandaar een spekschieter, een druktemaker, iemand die den baas speelt, in welken zin we dit woord lezen in Pamfletten, Muller no. 584, anno 1607, 4 v:

 
Hy spreeckt de waerheyt, so recht als een sickel mach wesen.
 
Jae al had den Duyvel sijn tonghe belesen,
 
So en mocht hy niet beter roeren sijnen duyme.
 
Alsulcke Spec-schieters zijn in 't Pausdom opgheresen,
 
Die soo konnen Philosopheeren int ruyme
 
Ghelyck als onsen I.H. hier volgt sijn costume.

De ontwikkeling der beteekenissen kan dus zijn: met een met spek voorzienen brandkogel schieten; geweldig aantasten, een uitbrander geven, met grof geschut schieten, groote woorden gebruiken, opsnijden, bluffen, liegenGa naar voetnoot2). In de bet. ‘iemand onder handen nemen’, ‘de les lezen’ komt de uitdr. in de 18de eeuw nog voor bij Sewel, 738: Hy schoot lustig met spek op hem, he upbraided him severely, he gave him his shareGa naar voetnoot3). Zie verder Tuinman I, 32; Afrik. met spek schiet; hy skiet nie alleen met spek nie, maar hy gooi met die heele vark; Harreb. II, 284; Amstelv. 152: Leeuwen, tijgers, giraffen, die door een zekeren Roosevelt met spek geschoten zijn in de binnenlanden van ‘Humbug’; Nw. School, VII, 244: Zoo'n schutter met het spek zijner opgeblazenheid; De Amsterdammer, 26 Jan. 1924, p. 6 k. 2: Met leede oogen heb ik de toenemende onzedelijkheid op handels- en scheepvaartgebied, zich uitend in het met spek schieten bij het opmaken der jaarbalansen.... waargenomen; Ndl. Wdb. XIV, 586. In Zuid-Nederland is de uitdr. eveneens in den tegenwoordigen zin bekend, volgens Schuermans, 587 b; Joos, 93; Antw. Idiot. 2052: met spek schieten, liegen. Voor het nd. vgl. Wander IV, 677: er Scheust mit spek (in Hessen von einem Lügenhaften).

voetnoot1)
Aangehaald door G. Kalff, Gesch. d. Ndl. Ltk. V, 139.
voetnoot2)
In het Ndl. Wdb. III, 1759 wordt met spek schieten vergeleken met het verouderde, thans nog in Friesland bekende, builen met (oor)kussens (of met hooi) slaan, eig. iets onmogelijks (beweren te kunnen) doen, bluffen, pochen. Dat deze verklaring niet juist is, blijkt uit Grimm VII, 2036 en Schiller und Lübben IV, 307 b, die eene plaats citeert, waar werkelijk sprake is van schieten met spek, dat eene verschrikkelijke uitwerking heeft.
voetnoot3)
Opmerking verdient, dat men te Antwerpen ook zegt: met laaien schieten (dus met vlammen schieten) in den zin van liegen, eene uitdrukking, die de hier gegeven verklaring eenigen steun kan geven (Schuerm. 3r9 a, doch niet in het Antw. Idiot.). Volgens het Waasch Idiot. 385 b zegt men ook met de lade (zou Schuerm. dit bedoelen?) schieten, liegen, naast met draadkens schieten, uitdrukkingen, die mij niet zeer duidelijk zijn, doch blijkbaar haren oorsprong vinden in het weven. Of moeten we denken aan ‘lade’ in den zin van uitgeholde gedeelte, waarin de loop rust, voorheen ook de affuit van een kanon? Zie Ndl. Wdb. VIII, 899.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken