Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2168. Op stel zijn,

d.w.z. in orde zijn, op orde, op regel zijn, bijv. van een huis. Stel, afgeleid van stellen, ordenen, schikken, regelen, beteekent eig. schikking; vandaar orde, regel (vgl. no. 1996 en ontstellen (17de eeuw), ontredderen). Zie Kil. stelle, vetus, positura, situs, positus; Bocc. 72: Zy vant daer alle sake meest verdorven ende verwerret; alle twelcke sy weder op syn stel ende goede oordene brachte; Winschooten, 289: Ik ben niet op mijn stel: ik ben niet op mijn dreef: mijn huis is niet op stel: mijn huis leit oover hoop, het is nog niet opgeschikt; Hooft, Brieven, 500; Ned. Hist. 158; 1166; Snorp. I, 20; Huygens, IV, 200 (= op zijn qui vive zijn); Asselijn, Jan Kl. 540; Spaan, 146; Halma, 610: Op zijnen stel zijn, être en ordre ou en état; alles is van zijnen stel, tout est en désordre; Sewel, 754; Harreb. II, 304; Boekenoogen, 999. In Zuid-Nederland: op zijnen stel zijn, zijn zooals het behoort, in orde zijn (Antw. Idiot. 1184); met iemand of iets op zijn stel zijn, op dreef zijn (Antw. Idiot. 482); op zijnen stel niet zijn, ziekelijk zijn (Waasch Idiot. 628); fri. op stel wêze naast fen 't (of syn) stel wêze, ontsteld zijn; ut it stel wêze, ongesteld zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken