Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2332. (Geen) vat hebben (of krijgen) op,

d.w.z. (niet) te pakken kunnen krijgen; (geen) invloed hebben op. Vat beteekent hier plaats of gelegenheid om iemand of iets aan te vatten,

[pagina 387]
[p. 387]

in welken zin het voorkomt in Rein. II, 6807: Doe wart hem (den vos) al dat lijf so glat, men conder nerghent aen hebben vat, want hi was vet ende wel ghevoet; zie verder Witsen, 387; Vondel, Virg. II, 258: De vlam vont vatten aen den wachttoren; Tuinman I, 43: Die de gelegendheid van vooren niet aangrijpt, heeft daar aan van achteren geen vat; Spect. III, 119: Haar al te manlyke verdienste heeft geen vat op onze tederheid; IX, 179: Een bekrompe gemoed, op 't welk edele gevoelens geen vat kunnen hebben; Sewel, 835: Vat op iets krygen, to get hold of a thing; men heeft 'er geen vat aan, one cannot lay hold on't, or lay claim to it; Halma, 663: Gij hebt geen vat aan mij, gij kont van mij niets eischen; Dievenp. 103: Omdat ze met veel omslag en overleg werkten, kon je slecht vat op ze krijgen; Mgdh. 29: Ze hebbe geen vat op ons, wij zijn ze te slim af; Gron. 95: De leeraar krijgt dan ook geen vat op hem; Nkr. IX, 30 Jan. ij. 4; Molema, 419: nijt te vat kennen komen, geen vat kunnen krijgen, geene gelegenheid vinden om met iets te beginnen; fri. fet op immen ha; afrik. op iemand vat kry. Hiernaast ook iemand vat geven, gelegenheid geven om te pakken te krijgen, te kunnen beginnen; eng. to give a handle to. P.C. Hooft bezigt de uitdr. vat missen aan, geen deel hebben aan (Ged. I, 222, vs. 108: Hier is t hem grooter spijt vat te missen aan den strijdt); syn. hoek hebben aan iets (in Brieven I, 335), vat hebben aan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken