Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2450. Iemand voeten maken,

d.i. hem doen wegloopen, hem wegjagen, hetzelfde als het sedert de 18de eeuw voorkomende iemand beenen makenGa naar voetnoot1)); hd. jemand Beine machen; eig. maken dat iemand voeten krijgt. Vgl. Ned. Hist. 714: De Engelsche ruiters die den Rennenberghschen de verooverde vendels ontjoeghen en voeten maakten; Pers, 253 a: De andere stelden sich tegen den schout aen, die sy voeten maeckten; Paffenr. 67: Al quam den bitebou selver, 'k sou hem wel haest voeten maken; Winschooten, 340: Iemand voeten maaken, iemand met geweld doen vertrekken; Tuinman I, 284; II, 146; Bed. Huish. 36; Halma, 737: Iemand voeten maaken, iemand de vlugt doen neemen; Sewel, 902; nd. ik will di Föt mâken (Eckart, 135); eng. to make a p. find his legs; fr. faire qqn jouer des jambes; vgl. Köster Henke, 37: kuiten maken, gaan loopen; fri. immen skonken meitsje.

voetnoot1)
Zie Ndl. Wdb. II1, 1306; Tuinman I, 284: Ymand beenen maken, dat is, hem doen betoonen, dat hy die heeft, door gaan of vluchten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken