Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2541. Mooi weer spelen,

d.w.z. rijkelijk leven; vriendelijk, onderdanig zijn; eig. evenals het mooie weer vriendelijk, vroolijk zijn; en vandaar: zijn hart ophalen, pret maken (vgl. goede sier maken). Winschooten, 352 verklaart het door: ‘vioolen laaten sorgen, sijn hart ophaalen, optrekken, ligtmissen’, eene bet. die de uitdr. heeft bij Coster, 177, vs. 804; Breughel, 17 r: Ic rade dat wy daer henen gaen sullen; daerna wy smullen en spelen moy weer; Hooft, Hendr. de Groote, 134; Vondel, Jos. in Dothan, 963; Huygens, Korenbl. II, 286: Pier spilt al wat hy heeft, en speelt niet als moy weer; R. Ansloo, Poezy, 110; Tuinman I, 36: Kermis houden, of mooi weêr speelen; bl. 102: ‘goed cier maken door teeren en smeeren’, waaraan de volgende verklaring wordt toegevoegd: wanneer 't mooi weêr is, vaaren of ryden zommige met schuiten of wagens uit spelen, om zich te verlustigen en vermaaken; en dan moet ook de koude keuken en wynkelder niet bekrompen mede’. Zie verder C. Wildsch. IV, 237; Halma, 774; Sewel, 945; Molema, 577; Harreb. II, 443; Ndl. Wdb. IX, 1095; Wander IV, 708; V, 217 en vgl. het fri. hy spilet moai waer fen in oar syn jild; oostfri.: môi wër mit êmand spölen, ihm angenehme u. heitere Dinge vorspiegeln (Ten Doornk. Koolm. III, 537 b); in Zuid-Nederland: schoo(n) weer spelen met andersmans geld (Waasch Idiot. 581; Antw. Idiot. 1086). Vgl. no. 260.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken