Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

[p. 91]

Drie-en-twintigste brief.
Heloise aan Clementina.

Gisteren ontving ik een' brief vanden Heer K..... waarin hy my de betuiging zyner liefde op de sterkste wyze herhaalde, en hier by voegde: dat hy zich nog eenigzins gerust stelde, zo lang hem een straal van hoop bybleef; maar dat, byaldien dezelve door myn beslissend andwoord by myn thuiskomst geheel verduisterd werd, dat hy alsdan zyn besluit genomen had, om zich uit zyn vaderland te verwyderen. Geduurende het leezen van dezen brief bespeurde ik, dat de Heer S..... my aanhoudend gade sloeg; dit deed my vermoeden, dat hy deszelfs inhoud, hoofdzaaklyk door zyn' vriend, wist: en het kan zyn dat ik my bedrieg, maar het scheen my toe, dat zyn' oog my verraadde dat 'er iets in zyn hart omging dat niet goed was. Doch ik wil niemand ongegrond beoordeelen. Intusschen bevind ik my in geen vrolyke stemming; een somber voorgevoel drukt myn hart: zonder dat ik de waare reden kan doorgronden, Maar weg met alle nevelen, die myne verbeelding verduisteren! welhaast, ja binnen weinig

[p. 92]

dagen hoop ik in uwe vriendschappelyke omhelzing, alle zorgen te vergeeten: overmorgen verwagten wy Papa, ik zie reeds zyn komst met verlangen te gemoed.... Alsdan vertrekken wy den volgenden dag, en zyn 's woensdags by u..... Welk een heerlyk vooruitzicht!

Des Namiddags.

ô Vriendin! ziedáár alle onze heerlyke ontwerpen verydeld!... Ik zal u thands niet zien!... Ik zal u niet omhelzen, noch aan uwe zyde uw bekoorlyk Vredénhof rondwandelen!... Alles is verydeld.... Een brief, die Mama met den post heden namiddag ontving, en die door een'der Comptoirbedienden geschreeven was, berichtte ons, dat Papa ons niet kan komen haalen, vermids hy ziek is; hierby was het dringendfte verzoek gevoegd, om, zo spoedig mooglyk, naar A.... op reis te gaan, daar hy onze hulp noodig had. Helaas! myn treurig voorgevoel heeft my dan niet bedrogen.... God weet hoe erg hy is.... Mama en ik houden ons met de treurigste onzeekerheid bezig - onze reis is op morgen bepaald. Echter wilde Mama niet gaarne met ons beide vrouwen deze reis doen, en vroeg dus aan den Heer S...... of hy ons wilde vertellen? - Doch dezeverontfshuldigde zich, door te zeggen: dat hy cito naar L.....moest vertrekken: de Heer F..... heeft zich hier-

[p. 93]

toe aangebooden, en in de verlegenheid, waarin Mama zich bevindt, heeft zy dit aangenomen. Wat my betreft, myn hart is zo beklemd, dat ik naauwlyks adem kan haalen. God weet wat onheil ons bedreigt....

By myn thuiskomst zult gy terstond nader tyding ontvangen van

Uwe vriendin

heloise.