Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria (1628)

Informatie terzijde

Titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria
Afbeelding van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende MariaToon afbeelding van titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (30.08 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

(1628)–Augustinus van Teylingen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

II. Psalmus 31. Beati quorum remissae sunt.

Salich zijn zy der welcker boosheden vergheven zijn: ende der welcker sonden bedeckt zijn.

Salich is den man, den welcken den Heere de sonden niet toegherekent en heeft: ende in wiens gheest gheen bedroch en is.

Om dat ick gheswegen hebbe, soo zijn mijne beenderen veroudert: als ick den geheelen dach riep.

Want dach ende nacht is uwe hant op my beswaert: ick ben omghekeert in mijne ellendicheydt, ter wijlen dat het rug-been doorsteken wordt.

Mijn misdaet hebbe ick u te kennen ghegheven: ende mijne onrechtveerdicheydt en hebbe ik niet verborghen.

Ick hebbe gheseydt, ick sal tegen

[pagina 127]
[p. 127]

my mijn onrechtveerdicheydt den Heere belijden: ende ghy hebt de boosheyt mijnder sonden vergheven.

Hier voor sal een ieghelijck heylich bidden: ten bequamen tijde.

Maer nochtans in den overvloet van veel waeteren, en sullen zy tot hem niet gheraken.

Ghy zijt mijne toevlucht van de quellinghe die my omvangen heeft: mijn verheughen, verlost my van de ghene die my omringheldt hebben.

Ick sal u verstandt gheven, ende ick sal u onderwijsen in desen wech, daer ghy door gaen sult, ick sal mijne ooghen op u vast houden.

En wilt niet worden ghelijck een peerdt ende eenen muyl, die gheen verstant en hebben.

Met het bindtseel ende toom soo bedwinght hunlieder kinnebacken: die tot u niet en komen.

Veel zijn de gheesselen des son

[pagina 128]
[p. 128]

daers: maer hem die in den Heere hopet, sal de bermherticheyt omvanghen.

Verblijdt u in den Heere, ende verheucht u ghy rechtveerdige: ende glorieert u alle die oprecht van herten zijt.

Glorie zy den Vader, ende den Sone, etc.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken