Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verloren stroom (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verloren stroom
Afbeelding van Verloren stroomToon afbeelding van titelpagina van Verloren stroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verloren stroom

(1920)–Hilarion Thans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 98]
[p. 98]

Maagd der Maagden.

 
Zooals de lelie langs een blanken vloed. -
 
Wel staan daar bonte bloemekens, gevoed
 
aan eender beekje dat van bergenkam
 
haar blooden bloemendorst te laven kwam;
 
en 't zijn de gouden draden van één zon
 
waaruit een elk haar zijig kleedje spon
 
dat malve en geel is, rozig of azuur;
 
maar geen weefde als de lelie zich een puur
 
gewaad van licht, gewaad als sneeuw zoo wit,
 
wit als de lentewolk die zonnig zit
 
te schitteren aan blauwe lucht van Mei!
 
Geen rees op ranken stengel hoog als zij
 
en prijkt, der aard ontheven, schaduwlooze.
 
Voor hààr het pril getuur en vroege koozen
[pagina 99]
[p. 99]
 
der gouden oogen van den morgenschijn,
 
wanneer die gluren over heuvellijn.
 
Den langen middag staat ze glans-gebade.
 
En hult ten avond lager kruiden wade
 
van misten, om hààr kelk wijlt in gedraal
 
van teerste tinten de allerlaatste straal -
 
die laat haar: schoon nog, maar wat rood en droever...
 
Zooals die lelie langs een groenen oever,
 
zooals die bloem, verloofde van het Licht,
 
Maria! stondt ge stralend opgericht
 
in Gods genade en gulden heerlijkheid.
 
Om kleener bloemen zoemde wel de vlijt
 
van nijvre bijen, stoeide vlinderlust -
 
in ùwen kelk heeft nooit dan dauw gerust:
 
veel eeuwen afgebeden Dauw-van-boven.
 
Als kille herfst àl kleingewas mag rooven,
 
verdort dat deerlijk weg tot stof der aard -
 
U Reine alléén, werd droef vergaan gespaard
 
die zonder najaar nieuwen Zomer vondt.
[pagina 100]
[p. 100]
 
Verrees nu langs den waterrand, waar stond
 
weleer uw blanke schoonheid hoog en eenig,
 
de smettelooze reinheidsbloem zoo menig,
 
tot lust van Hem die tusschen lelies weidt -
 
het is de nabloei van ùw maagdelijkheid;
 
ùw zuiver zaad, gedijend op onze aarde
 
o Bloem die wiegelrees naar hooger gaarde.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken