Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verloren stroom (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verloren stroom
Afbeelding van Verloren stroomToon afbeelding van titelpagina van Verloren stroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verloren stroom

(1920)–Hilarion Thans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 210]
[p. 210]

Aan later Dichters.

 
Ik ook wist jaren dat het lente was.
 
De bloemen leken sterren in het gras.
 
Er liepen lanen bloesemboomen dicht
 
in blanke donzigheid: een sneeuwgezicht.
 
De luchten klaarden blauw. Ze stonden vol
 
hel witte wolken soms, spannend en bol,
 
wier trage schaduw langs de heuvels schoof.
 
Luid twistten vogels in het jonge loof
 
de dagen door; maar aan den avond zong
 
één enkle merel. Zag ik niet hoe hong
 
de wester goudglans om zijn beukekruin?
 
Toen woonde ik in een oude stad. Een tuin
 
met witte muren was mijn eenzaamheid.
 
Vaak droomde ik langs zijn lanen, als heel wijd
 
zweeg de avondvrede. Zwakjes werd gehoord
 
een roep en hooge lachjes: in de koord
[pagina 211]
[p. 211]
 
sprongen de kleine meisjes uit de buurt.
 
Vergeten zal ik nimmer hoe elk uur 't
 
getinkel van een beiaard wou ontwaken.
 
Ik kon den toren zien. Ver achter daken
 
hief hij zijn stoere schouders in het blauw.
 
Hij leek een goede, grijze reus; zoo trouw
 
gaf hij zijn lied, het blijde of treurige!
 
Dat alles was de lente. Geurige
 
koeltjes omwuifden toen mijn lichter hoofd.
 
In een schóón leven had mijn hart geloofd.
 
Dat is voorbij. De jaren gaan hun rei;
 
de maanden heeten Maart, April of Mei;
 
doch lente hoor ik, lente zie ik niet.
 
Zeg, kwam ze wel? En floot daar nog een lied
 
van vogels; gierde' en zwierden zwaluwen? -
 
De dagen zijn van kommer. Schaduwen
 
verdroeven 't landschap en het eigen licht...
 
In later tijd leest een het schamel dicht
 
dat wij beproeven, en hij zegt: ‘Geen oog
[pagina 212]
[p. 212]
 
hadden die menschen voor het schoon vertoog
 
der wisselende dagen en der nachten!’
 
Dat zij zoo kind. Maar zie, ons zielen wachten
 
op een groot goed, en dat niet komen wil.
 
Ach! om ons, in ons, is het nimmer stil.
 
Zee, lucht en veld kan nooit meer eenzaam zijn;
 
door al ons denken waakt de doornenpijn
 
om 't vreeslijk leed dat in de wereld kwam.
 
Ontroering in ons rijzend, is de vlam
 
der sidderende waskaars in den wind.
 
Wanneer een schuchter vers zijn voet begint
 
op maat te zetten, dreunt een donderknal.
 
Uwe is de vrede, ùw het zacht verval
 
der tijden, als verglijdende rivieren.
 
Gij moogt met keur van bloemewoorden sieren
 
de kindren van uw ongestoorden droom! -
 
Doch enkel wijl wij streden droef en loom.
 
En daar wij dor in eeuwgen winter stonden
 
hebt gij in 't eind de Lente weergevonden!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken