Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verloren stroom (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verloren stroom
Afbeelding van Verloren stroomToon afbeelding van titelpagina van Verloren stroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verloren stroom

(1920)–Hilarion Thans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 213]
[p. 213]

[Ze volgden U. Ze meenden ja]

 
Ze volgden U. Ze meenden ja
 
Ge werdt een Koning, machtig, rijk.
 
Ze hoopten gunsten en gena,
 
staf, rechterstoel, en eereblijk.
 
 
 
Gij vroegt hen: ‘Kunt ge drinken aan
 
den kelk dien ik eens lêegen zal,
 
en hijgend stijgen, kruis-belaân
 
ten Heuvel, na driedubblen val?’
 
 
 
Ik kón het, Heer! Mijn lippen, schuw,
 
verkrompen van een bittren drank;
 
ik viel met U! ik rees met U!
 
Uw liefde wijde ik eeuwgen dank!
[pagina 215]
[p. 215]
 
Nu droeg ik wel van menschenleed
 
genoeg, o Moeder, om te mogen -
 
zooals een droomende vergeet
 
de wereld en haar wreede logen -
 
vergeten ach! een kleenen tijd
 
wat vele smart mijn meelij beidt.
 
 
 
Ik wil, alleene pelgrim, gaan
 
door bosch en groenende eenzaamheden -
 
waar over rug van zandhil staan
 
mijn blij-geklommen jonglingsschreden -
 
naar 't zachtgezonken, zoete dal
 
waaruit me uw toren groeten zal.
 
 
[pagina 216]
[p. 216]
 
In lage beuk ligt dag gezeefd
 
tot schemer, uit dof-gouden ramen,
 
vóór marmer-glimmend altaar leeft
 
een bevend Gods-lampje, dat samen
 
o Milde, met uw oogenschijn
 
de duisternis doet vromer zijn.
 
 
 
Gezeten voor uw lief oud beeld
 
gehuld in zwaar-juweelge wijlen,
 
hervindt mijn hart de veilge weeld'
 
in uw aanwezigheid te wijlen,
 
te luistren naar gedoken woord
 
in teeder zielsgeheim aanhoord.
 
 
 
Hertel ik - en wat zorge ik om
 
de vlucht van ras-gewiekte stonden! -
 
in rijke mijmering de som
 
der heerlijkhêen in U bevonden,
 
beschouwt mijn ingetogen vlijt
 
hoe lief en rein en schoon ge zijt,
 
 
[pagina 217]
[p. 217]
 
dan trilt mijn ziel: de zilvren koord
 
waaraf U toeruischt prijs en zegen;
 
dan heeft zich roemend woord aan woord
 
tot edelsteenen snoer geregen -
 
dan draag ik uit mijn eenzaamheid
 
een psauterken uw lof gewijd.

Sutendael. 25-3-20.

[pagina 218]
[p. 218]

Met kerkelijke goedkeuring.

Maart 1920.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken