Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs) (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)
Afbeelding van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)Toon afbeelding van titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.35 MB)

Scans (11.54 MB)

ebook (4.80 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

(1955)–C. Thewissen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]

De Staar

WANNEER de Maastrichtse sociëteiten zich opmaakten voor optocht, festivals, plechtige inhaling van het station, voor huldiging van vorstin, of begroeting van prelaten... wanneer in lange stoet gedefileerd werd met schitterende fanfare-muziek langs gouvernementspaleis of langs het gepavoiseerde en geïllumineerde bordes van ons stadhuis...... en wij met stralende kinderogen stonden te genieten van muziek, vanen en lampions.......... dan voer ons altijd een rilling van geestdrift en fierheid langs onze rug als daar ‘De Staar’ kwam aangereden. Met eerbied hoorde je dan in de rijen der kijkers ‘Dao kump de Staar’ en dan begonnen de toeschouwers te juichen, zowel de batteraafkes, die aan de lantaarnpalen hingen als de bejaarde mensen, die eerbiedig hun hoed afnamen voor het bestuur van de Koninklijke Staar.

De paardenkoppen met rood-witte pluimen getooid kwam de open landauer aangereden, de palfreniers op de bok, en in het rijtuig hooggehoed, in rokcostuum met het rood-witte lint over het blanke front, de revers getooid met de vele decoraties zaten daar vier heren: de witte kop van Peter Gielen, Neerlands hogepriester van de mannenzang...... president Meertens met zijn hartelijk bonhomiegezicht, de plechtige baard van Janssen, die een klein beetje scheef was en Monsieur Bonhomme met onbegrijpelijk recht omhoogstaande kosmetiek-snorpunten en strenge pince-nez aan een gouden kettinkje ‘plus Francais’ dan de president van de Franse Republiek. Buiten het rijtuig hielden de heren de kleurige platte lampions. Eén hunner droeg de vlag die in slappe ba-

[pagina 116]
[p. 116]

nen over de kap hing, maar indrukwekkend en plechtig rechtop werd door een der anderen de standaard vastgehouden, dat zilveren pronkstuk, zwaar en rinkelend van de vele gouden medailles en zilveren lauwerkransen, beladen als een flonkerende kerstboom, maar oneindig waardevoller, omdat ieder stuk, óók het kleinste, de kostbare vrucht van een muzikale triomph was in binnen- en buitenland. Met een variant zouden we hier een vers op willen schrijven, dat beginnen moest met de regel:

‘Zó rijdt de Koninklijke Staar......’

Voornaam en statievol, en méér dan ooit enig stadsbestuur was, de ware representanten van de stad, gezanten van het volk van Maastricht en van de ziel van dat volk. Breed van geest en ruim van hart, muzikaal in hart en nieren, volkomen gespeend van iedere standseparatie, de oer-echte Maastrichtenaar naast de Hollandse belasting-controleur, werkman naast bankdirecteur, rooie of blauwe, protestant naast katholiek......dát was steeds de ware Staar. De Staar heeft veel meer gedaan dan gezongen. Gewerkt en geploeterd is er geworden op de repetities, gebeiteld door Peter Gielen om de verdoken muzikaliteit van de Maastrichtse zangers er in volle glans en schoonheid uit te halen, maar dat zou nimmer gelukt zijn als daar niet tegelijk Thèj Meertens geweest was ‘l'organisateur de la victoire’, zonder wiens persoonlijke bezieling de knapste maarschalk misschien niets bereikt had, maar wat allemaal niet verhinderde dat ver na middernacht menige echtgenote in bed nog eens wakker gemaakt werd om de laatste ‘goeie’ te horen van Jos Smeets, van Jefke van Deursen of een relaas te krijgen van de streken die Giel van Alphen op de repetitie weer had uitgehaald.

De geschiedenis van De Staar kan geen musicoloog

[pagina 117]
[p. 117]
voor U schrijven en een historicus kroniekschrijver helemaal niet. Ge moet u die door de Staarleden zelf laten vertellen en dan herleeft voor U een roemvol tijdperk van onze stad, want de Staar was in de volle zin van het woord een époque-makende sociëteit. Hare praehistorie is de tijd van de zangvereniging

illustratie

‘Polyhymnia’, die in 1883 ontbindt, wat aanleiding wordt tot de oprichting van de Zangvereniging Mastreechter Staar. De keuze van de naam, in tegenstelling met namen als ‘Apollo’ of ‘Zangerslust’ of ‘Muzenvrienden’ duidt van het begin af aan op een hecht plaatselijk patriotisme, dat steeds motor was voor grote dingen zowel in Athene, Florence, Parijs of in Vondel's Amsterdam! Wie de gebeurtenissen van de eerste jaren wil kennen, stappe naar het museum in de Bonnefanten waar het oude driekantige groene vaantje uit 1883 bewaard wordt met de medailles uit die tijd, die getuigen van de eerste
[pagina 118]
[p. 118]

verrichtingen. Er hangt een medaille van de Harmonie van Eysden van 10 Juni 1883 en de Staar verscheen op het Festival van Walram in Valkenburg op 8 Juli. Op 13 Juli 1884 was men op een festival in Diest en op 8 Juni 1885 in Mheer, getuige een grote donkere medaille gegeven door de Baron de Loë. Men werkt mee aan verschillende Land- en Tuinbouwtentoonstellingen, zoals op 12 Mei 1885 in Maastricht, op 17 Mei van hetzelfde jaar luistert de Staar een Schuttersconcours van de Sebastianen op. In 1887 is de Staar op het Grand Concours international te Luik, uitgeschreven door Les disciples de Grétry; op 7 Juli 1889 verschijnt de Staar op een festival in Visé; in hetzelfde jaar betuigt Momus zijn dank aan de Staar met een medaille waarop het wapen van de windmolen tussen bok en nar, en in 1891 neemt de Staar deel aan de Carnavalsoptocht. En dan zijn we de tijd genaderd waarop het met de Staar ernst wordt. Een stevige reorganisatie wordt doorgevoerd. Peter Gielen neemt de dirigeerstok ter hand. Dit gebeurt in 1893 en in 1894 komt het eerste grandioze succes.

Eerste prijs in haar afdeling en Excellentie-prijs, 's avonds in de hoogste categorie; het is het bijna legendarische succes geworden van de Mastreechter Staar op het internationale concours van Mons (Bergen). Met één slag stond de Staar in de rangen der eersten van West-Europa en haar faam was voor goed gevestigd. Jos. Sijstermans, de onvergetelijke ‘Sijjs’, vertelt van dit succes, dat hij nimmer getuige geweest is van zó grote vreugde en oprechte blijdschap. De Staarleden moesten dat uiten met zingen, de gehele dag en nacht in de straten van het feestelijke Mons. En wat zongen ze? De Sijs was enkele weken later voor zaken in Mons en werd hartelijk

[pagina 119]
[p. 119]

gefeliciteerd met het succes der Maastrichtenaren en......in Mons was men er door gefrappeerd dat de Staarleden in hun plezier maar aanhoudend het Nederlandse volkslied zongen. Verwonderd merkte de Sijjs op, dat hij zich niet rappeleerde zo dikwijls ‘l'air national’ gehoord te hebben. De Bergenaar zei daarop dat het wijsje hem nog altijd door de kop speelde en neuriede een melodie van Brahms, welke in die dagen hét liedje in Maastricht was, maar dan met een eigen tekst, namelijk:

 
Vief cent 'n oons viege
 
Vief cent 'n oons
 
Bij Vlubet kins te ze kriege
 
Ze smèlte d'g in d'n moond
 
wie doevestr......

Sijstermans liet zijn kennissen in Mons maar in de waan, want hij kon toch niet tegenspreken als deze zeiden ‘Sont ils donc patriotes, ces Maestrichtois’. De dagbladen van die tijden vulden kolommen met de triomph van Mons! De respectabele reeks muzikale successen na Mons is van eerbied-afdwingende lengte. Hoogtepunten waren zeker het optreden van de Staar in Den Haag voor het Koninklijk gezin in Februari 1919, en de schitterende concertreis naar Parijs in 1922.

Vanaf 1899 mocht de Mastreechter Staar het praedicaat Koninklijk voeren en sedert 1903 is H.M. de Koningin Beschermvrouwe.

 

De Staar heeft ook altijd boven de concurrentie in Maastricht gestaan. Ook voor die er niet lid van waren en die in andere koren zongen, bleef de Staar toch representatief voor de stad, en nog hoor ik een oude medeburger vertellen met de tranen der ontroering in de stem, hoe hij naar Brussel speciaal gereisd was toen de Staar daar op een concours op-

[pagina 120]
[p. 120]

trad, louter om als burger-niet-eens-Staarzanger mede te genieten van haar succes. ‘En toen de basse inzatte, - zo vertelt hij, - toen stoonte de leden vaan de jury allemaol tegeliek inins rech es of ze wowwe controlere boe dát enorm geluid vaandan kaom. Sjus 'nen ölleger in de kèrk’.

Er ware een almanak te vullen met de vele Staaranecdoten. Als het op enkele concoursen flink geregend heeft, schrijft de carnavalskrant: ‘Dat deit niks, want es ze naat zien, zinge ze 't sjoenste’. En toen de Sociëteit op advies van een rechter-bestuurslid de weg gewezen had naar het tijdelijke lidmaatschap, commercieel bedoeld voor het trekken van het publiek naar de bals, vinden we in een soortgelijk blad, dat nu wel de naam Mastreechter Staar veranderd zal worden in de Mastreechter komeet ‘umdat de Staar 'ne start gekrege had’.

De Mastreechter Staar heeft de mannenzang ook buiten hare vereniging in Maastricht op hoog peil gebracht. Vele Staarzangers waren tevens lid van de verschillende kerkkoren. Als de Congregatie met ‘Deo Gloria’ naar Scherpenheuvel ging op bedevaart dan stroomden niet alleen de Scherpenheuvelaars naar de Basiliek om de hoogmis te horen, maar op de terugreis daverde het treintje van het Staar-repertoire met de Rossignol, van Roelands elefantenhoren in de slag van Ronceveaux, Wagner's Choeurs des Pélérins om te besluiten met Hermans' Gegroet, gegroet mijn Limburg of de befaamde Staartoast! Het dubbel-kwartet van de Staar verwierf grote reputatie en de Staar kweekte solisten als Nikela Adriaans, Herman Schrijnemakers en Pie Kroll, wier stemmen en namen ons als kleine kinderen reeds vertrouwd en geliefd waren, als Hollywood-sterren en voetballers bij de tegenwoordige generatie. Zoals

[pagina 121]
[p. 121]

de Staar met voornaamheid de burgerij van Maastricht representeerde buiten het stadsterritoir in Nederland en op vreemde bodem, zo was zij tevens op elegante wijze gastvrouwe van de Muze in haar sociëteitszaal aan het Klooster. Met grote orkesten en gerenommeerde corpsen als de Garde Républicaine van Parijs richtte zij hier ware muziekfeesten aan en dat een muziekfeest nog iets anders is dan een concert, dat wist vooral de Mastreechter Staar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken