tikje goud, met grijs-fluweelen zeteltjes en ook met dikke matten op den grond. En daar opende hij zoowaar een cinema: Cinema Royal.
Hij stak zijn gele, magere vrouw en zijn gele, magere dochter in een modieuse kleeding, ook met veel goud aan de handen en op de borst, liet den zoon van zijn broer, die een bultje had, den stiel van opérateur leeren, en een strijkje werd gehuurd.
En ja, precies lijk zijn café, leek ook dit aan een verwachting te voldoen. De vrouwen, dochters en zoons van zijn Café-Royal-klanten werden zijn Cinema-Royal-klanten en Bakker Baron zorgde voor voorname uitgekozen films, die pasten voor zoo'n buitengewoon uitgekozen publiek.
't Moet gezegd worden, een gewone mensch met gewone zenuwen en gewone hersens, ware bij die films na vijf minuten opgestaan om er schokschouderend uit te trekken. Maar Bakker Baron zijn publiek deed dat natuurlijk zoo gauw niet. Zij hielden het uit, een jaar, twee jaar zelfs, alvorens ze zoo stillekensaan wegbleven uit den chiquen Cinema Royal. En schokschouderen deden ze daarbij in het geheel niet.
Bakker Baron merkte dat. En menigen avond, na sluiting, als hij de kas had geteld, zat hij van radeloosheid met zijn beringde, poezele handen in zijn plat gekosmetikeerd haar te krabben.
Zoo dom was hij niet, dat hij niet voelde waar het schoentje neep. Hij snolde eens rechts en links hoe 't in andere cinema's ging en al raakte het zijn baronnenhart danig, er was niets aan te doen, er moest water in zijn fijnen wijn. Hij trok zuchtend naar Brus-