Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het taal- en dichtlievend genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' te Leiden, 1766-1800 (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het taal- en dichtlievend genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' te Leiden, 1766-1800
Afbeelding van Het taal- en dichtlievend genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' te Leiden, 1766-1800Toon afbeelding van titelpagina van Het taal- en dichtlievend genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' te Leiden, 1766-1800

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
100 artikelen/achttiende eeuw


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het taal- en dichtlievend genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' te Leiden, 1766-1800

(1983)–Bert Thobokholt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

Hoofdstuk 6. Lijst van werken

Dit hoofdstuk wil een beschrijving geven van de in Leiden beschikbare werken van Kunst wordt door arbeid verkreegen. Er is daartoe een tweedeling gemaakt tussen de werken aanwezig in de Universiteitsbibliotheek (voortaan UBL) en de werken aanwezig in het Gemeentearchief (voortaan GAL).Ga naar eind1 Deze werken worden in chronologische volgorde gepresenteerd, zodat tevens de activiteiten van het genootschap duidelijker naar voren komen. Dit hoofdstuk moet dan ook mede gezien worden als een aanvulling op het hoofdstuk over de geschiedenis van het genootschap. In verband hiermee wordt tevens de inhoud van de werken beknopt omschreven.

 

Ter verduidelijking en verantwoording de volgende opmerkingen:

-Wanneer een werk zowel in de UBL als in het GAL aanwezig is, dan wordt het onder de eerste besproken. Daar wordt dan ook de signatuur van het GAL vermeld, zodat duidelijk wordt dat het daar ook aanwezig is. In de lijst van het GAL volgen dan een verkorte titelbeschrijving, een verwijzing naar de lijst van de UBL en een herhaling van de signatuur. Men zou de lijst van de UBL daarom de primaire lijst van werken kunnen noemen.
-De titelbeschrijving is altijd gebaseerd op de titelpagina van het geraadpleegde exemplaar, en kan dus afwijken van de titelbeschrijving van de catalogi. Alleen wanneer het betreffende werk zelf geen titelpagina heeft, wordt de titelbeschrijving van de catalogus overgenomen.
-De eerst genoemde signatuur is altijd die van het geraadpleegde exemplaar.
-Het hoofdlettergebruik is genormaliseerd en gestandaardiseerd.
-Bij elk stuk wordt de omvang ervan in bladzijden weergegeven. Dit met het doel om een indruk te geven. Er is dus beslist geen sprake van een analytische paginaformule met bijbehorende bibliografische waarde.
-De werkwijze m.b.t. de seriewerken is als volgt: Bij het jaar van uitgave van het eerste deel wordt de volledige titelbeschrijving en de signatuur gegeven. De daarop volgende delen worden met verkorte titelbeschrijving geplaatst bij hun jaar van uitgave.
-Sommige stukken binnen de werken zijn ook afzonderlijk in de UBL gecatalogiseerd, en zijn daardoor in de alfabetische catalogus onder hun eigen titel terug te vinden. Dit zal worden vermeld.
[pagina 72]
[p. 72]
-De stukken in het GAL zijn voornamelijk documentjes en losse gedichten, die voor een deel ook al in andere werken staan (waar ik dat heb waargenomen is dat aangegeven). Ik geef het volledige bezit van het GAL toch weer, uit oogpunt van volledigheid. Bovendien zijn er daar een aantal stukken die ik nergens anders ben tegengekomen, en die zeker niet van belang ontbloot zijn.

6.1 In de Universiteitsbibliotheek te Leiden

Tooneel-poëzy van het kunstgenootschap, ten zinspreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1766-1768. 2 dln., 2 bdn.

UBL 1088 F 27-28

1088 E 20-21

707 D 2-3

 

De drie exemplaren zijn vrijwel identiek. Alleen dl. 1 van 1088 E 20-21 bevat extra: voorin een lijst van alle tot op dat moment uitgegeven werken van het genootschap, een handgeschreven inhoudsbeschrijving van het stuk Bataefsche veldvreugd, en twee gedichten in handschrift bij het stuk De dood van Calas. De inhoudsopgave van de delen, zoals die hierna volgt, is gebaseerd op 1088 F 27-28.

 

Deel 1. (‘eerste jaer’). Inhoud:

I. Ter inwijdinge van het kunstgenootschap, onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerecht binnen Leyden op den 11. van slachtmaend, des jaers 1766. 1766.
De eersteling van het genootschap (8 blz.). Zinnespel, vervaardigd door C. van Hoogeveen. Met een Voorbericht (4 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

II. De dood van Calas; treurspel. 1766.
Een treurspel in drie bedrijven (53 blz.) van C. van Hoogeveen, met de hulp van enige leden. Met een Voorbericht (3 blz.). Het stuk wordt vooraf gegaan door en besloten met een gedicht (resp. 2 en 1 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

III. Bataefsche veldvreugd, ter gelegenheid van het huwelijk zijner doorluchtige hoogheid Willem den vijfde, prinse van Oranje en Nassau, erfstadhouder enz. enz. enz. en haere koninklijke hoogheid Frederica Sophia Wilhelmina, prinsesse van Pruissen. 1767.
Arcadisch toneelstuk (30 blz.), gevolgd door bijbehorende liedjes van Giovanni Lolizzi (13 blz.). Met een Voorbericht (1 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)Ga naar eind2

 

Deel 2. (‘tweede jaer’). Inhoud:

I. Ter verjaringe van het kunstgenootschap, onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerecht binnen Leyden op den 11. van slagtmaend 1766. 1767.
Zinnespel, qua opzet gelijk aan dl. 1., I. (22 blz.) Met een Voorbericht

[pagina 73]
[p. 73]

(3 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

II. De eerlijke misdadige. Burger-treurspel. Gevolgd naer het Fransche van den heere Fenouillot de Falbaire. 1768.
Toneelstuk in 5 bedrijven (86 blz.), naar het Franse l' Honnête criminel. Met een Voorbericht (3 blz.) en een vertaald voorwoord van de Franse schrijver (6 blz.). Een gedicht op het stuk volgt. (1 blz.)

III. De zegeprael der reden, over de liefde; herders-spel in maetzang. 1768.
Toneelstukje (16 blz.), nagevolgd naar een Frans toneelstukje, te vinden in de Recueils des opera francois. Met een Voorbericht (1 blz.).

IV. Annette en Lubin, of de eenvoudige natuur. Landspel. 1768.
Toneelstukje (40 blz.), naar een stukje van de schrijver Marmontel. Met een Voorbericht (1 blz.).Ga naar eind3

V. Herdersvreugd, ter verjaringe van Daphnes. 1768.
Toneelstukje (12 blz.). Met een Voorbericht (1 blz.).

VI. De dorp-schoolmeester, Kluchtspel. 1768.

Toneelstukje (24 blz.) van Dirk Kuipers.Ga naar eind4 Met een Voorbericht (3 blz.).Ga naar eind5

 

Poëzy van het kunstgenootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1768-1774. 6 dln., 2 bdn.

UBL 1088 F 29-30

1088 E 22-23

707 D 4 (aleen dln. 3 en 4, 1 band)

 

Bundels, qua opzet en uitvoering volledig gelijk aan die van de Toneel-poëzie. Ook de telling van de delen loopt gewoon door. Alleen de titel-pagina wijkt af.Ga naar eind6

De drie exemplaren zijn niet geheel identiek. 1077 F 29-30 en 1088 E 22-23 zijn dat wel, maar na het laatste stuk van de dln. 3 en 4 (1 band) in 1088 F 29-30 volgen in 707 D 4 nog: Lof der toneeldichtkunde en Theoné; treurspel, die in 1088 F 29-30 in de dln. 5-8 (1 band) zijn ondergebracht, en een gedicht dat niet in 1088 F 29-30 staat.Ga naar eind7 De inhoudsopgave, zoals die hierna volgt, is gebaseerd op 1088 F 29-30.

 

Deel 3 en 4 (‘derde en vierde jaer’). Inhoud:

I. Ter Verjaringe van het kunstgenootschap, onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerecht binnen Leyden op den 11. van slagtmaend, des jaers 1766. 1768.
Zinnespel (12 blz.). Met een Voorbericht (1 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

II. Op de haetlijke overwinning der Franschen op Pascal Paöli. Gevolgd na het Latijnsche van den hoog-geleerden heer mr. P. Burman, en Pascal Paöli's afscheid, aen Corsica, bij zijn vertrek naer Livorno. 1769.
Twee gedichten (resp. 14 en 6 blz.). Met een Voorbericht (4 blz.).

III. Spoore ter wijsheid en wetenschap, uitgesproken bij gelegenheid der derde verjaring van het kunstgenootschap, onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerecht binnen Leyden op den 11. van slachtmaend, des jaers 1766. 1769.
Gedicht (11 blz.). Met een Voorbericht (2 blz.).

IV. Fanny, of het gelukkig berouw, zedenspel. 1770.
Toneelstukje in 3 bedrijven (48 blz.). Met een Voorbericht (5 blz.). Een

[pagina 74]
[p. 74]

gedicht op het stuk volgt (4 blz.).

V. Melanie, of de rampzalige kloosterdwang, treurspel. 1770.
Toneelstukje in 3 bedrijven (55 blz.), naar een stuk van de Franse schrijver de la Harpe. Met een Voorbericht (5 blz.). Een gedicht op het stuk volgt (1 blz.).

VI. De triumph der liefde, kamerspel. 1770.
Zinnespel (12 blz.). Met een Voorbericht (1 blz.).

 

Deel 5-8 (‘vijfde-achtste jaer’). Inhoud:

I. Yver en vriendschap vertoond als de voornaemste zuilen eener maetschappij; uitgesproken bij gelegenheid van den vierden verjaerdag des genootschaps. 1770.
Gedicht (12 blz.). Met een Voorbericht (2 blz.). (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

II. Theoné; treurspel. 1771.
Toneelstukje in 5 bedrijven (58 blz.), vrij nagevolgd naar een stuk van de Franse schrijver la Roque. Met een Voorbericht (5 blz.), en een apart voorwoord gericht aan de Maatschappij der nederlandsche letterkunde. (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

III. Lof der toneeldichtkunde. Uitgesproken bij gelegenheid des vijfden verjaerdags van het genootschap. 1771.
Gedicht (14 blz.). Het staat ook in de Tael- en dichtlievende oefeningen III. (Het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)

IV. Het feestvierend Leyden. Eeuwspel. 1774.
Zinnespel (26 blz.). Met een Voorbericht (1 blz.). Het is ook los uitgegeven, zie bij het jaar van uitgave 1774.
Na deze stukken volgen nog enkele gedichten (23 blz.) en tenslotte een van het nederlands naar het frans vertaalde versie van De dood van Calas (64 blz.). Met een Voorbericht (3 blz.).

 

Handelingen der jaarlykse vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap, Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerigt den 11en van slagtmaend 1766, gehouden te Leyden van 177O-1776, 1782-1797. Met wetten, naemlyst der leden enz. Leyden, z.j. 2 bdn.

UBL 1167 A 12-13

 

De titelbeschrijving is van de alf. cat. van de UBL; de bundels zelf hebben geen titelpagina.

Deze bijzonder belangrijke bron bestaat uit een samenvoeging (losse stukken, die later zijn gebundeld) van wetten met aanhangsels, naamlijsten van leden (van 1773 t/m 1777 en van 1782 t/m 1794, vgl. de incorrectie in de titelbeschrijving!) - waaronder twee handgeschreven lijsten, één uit 1777 en één uit 1782 -, handelingen van de jaarlijkse vergaderingen (van 1773 t/m 1777 en van 1782 t/m 1794), gedrukte brieven, uitnodigingen, aankondigingen, ingevoegde gedichten enz.Ga naar eind8 De eerste band (413 blz.) loopt t/m 1777, de tweede vanaf 1782.

 

Omdat de naamlijsten en handelingen van 1778 t/m 1781 in Leiden dus ontbreken, moest er bij wijze van uitzondering gezocht worden naar een andere bewaarplaats. Ze waren wel aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek:

[pagina 75]
[p. 75]

Handelingen der algemeene jaarlijksche vergadering van het genootschap ter spreuke voerende Kunst wordt door arbeid verkregen. Leyden, 1773-1794.

KB 296 A 27

Naemlijst der tegenwoordige leden van het tael- en dichtlievend genootschap: onder de zinspreuk: Kunst wordt door arbeid verkregen. Leyden, 1773-1794.

KB 296 A 28.

De titelbeschrijvingen zijn van de KB.

 

Nederduitsche spraekkunst, ten gebruike van het genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, [1770].

UBL 1193 E 29

1187 G 4 (id. Leyden, 1774)

 

Dit werk (138 blz.) is een navolging van eerdere spraakkunsten van Ernst Zeydelaer en Frans de Haes.Ga naar eind9 Het is ws. van de hand van C. van Hoogeveen.Ga naar eind10 Met een Voorbericht (4 blz.). Het werd ontworpen om de leden op het gebied van spelling en syntaxis op één lijn te krijgen (zoals reeds opgemerkt een niet geslaagde poging)Ga naar eind11. Het werk is ook niet geheel voltooid, het houdt midden in een zin op.Ga naar eind12

 

Het boek der psalmen; nevens de gezangen, bij de hervormde kerk in gebruik: op de gewoone zangwijzen. Op nieuw in dichtmaet gebragt door het kunstgenootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1772.

UBL 707 D 5

1187 F 1

1187 F 2

 

Het enige deel van de psalmbewerkingen van het genootschap, hoewel men van plan was meerdere deeltjes uit te geven.Ga naar eind13 In totaal 104 psalmen (320 blz.). Met een Voorbericht (4 blz.). Mogelijk is verdere uitgave gestaakt vanwege het verschijnen van een van regeringswege ingevoerde nieuwe berijming.Ga naar eind14

 

Arnoud van Halen's Pan Poëticon Batavum verheerlijkt door lofdichten en bijschriften; grootendeels getrokken uit het stamboek van Michiel de Roode; en nu eerst in 't licht gebracht door het genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1773

UBL 707 D 6

1187 G 3

 

Dit werk (240 blz.) bevat ten eerste de lofdichten op het Pan Poëticon, en

[pagina 76]
[p. 76]

ten tweede de bijschriften door diverse dichters op de portretten gemaakt, en geschreven in het zgn. Stamboek van Michiel de Roode.Ga naar eind15 Met een Voorbericht, waarin de geschiedenis van het Pan Poëticon wordt verteld, een alfabetische naamlijst van de geschilderde personen, en een naamlijst van personen die reeds op dit werk hadden ingeschreven (totale omvang Voorbericht: 34 blz.).

 

Het feestvierend Leyden; eeuwspel door het tael- en dichtlievend genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1774.

UBL 707 D 7

1171 F 710)

1099 D 23

1097 D 22

 

Een blijkbaar herhaaldelijk uitgegeven zinnespel (26 blz.), want het staat ook in de Poëzie 5-8, en in de hierna volgende bundel. De auteur is volgens de alf. cat. van de UBL L.W. van Mercken, volgens de Handelingen, 1774, echter duidelijk C. van Hoogeveen.Ga naar eind16

 

Verzameling van vaerzen en tractaten. Uitgegeeven op het tweede eeuwgetyde van Leydens beleg en ontzet. Gevierd binnen Leyden, op den 3den October, des jaars MDCCLXXIV. Tweede stuk. Z.p, z.j. [1774].

UBL 1206 E 24

 

In de bundel met bovenstaande titel zijn een viertal gedichten van KWDAV te vinden:

- Op de vergadering van het Leydsch genootschap Kunst wordt door arbeid verkregen, in de maand Mey van Leyden's twee-honderd-jaarig jubeljaar, tot herinnering van het in die maand begonnen beleg dier stad; op den Leydschen Doele uitgesprooken. (4 blz.)
- Ter opening der vergaderinge van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Op den tweehonderdjaerigen gedenkdag van Leydens verlossinge; den III. van wijnmaend 1774. (6 blz.) (Het is ook te vinden in de Handelingen I.)
- Verwelkoming aen de leden van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen; ter vergaderinge, op den tweehonderdjaerigen gedenkdag van Leyden's verlossinge. Den III. van wijnmaand 1774. (2 blz.)(Het staat ook in de Handelingen I; het is ook onder de eigen titel gecatalogiseerd in de alf. cat. van de UBL.)
- Het feestvierend Leyden; eeuwspel door het tael- en dichtlievend genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. (Zie het vorige nummer.)
- Voorts een aantal losse feestgedichten, bijschriften e.d. van KWDAVleden, onder hun eigen naam. Sommige daarvan staan ook in de Handelingen I.

[pagina 77]
[p. 77]

Tael- en dichtlievende oefeningen, van het genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. En prijsvaerzen. Leyden, 1775- [l790]. 7 dln.

UBL 707 D 8-14

1187 G 5-11

GAL 76132 d.(alleen de dln. III t/m VII)

Coll. le Fr. v.B. 59 a (alleen de prijsverzen van dl. I.)

 

Dl. I, 1775.

Dl. II, 1778.

Dl. III, 1780.

Dl. IV, 1783.

Dl. V, 1787.

Dl. VI, 1790.

Dl. VII, [1790].

 

Voor alle delen van dit seriewerk geldt dezelfde opzet: eerst is er een Voorbericht met vnl. informatie over de prijsvragen; daarna volgen de afdelingen Prysvaerzen (de winnende gedichten van de prijsvragen) en Mengeldichten (gedichten van allerlei soort). Soms wordt een deel besloten met een verhandeling.Ga naar eind17

 

Deel I, 1775:
Bevat de Wetten van het genootschap (71 blz.). Het Voorbericht (18 blz.) geeft een overzicht van de geschiedenis van het genootschap. Daarop volgen 5 prijsverzen (86 blz.) en 16 mengeldichten (168 blz.). Het deel wordt besloten met een verhandeling van H. Houtam, Onderzoek over de benaamingen der Nederduitsche naamvallen.

 

Handelingen der beschermheren en verdere bestuurderen van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Ter verdediging der eere van alle de leden van dat genootschap, tegen den hoon hun aengedaen, in zeker stukje, getijteld: Twee vliegen in ééne slag. Z.p., [± 1776].

UBL 1190 E 395)

GAL 76145 p.

 

De signatuur 1190 E 39 is van een bundel, De vermakelyke slaa-tuintjes. Ad fidem veterum membranarum sedulo castigati curis eibesii. Utrecht, 1775. Dit is een werk van het KWDAVlid E.J.B. Schonck.Ga naar eind18

Het stuk zelf (13 blz.) is een reactie op een artikeltje (in bovengenoemde bundel opgenomen voor het stuk van KWDAV), getiteld Twee vliegen in ééne slag, of ernstige berispingen aan den speler van het troefblaadje, tegen de schrijvers der taal en dichtkundige mengelstoffen, onder de spreuk Suum cuique. Hierin wordt gezegd dat die betreffende mengelstoffen afkomstig zijn van leden van KWDAV, en bovendien dat er hierover ‘cabaal’ in het genootschap zou zijn geweest. In het stukje van KWDAV worden beide beweringen tegengesproken.Ga naar eind19 Het stuk staat ook in de Handelingen I en de Mengelzangen I en II.

[pagina 78]
[p. 78]

Prijsvaerzen, behelzende den invloed der dichtkunst op het staetsbestuur; en de waere liefde tot het vaderland. Z.p., [1776-1777].

UBL 1206 E 20

1023 G 331) (uitgave met door Bilderdijk geëtste vignetten.)

 

Een aparte uitgave met de winnende prijsverzen van W. Bilderdijk en J.C. de Lannoy (138 blz.). Identiek aan de eerste vier prijsverzen van de tael- en dichtlievende oefeningen II.

 

Tael- en dichtlievende oefeningen II, 1778.

 

Met een Voorbericht (4 blz.), 6 prijsverzen (182 blz.) en 15 mengeldichten (116 blz.). Volgen nog 7 gedichten betreffende Pan Poëticon (31 blz.).

 

Tael- en dichtlievende oefeningen III, 1780.

 

Met wetten (6 blz.) betreffende de levensbeschrijvingen der dichteren en de theoretische verhandelingen. Na het Voorbericht (5 blz.) volgen 4 prijsverzen (104 blz.) en 23 mengeldichten (163 blz.). Het deel besluit met een verhandeling van W. Bilderdijk, Dichtkundig onderzoek van 's heeren Jacob Cats, Cupido verloren en uytgeroepen (33 blz.).

 

Leven der nederlandsche dichteren en dichteressen, uitgegeeven door het genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Eerste deel. Leyden, 1782.

UBL 707 D 20

1168 C 352)

1497 D 5

GAL 76153 d.

 

Het enige deel van een als serie bedoeld werk. Het bevat wetten betreffende levensbeschrijvingen der dichteren (4 blz.). Na het Voorbericht (6 blz.) volgen de levensbeschrijvingen van Philip van Marnix door Johannes Prins (119 blz.), van Sybrand Feitama door Jan de Kruyff (24 blz.) en van Arnold Hoogvliet, eveneens door Jan de Kruyff (95 blz.). Met tekeningen van de beschreven personen.

 

Prijsverhandelingen, uitgegeeven door het tael- en dichtlievend genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1782-[1790].

[pagina 79]
[p. 79]

4 dln.

UBL 707 D 15-18

1187 G 16-19

GAL 76132 d. (alleen de dln. I en II)

 

Dl. I, 1782.

Dl. II, 1786.

Dl. III, 1788.

Dl. IV, [1790].

 

Een seriewerk met daarin een groot deel van de bekroonde theoretische verhandelingen

 

Deel I, 1782:
Met wetten betreffende de theoretische verhandelingen (3 blz.). Na het Voorbericht (3 blz.) volgt alleen de Verhandeling over het heldendicht van Rhijnvis Feith (238 blz.).

 

Tael- en dichtlievende oefeningen IV, 1783.

 

Met een Voorbericht (3 blz.), 4 prijsverzen (125 blz.) en 23 mengeldichten (198 blz.).

 

Mengelzangen door het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Z.p., z.j. 4 dln.

UBL 1187 G 12-15

 

Merkwaardige bundels met gedichten. Bovenstaande titelbeschrijving is van de alf. cat. van de UBL. De titels van de delen zelf:

Deel 1: Geen titelpagina. Rugtitel: Kunst word door arb. verkregen. Gedigten.
Deel 2: Geen titelpagina. Rugtitel (handgeschreven, opgeplakt): Losse Gedichten.
Deel 3: Titelpagina: Mengeldichten bij bijzondere gelegenheden uitgesproken in het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Alleen voor de leden gedrukt. Leyden, 1785. Rugtitel: Mengeldichten.
Deel 4: Titelpagina: Mengeldichten. Tweede deel eerste stuk. Rugtitel: Mengel[dichten] 2 1. st.

Alleen deel 3 kent dus een jaartalsaanduiding. De volgorde van de delen is dan ook gebaseerd op de volgorde zoals de signatuur van de UBL die aangeeft.

Inhoudelijk overlappen de delen 1, 2 en 3 elkaar voor een groot gedeelte. Door hun variëteit aan gedichten geven ze een goed beeld van de sfeer in het genootschap. Er zijn ook handgeschreven gedichten bij.Ga naar eind20

 

Deel 1:
Bevat zo'n 30 mengeldichten. Onder de gedichten ook: De knegt (een stuk uit

[pagina 80]
[p. 80]

1792, zie daar). Verder in dit deel: Handelingen der beschermheren (een stuk uit 1775, zie daar). (De totale omvang is ± 200 blz.)

 

Deel 2:
Hierin zo'n 30 mengeldichten. Het bevat verder het stuk Vaert wel aen de leden (zie de lijst van het GAL, bij 1786), het stuk Handelingen der beschermheren (ook al in deel 1), en een afdeling Rondeeltjes met daarin twee spottende gedichten op KWDAV en KSGV en een spotdicht op twee ‘apekeesjes’ (vermoedelijk C. Heyligert en C. van Hoogeveen). Deze afdeling is mogelijk geheel van de hand van J. le Francq van Berkhey.Ga naar eind21 Bovendien in dit deel de handgeschreven lidmaatschapsopzegging van le Francq van Berkhey.Ga naar eind22 (de totale omvang van dit deel is ± 200 blz.)

 

Deel 3:
Met een inhoudsopgave van de 56 mengeldichten die in dit deel staan. Achterin bevindt zich een lijst van alle boeken die op dat moment in het bezit van het genootschap waren (24 blz.)Ga naar eind23 (De totale omvang is ± 300 blz.)

 

Deel 4:
Met een inhoudsopgave van de 57 mengeldichten die in dit deel staan. Achterin bevindt zich het veel als bron gebruikte Verjaersfeest (78 blz.)Ga naar eind24 (De totale omvang is ± 200 blz.)

 

Prijsverhandelingen II, 1786.

 

Na het Voorbericht (4 blz.) volgt de Verhandeling over het lierdicht, door G. Brender à Brandis (156 blz.)(goud) en Dirk Erkelens (67 blz.)(zilver).

 

Tael- en dichtlievende oefeningen V, 1787.

 

Met een Voorbericht (4 blz.), 6 prijsverzen (137 blz.) en 18 mengeldichten (115 blz.).

 

Prijsverhandelingen III, 1788.

 

Na het Voorbericht (6 blz.) volgt de Verhandeling over het rijm, door J. Rochussen (48 blz.)(goud) en J. van Dijk (40 blz.)(zilver).Ga naar eind25 Verder in dit deel een viertal theoretische stukken, die waren voorgelezen op verschillende maandelijkse bijeenkomsten:

-G. Brender à Brandis, Het verband tusschen de dicht- en de schilderkunstige naarvolging. (21 blz.)
-Proeve over het gebruik der natuur-kennisse in de dichtkunst. (Anoniem) (45 blz.)
-D. Erkelens, Beöordeling over den Lucifer van Vondel. (38 blz.)
-G. Brender à Brandis, Proeve van ophelderingen over Horatius dichtkunst. (34 blz.)
[pagina 81]
[p. 81]

Tael- en dichtlievende oefeningen VI, 1790.

 

Na het Voorbericht (2 blz.) volgen 5 prijsverzen (83 blz.) en 21 mengeldichten (168 blz.),

 

Prijsverhandelingen IV, [1790].

 

Met een Voorbericht (2 blz.). Daarna de Verhandeling over de verëischten en kenmerken van den stijl der poëzy in onderscheiding van dien der welsprekendheid, door D.J. Kasteleyn (132 blz.) (goud), J. Rochussen (23 blz.) (zilver) en D. Erkelens (67 blz.)(zilver). Gevolgd door een verhandeling: De eerste herderszang uit de dichtlievende tijdkortingen, beoordeeld door W. Bilderdijk (23 blz.).

 

Prijsverhandeling over de vereischten in eene levensbeschrijving der dichteren, uitgegeeven door het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Leyden, 1790.

UBL 707 D 19

1168 C 35 1)

GAL 76132 d.

 

Na het Voorbericht (2 blz.) volgt de bekroonde verhandeling met bovenstaande titel van J.J. Vereul (60 blz.). De verhandeling moest beschouwd worden als een soort van inleiding op de uitgegeven levensbeschrijvingen. In 1168 C 35 volgen na deze verhandeling dan ook de drie levensbeschrijvingen uit 1783 (zie daar).

 

Tael- en dichtlievende oefeningen VII, 1e stuk, [1790].

 

Alleen het le stuk met een Voorbericht (2 blz.) en 6 prijsverzen (155 blz.).Ga naar eind26

 

Aenspraek van de knecht van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen na den maeltijd der jaarlijksche vergadering van 1790. Z.p., [1790].

UBL Port. 29

GAL 76154 F (handgeschreven versie)

 

De signatuur van de UBL is van een mapje, dat van de UBL als rugtitel meekreeg: Gedichten op Maatschappijen/Boekdrukliederen. Hierin bevinden zich 3 losse gedichten van KWDAV, die onder hun eigen titel in de alf. cat. staan.

[pagina 82]
[p. 82]

(zie ook de twee hierna volgende nummers).

Het was blijkbaar de gewoonte dat de knecht (Jan Klinkenberg) na afloop van de maaltijd een grappig bedoeld gedicht voordroeg (dat blijkens een onderschrift overigens door de secretaris werd vervaardigd). Drie van deze gedichten zijn gedrukt, of in ieder geval bewaard gebleven. Het gedicht met bovengenoemde titel is daar de eerste van (9 blz.).

 

De knegt van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen, aen de vergaderde leden, op St. Nicolaes-avond in het jaer 1792. Bij gelegenheid der XXVI verjaeringe des genootschaps. Z.p., [1792].

UBL Port. 29

1156 E 30

GAL 76155 p.

76156 p. (afwijkend, erg klein formaat)

 

Dit gedicht (9 blz.) is ook als aparte publicatie in de UBL. Het is ook los te vinden in de Mengelzangen III (zie bij 1785). (Zie verder hierboven.)

 

De knegt van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen, aen de vergaderde leden, op St. Nicolaes-avond in het jaer 1798. Bij gelegenheid der XXXII verjaeringe des genootschaps. Z.p., [1798].

UBL Port. 29

GAL 76155 p.

76156 p. (afwijkend, erg klein formaat)

 

(7 blz.)(zie verder hierboven.)

6.2 In het Gemeentearchief te Leiden

Proeven van het vermogen der Nederduitsche dichtkunst, om op een' vrolijken en vrijen trant de maatklanken op allerleie onderwerpen te schikken, en naar bijzondere geluiden te buigen; door Joannes le Francq van Berkhey uitgesproken, in de vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen; op den 2. van wintermaend, 1772. Bij gelegenheid dat de welëdele gestrenge en hooggeleerde heeren mr Johan van der Marck, AE. Z. mr Daniel van Alphen, mr Jan van Royen, A.Z. en dr Jan Jacob Schultens;

[pagina 83]
[p. 83]

het genootschap gunstig in hunne bescherming nemen. Z.p., [1772].

GAL 76137 p.

 

Er zijn twee bundeltjes met deze titel en signatuur. De ene is een gedrukte, de andere een handgeschreven versie (resp. 51 en 42 blz.). In beide bundels staan bovengenoemd gedicht (resp. 40 en 31 blz.), gevolgd door een ander gedicht van le Francq van Berkhey, de Lof der dankbaarheid, een bekroond prijsvers van KSGV.Ga naar eind27

Het titelgedicht (dat ook te vinden is in de Tael- en dichtlievende oefeningen I, p. 33) is gebaseerd op een spel met klank en vorm, en viel bij het voorlezen zo in de smaak, dat de schrijver er twee jaar later een eerpenning voor kreeg.

 

Aan den heer xxx op den verjaardag des tael- en dichtlievenden genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Z.p., z.j. Door W. Bilderdijk. Hierbij circulaires, bewijs van lidmaatschap, enz.

GAL 76158 PF

 

De titelbeschrijving is van het GAL. De signatuur is van een mapje, waar met de hand op geschreven staat: Maatschappij Kunst wordt door arbeid verkregen. Hierin bevindt zich het volgende:

-Bovenstaand gedicht van W. Bilderdijk (3 blz.), gevolgd door een gedicht getiteld Aan Dafne (1 blz.).
-Een handgeschreven brief d.d. 10 october 1772 van secretaris C. Heyligert aan J. van Royen, waarin hij hem bekend maakt dat hij als beschermheer is verkozen, en waarin Heyligert ook de andere verkozen beschermheren vermeldt (2 blz.).Ga naar eind28
-Gedrukte uitnodigingen en programma's voor de jaarlijkse vergaderingen van 1773 en 1775 (beiden 2 blz.)(ook te vinden in de Handelingen I).
-Een handgeschreven benoeming van C.P. Chasteleyn tot medehoofdlid, d.d. 28 april 1779. Met een zegel van het genootschap.

 

Jok en ernst, of de onaangenaamheden van het onvoorzigtig hekeldicht. Schertsend voorgesteld aan het aanzienlijk dichtlievend genootschap, Kunst wordt door arbeid verkreegen, vergaderd binnen de stad Leyden, den 20 van bloeimaend 1773. Z.p., [1773].

GAL Coll. 1e Fr. v.B.; B 32 3e band n

 

Gedicht (40 blz.), ondertekend met Vrank en Vrij, te vinden in een bundel uit het archief van J. 1e Francq van Berkhey zonder titelpagina, maar met als rugtitel: J. le Francq van Berkhey, Dichtwerken.Ga naar eind29

[pagina 84]
[p. 84]

Het Leydsch Parnas verheerlykt door deszelfs groot-achtbaeren beschermheer mr. Johan Hieronimus van der Marck, in het genootschap, Kunst wordt door arbeid verkreegen, met alle toegenegenheid en opregte burgerliefde ontfangen (in plaats van wijlen den ed'len groot achtb. heer Joh. van der Marck Aeg. z.) den eersten van wintermaend, in het jaer voor Leyden's en der vaderlandsche vryheid tweede eeuwgetyde. Z.p., [1773].

GAL 76157 p.

Coll. 1e Fr. v.B. 32. 3e band mm

 

Welkomstgedicht (4 blz.).Ga naar eind30

 

Uitnodiging en programma voor de jaarlijkse vergadering van 1773.

 

Zie: Aen den heer xxx, bij 1772, p. 83.

 

Welkomstgroet aen de leden van het genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen; in de jaarlijksche vergadering, op den 12. van bloeimaend, 1774. Z.p., [1774].

GAL 76139 p.

 

Het zeer kleine bundeltje met deze titelpagina bevat twee gedichten:

-Het bovengenoemde gedicht (3 blz.).
-Verschoning voor dichtverzuim aen den weleerwaardigen zeer geleerde heer Joannes van spaan. Door C. van Hoogeveen. (1 blz.)

 

Op de vergadering van het Leydsch genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen, in de maand Mey van Leyden's twee-honderd-jaarig jubeljaar, tot herinnering van het in die maand begonnen beleg dier stad; op den Leydschen Doele uitgesproken. Z.p., [1774].

GAL 76140 p.

Coll. 1e Fr. v.B.; B 32, 3e band nn

 

Gedicht (4 blz.)

 

Handelingen der jaarlijksche vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen: gehouden te

[pagina 85]
[p. 85]

Leyden, in deszelfs vergaderzael, op Donderdag den 12. van bloeimaend MDCCLXXIV. Z.p., [1774].

GAL 76134 PF

 

De gedrukte handelingen van die vergadering (8 blz.). (ook te vinden in de Handelingen I.)

 

Ter opening der vergaderinge van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Op den tweehonderdjaerigen gedenkdag van Leydens verlossinge; den III. van wijnmaend 1774. Leyden, 1774.

GAL 76138 p.

 

Gedicht (6 blz.), gemaakt door beschermheer J. van Royen. Alleen gedrukt voor de leden.

 

Uitnodiging en programma voor de jaarlijkse vergadering van 1775.

 

Zie: Aen den heer xxx, bij 1772, p. 83.

 

Ter openinge der algemeene vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Op den eersten van sprokkelmaend, 1775. Z.p., [l775].

GAL 76141 p.

Coll. 1e Fr. v.B. 4. 3e band hh

 

Gedicht (4 blz.), gemaakt door C. van Hoogeveen jr. Alleen gedrukt voor de leden.

 

Extract uit de handelingen der jaarlijksche vergadering van het taal- en dichtlievendt genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen: gehouden te Leijden in deszelfs vergaderzaal, op Donderdag den 25e van bloeimaand 1775. Z.p., [1775].

GAL 76135 PF

 

Handgeschreven verslag (6 blz.) van een deel van die vergadering, en wel dat deel dat handelt over het besluit om de gouden eerpenning aan J.C. de

[pagina 86]
[p. 86]

Lannoy toe te kennen.

 

Dichtstukjes, in de jaerlijksche vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen; op den XXV. van Bloeimaend 1775. uitgesproken. Z.p., [1775].

GAL 76142 p.

 

Een klein bundeltje met 4 gedichten, alleen gedrukt voor de leden. De gedichten worden vooraf gegaan door een Voorbericht van C. van Hoogeveen (1 blz.). Daarna:

-Verwelkoming aen de leden van het genootschap, ter jaarlijksche vergaderinge, op den XXV. van Bloeimaend 1775. Door C. van Hoogeveen. (2 blz.) (Het is ook te vinden in de Handelingen I.)Ga naar eind31
-Opwekking aen mijne kunstgenooten. (1 blz.)
-Het Pan Poëticon Batavum aen den heere Pieter Vreede, junior, wanneer zijn weled. het welgelijkend afbeeldsel van wijlen den heer Jan de Kruyff, na deszelfs overlijden geschilderd, aen het genootschap vereerde. (1 blz.)
-Ter sluitinge der jaarlijksche vergaderinge. Eveneens door C. van Hoogeveen (2 blz.). (Het is ook te vinden in de Handelingen I.)Ga naar eind32

 

Aan den heere J. le Francq van Berkhey. Uit naam van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen. Z.p., [± 1776].

GAL 76146 p.

 

Zoals reeds vermeld (hfdst. 4, p. 66) bedankte le Francq van Berkhey in 1775 voor het lidmaatschap van het genootschap. Dit is een afscheids- en dankgedicht voor hem, vervaardigd door H. Coster (3 blz.).

 

Dankoffer aan de weduwe en kinderen van den heere Jan de Kruyff, voor het boekgeschenk 's mans gedichten, door dezelven aan het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen; te Leyden. gedaan. Z.p., [1776].Ga naar eind33

GAL 76152 p.

 

In dit gedicht (4 blz.) bedankt H. Coster, uit naam van het genootschap, de weduwe van J. de Kruyff voor een geschenk. Alleen voor de leden gedrukt.

 

Schets der waere dichtkonst, den heeren leden van het tael- en dichtlievend genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen den 16. van bloeimaend 1776 ter openinge der jaerlijksche vergaderinge toegezongen. Z.p., [1776].

[pagina 87]
[p. 87]

GAL 76147 p.

 

Een poëticaal gedicht van P. Vreede jr. (8 blz.), alleen gedrukt voor de leden. (Het is ook te vinden in de Tael- en dichtlievende oefeningen II, p. 251; in de Handelingen I; en in de Mengelzangen II.)

 

Handelingen der beschermheren, [± 1776].

GAL 76145 p.

 

Zie de lijst van het UBL, bij 1776, p. 77.

 

Een woordje tot stichting ter elfde verjaering van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Z.p., [l777].

GAL 76148 p.

 

Gedicht van P. Vreede jr. (12 blz.).

 

Willem Bilderdijk, Bevestiging van de ontvangst v.d. gouden eerepenning van het tael en dichtlievend genootschap ‘Kunst wordt door arbeid verkreegen. Amsteldam, den 1. van herfstmaend 1777.

GAL 76159 p.

 

De titelbeschrijving is van het GAL. Het is een handgeschreven verklaring (1 blz.) van Bilderdijk, d.d. 1 september 1777, waarin hij verklaart zich aan de wetten van het genootschap te onderwerpen en dus het dichtstuk waarvoor hij de eerpenning heeft ontvangen niet te laten drukken en voor uitgave door het genootschap het ook niet aan niet-leden te laten lezen.Ga naar eind34

 

Bij het vieren der elfde verjaering van het genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Den III van wintermaend 1777. Z.p., [1777].

GAL Coll. 1e Fr. v.B. 34 v

 

Gedicht van C. van Hoogeveen (5 blz.) in een bundel getiteld Digtstukken, die voorkomt in het archief van le Francq van Berkhey.Ga naar eind35

[pagina 88]
[p. 88]

Wetten van het tael- en dichtlievend genootschap onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen; binnen Leyden. Opgericht op den XI van slagtmaend, MDCCLXVI. Z.p., [1773]. Hierbij: Aenhangsel op de wetten van het genootschap. Z.p., [1778].

GAL 76130 p.

 

De verzameling wetten van 1773 (71 blz.), een aanhangsel uit 1777 (betreffende de correctie der ingeleverde werken en betreffende het inleveren van schriftelijke beoordelingen), en de wetten betreffende de levensbeschrijvingen der dichteren uit 1778 (samen 7 blz.). Allemaal in één bundeltje.

 

Handgeschreven benoeming van C.P. Chasteleyn tot medehoofdlid, d.d. 28 april 1779.

 

Zie: Aen den heer xxx, bij 1772, p. 83.

 

Ter dertiende verjaaring van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Voorgelezen den 1. van wintermaend MDCCLXXIX. In de algemeene maandelijksche vergadering. Z.p., [1779].

GAL 76149 p.

 

Een lofdicht op de activiteiten van het genootschap, door H. Coster (4 blz.).

 

Tael- en dichtlievende oefeningen III, 1780.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1780, p. 78.

 

Aan de leden van 't genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen; ter nagedagtenisse van deszelfs overleden bestuurder en voorzitter den heere Hermanus Coster. In de gewoone maandelijksche vergadering van den V. december MDCCLXXXI. Zijnde de dag der vijftiende verjaring van hetzelfde genootschap. Z.p., [1781].

GAL 76151 p.

Coll. 1e Fr. v.B. 1. 4e band u

 

Gedicht van J. de Kruyff (7 blz.). Ook te vinden in een bundel uit het

[pagina 89]
[p. 89]

archief van J. le Francq van Berkhey (zonder titelpagina, rugtitel: Berkhey, Mengeldichten).

 

Aen de leden van het genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen; ter nagedagtenisse van hunnen vriend en kunstgenoot Anthony de Hen, overleden den XVII. van Wijnmaend 1782. Z.p., [± 1782].

GAL Coll. le Fr. v.B. 34. 1e band cc

 

Gedicht van J. de Kruyff (4 blz.) in een bundel uit het archief van J. le Francq van Berkhey (zonder titelpagina, rugtitel: J. le Francq van Berkhey, Dichtwerken).

 

Leven der nederlandsche dichteren en dichteressen, 1782.

GAL 76153 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1782, p. 78.

 

Prijsverhandelingen I, 1782.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1782, p. 78.

 

Tael- en dichtlievende oefeningen IV, 1783.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1783, p. 79.

 

Agenda voor de jaarvergadering van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen. Z.p., [1783].

GAL 76149/01 PF

 

De titelbeschrijving is van het GAL. Het is de agenda van de jaarlijkse vergadering van 1783 (4 blz.). De agenda is dubbelgevouwen en in handschrift gericht aan P. Vromans. Het is bovendien voorzien van een zegel van het genootschap en een gedrukt klein uitnodigingskaartje.

[pagina 90]
[p. 90]

Aen de beschermheren, hoofdleden, medebestuurders, en verdere leden des genootschaps, ter zinspreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen; bij het aanvaerden van het voorzittersampt in de maandelijksche vergadering. Den 7e juli MDCCLXXXIV. Z.p., [1784].

GAL 76150 p.

 

Een klein bundeltje met drie gedichten:

-Het bovenstaande gedicht van D.A. Hovens (6 blz.).
-Aen den weledelen gestrengen heere mr. J.A. Cunoeus, raed en schepen der stad Leyden, toen zijne weledele voor de eerstemae1, als beschermer, de maandelijksche vergadering van het genootschap bijwoonde. Door D.A. Hovens (2 blz.).
-Ter gelegenheid van de zeventiende verjaaring van 't genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen; gevierd op den 3. van wintermaend 1783. Door A. le Pla (4 blz.).

 

Handelingen der jaarlijksche vergadering van het tael- en dichtlievend genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen, gehouden te Leyden, in deszelfs vergaderzael, op Woensdag den 11. van bloeimaend MDCCLXXXVI. Des namiddags ten twee uuren. Z.p., [1785].

GAL 76136 PF

 

De gedrukte handelingen van die vergadering (14 blz.). (Ook te vinden in de Handelingen II.)

 

Naemlyst der tegenwoordige leden van het taal- en dichtlievende genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Opgerecht binnen Leyden, op den XI. van slagtmaend 1766. Z.p., 1785 en 1790.

GAL 76131 PF

 

De ledenlijsten van 1785 (twee) en 1790 (4 blz. per ledenlijst). (Ook te vinden in de Handelingen II.)

 

Naemlijst van boeken, het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen, toebehorende. Z.p., [± 1785].

GAL 76133 p.

 

Een lijst van de boeken die op dat moment in het bezit van het genootschap waren (24 blz.) (Ook te vinden in de Mengelzangen III.)

[pagina 91]
[p. 91]

Vaert wel aen de leden des tael- en dichtlievenden genootschaps, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkregen, te Leyden; en betoog der redenen welke daer toe aenleiding gegeeven hebben. Z.p., [1786].

GAL Coll. le Fr. v.B. no. 22 11e band 6 l

 

Een gedicht van J. 't Hooft (4 blz.), gevolgd door een uiteenzetting over de aanleiding van het gedicht (7 blz.).Ga naar eind36 Te vinden in een bundel uit het archief van J. le Francq van Berkhey (J. le Francq van Berkhey, Verzameling van stukken der Leidsche beroerte). (Het is ook te vinden in de Mengelzangen II.)

 

Prijsverhandelingen II, 1786.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1786, p. 80.

 

Tael- en dichtlievende oefeningen V, 1787.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1787, p. 80.

 

Tael- en dichtlievende oefeningen VI, 1790.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1790, p. 81.

 

Prijsverhandeling over de vereischten in eene levensbeschrijving der dichteren, 1790.

GAL 76132 d.

 

Zie de lijst van de UBL, bij 1790, p. 81.

 

Tael- en dichtlievende oefeningen VII, 1e stuk, [1790].

GAL 76132 d.

[pagina 92]
[p. 92]

Zie de lijst van de UBL, bij 1790, p. 81.

 

Aenspraek van de knecht van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkreegen, [1790].

GAL 76154 F

 

Zie ook de lijst van de UBL, bij 1790, p. 81.

Een handgeschreven versie van dit gedicht uit 1790 (6 blz.). Het staat in een vrij forse bundel (130 blz.) anonieme handgeschreven fel-patriottische gedichten (zonder titelpagina), die van de cat. van het GAL als titel meekreeg: Politieke gedichten in hoofdzaak over gebeurtenissen te Amsterdam en te Haarlem, 1787 en 1788, Z.p., z.j. (de gegeven signatuur is ook van die bundel.) Voor mijn lekenoog staat een aantal van deze gedichten in hetzelfde handschrift geschreven als de Aenspraek. Mogelijk dus dat een deel van deze bundel afkomstig is van leden van het (patriottische) KWDAV.

 

De knegt van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen, [l792].

GAL 76155 p.

76156 p. (afwijkend, erg klein formaat)

 

Zie ook de lijst van de UBL, bij 1792, p. 82.

76156 p. is hetzelfde gedicht, maar dan op zeer klein formaat, en met een licht afwijkende titel: Een aartig gedicht van een knegt van een zeker dichters-gezelschap, het welke hij, bij gelegenheid van St. Nicolaas-avond, in het jaar 1792, in het jaar 1792, aan het zelve overhandigde.

 

De knegt van het genootschap: Kunst wordt door arbeid verkreegen, [1798].

GAL 76155 p.

76156 p. (afwijkend, erg klein formaat)

 

Zie ook de lijst van de UBL, bij 1798, p. 82.

Ook hier is 76156 p. hetzelfde gedicht op zeer klein formaat en met een enigszins afwijkende titel: Een aartig gedicht van denzelfde knegt, 't welk hij, bij gelegenheid van St. Nicolaas-avond, in het jaar 1798, aan het zelfde gezelschap overhandigde.

eind1
Eén keer zal van deze beperking tot de in Leiden beschikbare werken worden afgeweken. De Handelingen en de Naemlijsten van 1778 t/m 1781 zijn niet aanwezig in Leiden, maar wel in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Zie deze Lijst van werken, bij 1770, p. 74-75.

eind2
Dit deel 1. bevat diverse op de stukken betrekking hebbende illustraties, waarvan een aantal met de hand zijn ingekleurd.
De stukken onder nr. II. en III. kregen vanwege hun populariteit een algemene druk. Om de verzameling stukken voor de leden compleet te houden, werden er 36 exemplaren (de gebruikelijke oplage) met de hand genummerd.
eind3
Ook dit stuk kreeg een meer algemene druk.
eind4
Dat Kuipers de auteur is, blijkt uit een opmerking in het Verjaersfeest.
eind5
Dit deel 2. bevat eveneens een aantal illustraties.
eind6
In de alf. cat. van de UBL staan zowel de Toneelpoëzy als de Poëzy dan ook gecatalogiseerd onder één titel: Toneelpoëzy van het genootschap: ‘Kunst wordt door arbeid verkreegen’. Leyden, 1766-1772. 8 dln. 4 bdn. Dat is niet onlogisch, gezien de uniforme opzet en uitvoering. Maar de titelpagina's wijken af, waarschijnlijk omdat in deel 3. en 4. ook niet-toneelgedichten voorkomen. En bij deze Lijst van werken ga ik nu eenmaal uit van de titelpagina. (vgl. ook de titelbeschrijving van Kloek e.a., p. 53.)
eind7
De verklaring voor die verschillen is vrij simpel. De stukken zijn eerst afzonderlijk voor de leden gedrukt en uitgegeven en pas làter gebundeld. Het bewijs hiervoor: de verschillende stukken werden voor verspreiding met de hand genummerd van 1 t/m 36. De stukken binnen één band nu hebben verschillende nummers. Ze zullen dus pas later bijeen zijn gevoegd.
eind8
Het aantal gedichten is veel te groot om ze allemaal afzonderlijk te vermelden, compleet met titelbeschrijving en omvang. Dat ik dat bij sommige andere werken toch doe, heeft meerdere redenen. Het kan zijn dat het om erg lange gedichten gaat, die ook in de inhoudsopgave vermeld worden; het kan zijn dat een werk maar uit een paar gedichten bestaat; het kan zijn dat die gedichten apart zijn gecatalogiseerd en vaak ook alleen maar los zijn te vinden (dit geldt met name voor een aantal stukken in het GAL). Ik ben mij er zeer goed van bewust dat deze Lijst van werken in dit opzicht bepaald geen toonbeeld van consequent beschrijven mag worden genoemd, maar ik zie geen andere mogelijkheid om compleetheid (die losse gedichten zouden anders niet boven water komen) te combineren met een redelijke mate van leesbaarheid (zou ik alle gedichten opnemen, dan zou deze lijst een opsomming worden van vele honderden gedichten).
eind9
Aldus blijkt uit de Voorreden van de Spraekkunst.
eind10
Volgens een opmerking in het Verjaersfeest.
eind11
Zie de geschiedenis van het genootschap, par. 2.1 1766-1773, p. 16, en de organisatie, par. 3.5 Beoordeling van ingeleverde stukken, p. 54.
eind12
Dat gebeurt niet alleen met de exemplaren te Leiden, maar ook met het exemplaar dat zich in de Koninklijke Bibliotheek bevindt.
eind13
Uit het Voorbericht van de Psalmen (ongenummerd, maar het citaat staat op de eerste blz.): ‘En maken tevens bekend, dat wij, [...]; niet zullen nalaeten, van tijd tot tijd, in boekdeeltjes van gelijke grootte als dit tegenwoordige, de volgende Psalmen, aen dewelke thans met allen ijver gearbeid word [sic]; aen het licht te brengen.’
Een opmerking: deze Psalmberijming is ‘naer het getal van Vaerzen en op dezelfde Zangwijzen als die van P. Datheen’. (Voorbericht)
eind14
Deze suggestie staat met potlood geschreven op de kaart van de Psalmen in de standcatalogus van de UBL.
eind15
Zie de geschiedenis van het genootschap, par. 2.1 1766-1773, noot 20, p. 115.
eind16
Zie ook de geschiedenis van het genootschap, par. 2.2 1773-1787, p. 18.
eind17
Ik zal niet bij elk deel van de Tael- en dichtlievende oefeningen vermelden welke gedichten er in te vinden zijn (dat zijn er daarvoor teveel, zie noot 8), en ook niet welke prijsverzen erin staan. In par 6.1 (de lijst van) Prijsverzen staat al vermeld waar de winnende gedichten in druk zijn te vinden; het zou dubbel schrijf- en leeswerk opleveren om dat hier weer te doen. Dat ik verderop bij de inhoudsbeschrijving van bepaalde werken wel de Theoretische verhandelingen en de Levensbeschrijvingen der dichteren vermeld, en dan dus wèl dubbele informatie geef, is omdat ik die stukken literair-historisch gezien veel belangrijker acht.
eind18
Zie: Kolkhuis Tanke, p. 6.
eind19
Zie ook de geschiedenis van het genootschap, par. 2.2 1773-1787, p. 18.
Hoe de twee stukken die betrekking hebben op KWDAV in het werk van Schonck terecht zijn gekomen, is mij niet geheel duidelijk.
eind20
Mijn hypothese voor het ontstaan van deze bundels: het zijn losse stukjes, alleen voor de leden gedrukt, die later (voor en/of door verschillende leden) zijn ingebonden. Hiermee worden ook de interne formaatsverschillen van de bundels verklaard.
eind21
Deze rondeeltjes (Rondeeltje voor de heeren Bestuurders van het Dichtlievend Genootschap: Kunst Liefde spaart Geen Vlijt in 's Gravenhage. Omgekeerd Rondeeltje voor de Heeren Hoofdleden van het Dichtlievend Genootschap, Kunst wordt door Arbeyd Verkregen in Leyden) zijn ook te vinden in J. le Francq van Berkhey's Mengeldichten (rugtitel) in het GAL, onder signatuur: Coll. le Fr. v.B. No. 1; 4e band tt.
Zie ook: Hanou, p. 290.
eind22
Deze brief is hierachter opgenomen als Bijlage D. De bedankbrief van Johannes le Francq van Berkhey, p. 183-186.
eind23
Zie ook de organisatie van het genootschap, par. 3.9 Bibliotheek, p. 60-61.
eind24
In dit Verjaersfeest bevindt zich nl. een uitgebreide redevoering van secretaris Karel de Pecker over de geschiedenis van het genootschap tot op dat moment (1791).
eind25
Hoewel ik mij verder niet op inhoudelijk terrein begeef, wil ik als terzijde een opvallend aspect van het Voorbericht van deze Prijsverhandelingen III niet onvermeld laten. Samengevat komt het op het volgende neer: Hoewel de bekroonde verhandelingen verdedigingen zijn van het gebruik van het rijm, betekent dat niet dat het genootschap in dit opzicht ook partij kiest. Immers, men beoordeelde de verhandelingen op innerlijke waarde en niveau van uitvoering. Ook rijmloze gedichten zijn welkom. (In praktijk zijn er echter maar weinig rijmloze gedichten in de werken van het genootschap te vinden.
eind26
Volgens een opmerking in het Voorbericht van de Prijsverhandelingen IV, zou het 2e stuk van dl. VII van de Tael- en dichtlievende oefeningen ter perse liggen. Het is echter nergens te vinden, en is dus waarschijnlijk ook nooit verschenen. Er hoeft natuurlijk helemaal niet wèrkelijk copij ter perse klaar hebben gelegen. Als àlle overgeleverde verzamelingen - en dat zijn er vrij veel - juist dit ene deel missen, dan kan men veiliger aannemen dat het nooit is verschenen. Opvallend is overigens dat de Prijsverhandeling over de vereischten in eene levensbeschrijving der dichteren (1790, zie p. 81 en p. 91) in het exemplaar van het GAL de rugtitel heeft van Tael- en dichtlievende oefeningen VIII.

eind27
Zie: Höweler, p. 140.
eind28
Vandaar dat ik dit nummer chronologisch gezien maar op deze plaats heb gezet. De andere stukken van dit nummer worden in short-title vorm nog eens bij hun jaar van uitgave vermeld.
eind29
Het gedicht is volgens de Handelingen 1773, p. 5, door J. le Francq van Berkhey voorgelezen op de jaarlijkse vergadering van dat jaar.
eind30
In de titelbeschrijving van het GAL staat voor dit gedicht foutief het jaartal 1794 vermeld.
eind31
Voor de beginregels van dit gedicht, zie hfdst. 4 De jaarlijkse vergadering van 1775, p. 63
eind32
Voor de slotregels van dit gedicht, zie hfdst. 4 De jaarlijkse vergadering van 1775, p. 66.
eind33
De jaartalsaanduiding is gebaseerd op een opmerking in de Handelingen 1776, p. 5.
eind34
Die verklaring is hierachter opgenomen als Bijlage E. De verklaring van Willem Bilderdijk, p. 187.
eind35
In deze bundel volgt na het genoemde gedicht nog een ander gedicht van KWDAV, nl. Een woordje tot stichting (zie bij 1777, p. 87), maar het is niet volledig; het wordt middenin afgebroken.
eind36
Zie ook de organisatie van het genootschap, par. 3.5 Beoordeling van ingeleverde stukken, noot 35, p. 121.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Cornelis van Hoogeveen Jr.

  • over Rhijnvis Feith

  • over J. le Francq van Berkhey

  • over Juliana Cornelia de Lannoy

  • over Gerrit Brender à Brandis

  • over Pieter Vreede

  • over Jan de Kruyff jr.

  • over Adrianus van Royen

  • over Dirk Erkelens

  • over Petrus Johannes Kasteleijn


organisaties

  • over Kunst wordt door arbeid verkreegen


plaatsen

  • over Leiden