Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De elite in de verzorgingsstaat (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van De elite in de verzorgingsstaat
Afbeelding van De elite in de verzorgingsstaatToon afbeelding van titelpagina van De elite in de verzorgingsstaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

proefschrift
non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De elite in de verzorgingsstaat

(1962)–P. Thoenes–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina XI]
[p. XI]

Deel I Theoretische kanttekeningen

[pagina 1]
[p. 1]

Inleiding

Die Soziologie entsteht als das wissenschaftliche Selbstbewusstsein der sich als kritische Etappe empfindenden bürgerlichen Gesellschaft. Sie entsteht darum von vornherein als Gegenwartswissenschaft.
H. Freyer

In Nederland heeft de elite als studieobject zich niet in veel aandacht mogen verheugen. Ter Braaks politiek-literaire verhandeling over de Nieuwe Elite is vrijwel de enige originele publikatie, die op belangstelling in die richting wijst. Een late belangstelling overigens, evenals de verwante in Marsmans Tempel en Kruis voornamelijk gevoed door de angst voor het opkomend nationaal-socialistisch getij, dat mèt de door hen au fond weinig bewonderde burgerlijke democratie ook die vrijheden dreigde weg te vagen, die Ter Braak voor het functioneren van de soort intellectuele elite, waarvan hij zelf een voorman was, onontbeerlijk achtte.

Het zou een aparte studie vergen om op te sporen, welke factoren het Nederlandse politieke, sociale en culturele denken verder verre hebben gehouden van dit onderwerp, dat elders toch wel de aandacht had. Voorlopig kan men slechts vermoeden, dat een bepaalde, burgerlijke, egalitair-democratische traditie hierbij ten onzent een remmende rol heeft gespeeld. Het begrip elite ademt iets feodaals, iets van beter zijn dan anderen, iets van een aristocratische pretentie, die in het Nederlandse cultuurpatroon bijna als ongepast wordt ervaren. (Zo al een enkele religieuze sekte een dergelijk elitebesef kon opbrengen, dan kleedde zij dit zo nadrukkelijk in religieus gewaad, dat het zich welhaast aan sociologische analyse onttrok.)

Daarbij komt dat, moraliserende trekjes daargelaten, het Nederlandse wetenschappelijke denken over Staat en Samenleving veelal gekenmerkt was en is door het overheersen van een technisch-descriptief element. In deze sfeer werd het zich verdiepen in elitevraagstukken al snel als onwetenschappelijk, speculatief of, o ernstigste aller verwijten, als politiek gezien.

Zo vertoont ook de huidige Nederlandse sociologie weinig affiniteit tot elitestudies. Op een aanverwant terrein zijn F. Beerling en J.A.A. van Doorn begonnen met studies over het begrip macht, dat, naar blijken zal, gerelateerd is aan eliteproblemen. F. van Heeks studies over standen

[pagina 2]
[p. 2]

en klassen, met de bijbehorende mobiliteitsvragen, hebben zelfs een nog directere verwantschap, maar in geen dezer gevallen heeft deze belangstelling geleid tot een brandpuntvorming in de vorm van een meer vaktechnische verhandeling over elites. Er is dan ook, vergeleken met de situatie in andere landen, sprake van een zekere leemte. De aandacht die vele coryfeeën in de sociale wetenschappen elders reeds aan dit onderwerp hebben gegeven, is zelfs zo overvloedig, dat het bijna van slechte smaak schijnt te getuigen hier nog iets aan toe te willen voegen. Lang vóór er sociologie was hadden Aristoteles en Plato, Morus en Machiavelli, Montesquieu en Rousseau, Hobbes en Hume er het hunne over gezegd.

De sociologie vond het onderwerp dan ook reeds als erfstuk in de wieg, en heeft het, dat moet gezegd worden, gretig aanvaard. Het is al dan niet onder de naam elite een paradepaard bij zeer velen, die wij nu als Grand Old Men zijn gaan zien: Saint-Simon, Comte, Pareto, Spencer, Gumplowicz en Marx. Deze gretigheid was niet helemaal toevallig. Het erfstuk kwam vnl. uit de politiek-wijsgerige hoek en de negentiende-eeuwse sociologen bewogen zich veel meer en veel enthousiaster op het terrein der politieke sociologie, dan vele hunner volgelingen zich in onze dagen wel wensen te realiseren. Onmiskenbaar brengen deze sociologen een nieuw element in de discussie; het is niet meer alleen een politieke elite in een politieke wereld, die hen bezighoudt. Naast de staat komt bij hen de maatschappij met een eigen ontwikkeling, die het oude Aristotelische schema een nieuw relief geeft, met dien verstande dat de studie van de maatschappij niet die der staat vervangt; haar bestudering geeft extra verklarende factoren bij de analyse van de ontwikkeling van de Staat.

Naast dit gemeenschappelijke is er, met name bij de vele - na de hiervoorgenoemde komende - auteurs oneindig veel variatie. Sommige blijven zeer vaag over het begrip, andere definieren het zeer eenzijdig, toegespitst op een speciaal onderwerp.

Verenigt men de meest gangbare opvattingen in een soort inventariserende definitie dan zou men, terugblikkend althans, een omschrijving krijgen als:

Elite is de relatief kleine, eventueel georganiseerde maatschappelijke groep die, legitiem of niet, zeggenschap uitoefent, meent uit te oefenen, of meent te mogen uitoefenen over andere groepen, waarmee zij een veelal politieke of culturele relatie onderhoudt. (Deze, als een soort kleinste gemene veelvoud te beschouwen definitie wordt hier als eerste kennismaking gegeven, maar in het verdere betoog vervangen door een meer selectieve.)

De vaste kern, die alle hiertoe bijgedragen hebbende definities gemeen hebben, is nog wel herkenbaar:

[pagina 3]
[p. 3]

Een relatief kleine groep pretendeert zeggenschap over andere groepen. Hoe verheugend de ontdekking van deze vaste kern ook moge zijn voor allen, die sociologie gezegend zouden willen zien met overal en altijd geldige definities, zij is natuurlijk te algemeen, om in een concrete situatie veel te kunnen onthullen over structuur en functie van een bepaalde elite.

In het eerste deel der onderhavige studie wordt het eliteterrein nog eens in de breedte doorkruist en wordt getracht een bepaald theoretisch apparaat te ontwerpen. In het tweede deel echter wordt een speciale elite, die in de Verzorgingsstaat, nader bezien. Beide delen worden verbonden door één, nog volgende, definitie van elite, een omschrijving die breed genoeg is om de gehele ontwikkeling tot dusver te helpen doorlichten en toch weer voldoende toegespitst om verhelderend te kunnen zijn voor een meer gedetailleerde studie van één geval. Deze dubbele functie heeft bij de opstelling noodgedwongen geleid tot een zekere mate van geven en nemen. Desalniettemin heeft de gekozen hierna volgende definitie een dubbele pretentie. Zij is algemeen genoeg om theoretisch van belang te zijn en gespecialiseerd genoeg om operationele waarde te hebben in een case-study. Hierin steekt met opzet iets programmatisch. De huidige sociologie is vaak doortrokken van een niet reële tegenstelling tussen theorie en practijk. Een diepzinnige maar weltfremde theorie, of een eigentijdse niet diepgravende practijk, daartussen schijnt de socioloog te moeten kiezen. Deze studie is een poging om theorie en actualiteit meer te verenigen. Het eerste deel levert de theoretische apparatuur, om daarmee in het tweede deel te kunnen komen tot de analyse van een actuele situatie.

Maar achter het probleem van de relatie theorie en practijk, dat zo op het eerste gezicht vooral voor de vakgenoot, maar veelal niet voor anderen, interessant zal zijn, gaat in dit geval nog een ander, aan een wijder publiek appelerend, probleem schuil.

West-Europa is er trots op, de bakermat te zijn der ons dierbare politieke democratie. Het begrip is oud, de realiteit, voor zo ver aanwezig, jong. Het is een nog onvolgroeide politieke structuur, die om zorg en aandacht vraagt.

Maar naast deze politieke is er hier een nog jongere nieuwe maatschappijstructuur, met de enigszins oneigenlijke naam Verzorgingsstaat. Beide, de politieke en de maatschappijvorm zijn familie en wonen in één huis.

Een nadere analyse van het karakter van de Verzorgingsstaat, doet vermoeden, dat er de mogelijkheid is van spanningen in het gezinsverband tussen Verzorgingsstaat en democratie. Moet één van de twee de deur uit? Of is er alsnog een mogelijkheid tot vreedzame coëxistentie? Het vraagstuk heeft zeker meer dan alleen sociologische facetten. Maar binnen het sociologisch kader staat in de problematiek het elitebegrip

[pagina 4]
[p. 4]

centraal, het schijnt onmisbaar in de Verzorgingsstaat en moeilijk te realiseren in de democratie. Van de elite is immers een essentieel kenmerk, dat zij zich niet verplicht acht, van haar doen en laten verantwoording af te leggen aan haar feitelijke of verwachte subjecten. Wat te doen?

Als er gekozen moet worden, betreft het goeddeels een morele keuze. Men zal zich uit moeten spreken voor bepaalde waarden: welvaart, veiligheid, verantwoordelijkheid, vrijheid. De socioloog, die de lezer op deze keuze attent maakt, levert meer dan een technische analyse. Hij stuwt hem naar een politieke stellingname in de ruimste zin des woords. Hij loopt in Ter Braaks voetsporen, maar in tegengestelde richting. Hij keert terug naar Domineesland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken