Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 269]
[p. 269]

Zestiende hoofdstuk.
(Dat wij onze nooden aan Christus moeten blootleggen en Zijn genade daarvoor afsmeeken.)

1. O, allerzoetste en allerbemindste Heer, Dien ik nu vromelijk begeer, om tot mij te nemen, Gij weet mijn zwakheid en den nood, die mij benauwt, hoezeer ik ternederlig in het kwade en in mijn ondeugden, hoe dikwijls ik mij bezwaard voel en beproefd, heelemaal in de war gebracht en bezoedeld. Tot U kom ik om een redmiddel, troost en verlichting smeek ik van U af. Ik spreek tot Hem, Die alles weet, Hem, voor Wien mijn binnenste geheel openligt en Die alleen in staat is, mij in-allen-deele te troosten en te helpen. Gij voelt, waarin ik vooral te kort schiet, meer nog dan anderen, en aan welke deugden ik arm ben.

2. Zie, ik sta vóór U, arm en naakt, en eisch Uwe genade en smeek om Uw barmhartigheid. Verkwik Uw bedelaar, hij heeft honger, steek mijn koelheid in brand met het vuur Uwer liefde en maak mijn blindheid licht met de klaarheid van Uw aanschijn. Maak al het aardsche tot iets bitters voor mij; doe mij dragen met geduld alles wat mij bezwaart en tegen mij ingaat, leer mij, al het lage en geschapene verachten en vergeten. Hef mijn hart omhoog tot U in den Hemel, en laat mij niet langer zwerven over de aarde. Wees Gij mijne zoetheid van nu tot in der eeuwigheid, omdat Gij alleen mijn spijs en drank zijt, mijn liefde en mijn vreugd, Gij alleen mijn zoetheid en het eenige Goede wat ik bezit.

3. O, mocht Gij mij willen ontvlammen, geheel en al, door Uw tegenwoordigheid, mocht Gij mij willen verbranden, en, zoo, veranderen in U-zelf, zoodat ik,

[pagina 270]
[p. 270]

samen met U één geest werd, door de genade der innerlijke vereeniging, vloeibaar gemaakt door Uw brandende Liefde! Gedoog niet dat ik nuchter en dor voor U wegwijk', maar doe barmhartiglijk met mij, zooals Gij reeds dikwijls hebt gedaan, wonderbaarlijk met Uw heiligen. Wat wonder zou het zijn, als ik, door U in brand gestoken, mijzelf ging verliezen: daar Gij toch zijt het vuur dat altijd brandt en nimmer uitdooft, de Liefde, Gij, waardoor ons hart gezuiverd wordt en ons verstand verlicht?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken