Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 680]
[p. 680]

Zeven en dertigste hoofdstuk
Bij de Spelonk.

Eén uur is verloopen.

Binnen de muren van het vervallen Roode Klooster is alles rustig.

Geen het minste gerucht verraadt nog de aanwezigheid van eenig levend wezen.

Verder het woud in, echter, heerscht leven. Een troep ruiters reeds op vurige paarden voorbij.

Het waren woeste, verharde kerels, wier zonderlinge kleeding, bij het wiegelend schijnsel der fakkels, een zonderlingen doch schilderachtigen indruk maakte.

Zij waren van kop tot teen gewapend.

In hun gordel glinsterde een dolk en, aan een schouderriem droeg elk van hen een lang krom zwaard.

[pagina 681]
[p. 681]


illustratie
Allen vooruit! blz, 682


[pagina 682]
[p. 682]

Snel als de wervelwind joegen de reuzengestalten door het bosch, hun vurige rossen steeds met gedempt roepen aansporend tot nog grooter haast.

Voorop reed een groot man met statige houding.

Hadde men hem van meer dichtbij en in min onstuimige vaart kunnen gadeslaan, dan zoo men bemerkt hebben dat hij van meer dan gewone schoonheid was.

Dat erkende men nu ook aan zijne statige houding, aan zijne krachtige gestalte, aan zijn scherp afgeteekende gelaatstrekken die bij het fakkellicht hel afstaken tegen de donkere omgeving.

Zijn weelderig donker haar hing in golvende lokken tot op zijne breede schouders, en een volle baard omkranste zijn bleek voornaam gelaat, en zijne vurig schitterende oogen verraadden geestkracht en trotsche hooghartigheid.

Zooals hij zich thans met losse bevalligheid op zijn vurig ros omkeerde tot de hem volgende troep, die hij met zijn scherpen adelaarsblik overzag, om dan zijn lang gerekt ‘voorwaarts’ te doen weerklinken, was het hem aan te zien dat hij tot gebieden geboren was.

Zijn uitroep werkte als een tooverwoord.

De reuzengestalten op de paarden richten zich hooger op, de scherpe sporen drongen in de lenden der paarden en nu vlogen de dieren in woeste vaart verder.

Hunne hoeven schenen nauwelijks den met mos bedekten bodem aan te raken.

Brieschend snoven zij de vochtige nachtlucht op, en de donkere haren der ruiters waaiden omhoog in hun wilden rit.

Aallen vooruit, stormde de aanvoerder, de graaf van Oudburg.

Plotseling sprong zijn forsige hengst ter zijde.

Een min geoefend ruiter dan degene, die de aanvoerder dezer stormende bende scheen, zou uit den zadel zijn geworpen, doch de graaf zat onwrikbaar in den zadel.

Hij scheen met zijn dier saâmgegroeid.

- Voor den duivel, riep hij, wat overkomt u?

Die vraag richtte hij tot zijn rijdier, en terzelfdertijd poogde hij het paard meer in den weg te brengen.

Vergeefsche pogingen nochtans.

Verwonderd hadden de mannen van zijn gevolg reeds ook hunne paarden tot staan gebracht.

Zij naderden stapvoets hunnen aanvoerder.

[pagina 683]
[p. 683]

- Daar ligt iets midden in den weg, zei één uit de voorste rijen.

- Wat is het, Koenraad? vroeg van Oudburg.

Degeen, die met den naam van Koenraad werd aangesproken, was een man van midden in de veertig, blond van haar en baard, in tegenstrijd met al de andere mannen van het gezelschap.

Bij de vraag van den aanvoerder sprong hij vlug uit den zadel, en nu bukte hij zich over het voorwerp, dat het paard van den schoonen graaf van Oudburg had doen schrikken.

- 't Is een groote zak, zei hij, het voorwerp met verwondering betastend.

Een zacht gekerm trof het oor der omstanders.

- Er bevindt zich een levend wezen in dezen zak, zei Koeraad, en, haastig zijn dolk trekkend, sneed hij den zak los.

Een borstelig, dik, breed hoofd kwam onmiddellijk te voorschijn.

Een schaterlachen weerklonk.

- Een fakkel hier! riep Koenraad.

De graaf van Oudburg was inmiddels insgelijks van zijn paard gesprongen.

Bij het schijnsel der aangereikte fakkel kon men nu den persoon uit den zak nauwkeurig openen.

Onze lezers hebben dien persoon reeds herkend.

't Was inderdaad Heinke Bult.

- Wat beteekent dat? bromde de aanvoerder. Wat voert gij hier uit?

Men bemerkte thans eerst dat Heinke aan handen en voeten gebonden was.

Het gelaat van den aanvoerder helderde op.

Een oogenblik had hij gedacht dat hem eene hinderlaag gespannen was. Iemand, die aan handen en voeten geboeid was, kon hem echter weinig schadelijk zijn.

- Neemt hem mede. 't Is een ongelukkige, die wellicht door baanstroopers werd aangerand. Hij is onze gast en bijgevolg onder onze hoede.

Voorwaarts!

Vlug sprong hij weder in den zadel.

- Voorwaarts! gebood hij, en voort ging het in wilden galop.

De graaf van Oudburg had zijn paard met eene vlugge bewe-

[pagina 684]
[p. 684]

ging in den weg teruggebracht en, zonder zich verder om de anderen te bekommeren, stormde hij vooruit.

Geholpen door één der mannen had Koenraad het bultenaarken opgetild.

Hij plaatste Heinke vóór zich op het paard, en zonder anrdere stoornis ging de dolle jacht thans verder door den stormachtigen nacht.

Heinke kwam langzamerhand tot het besef van zijnen toestand terug.

Van het oogenblik dat hij vóór den kloostermuur werd aangerand, had hij het bewustzijn verloren.

Wat was met hem gebeurd?

Wie waren de vreemde kerels die hem omringden? Hoe was hij in hun midden gekomen?

Hij wist niet hoe die kerels hem van een zekeren dood gered hadden!

Hoe zijn aanvaller hem hier, midden op den eenzame boschweg, had gelegd op het oogenblik dat hij de troep ruiters in dolle vaart hoorde komen aangerend, vast met de duivelachtige hoop zijn slachtoffer onder de hoeven der aanhollende paarden te zien verpletteren!

Heinke kende dus het gevaar niet waaraan hij ontsnapt was, en hij jammerde thans alleen maar over het lot dat hem beschoren was.

Deze troep, inderdaad, kon niets anders zijn dan eene bende der beruchte moordenaars welke men zegde in de onderaarsche gangen van het Roode Klooster verscholen te zijn.

Eindelijk schenen de ruiters het doel van hunnen tocht te hebben bereikt.

Dit doel was de vlakte waarheen wij den lezer reeds eenmaal voerden, namelijk in den nacht dat de jonge ridder van Colmar er Etna van een gewissen dood redde uit de handen van den valschen kluizenaar.

De troep ruiters maakte halt en de manschappen stegen af.

De jonge aanvoerder verdween in de spelonk, welke in den rotswand was uitgehouwen.

Ook Koenraad was afgestegen, en had Heinke Bult insgelijks van het paard geholpen.

- Vrees niets, had hij hem in 't oor gefluisterd, er zal u niets onaangenaams overkomen.

[pagina 685]
[p. 685]

- Wat wil men van mij? vroeg Heinke, waarom word ik weggevoerd?

Het bultenaarken dacht niet anders of men had het met dien nachtelijken tocht alleen op hem gemunt!

- Wij zullen naderhand gelegenheid tot spreken hebben, zei Koenraad, volg mij thans in de bergkloof.

De vreemde ruiter had zijn paard bij den toom genomen en trok het achter zich voort, terwijl Heinke Bult aan zijne zijde voortstapte.

Door eene zeer smalle kloof, in den bergwand drong, hij in eene soort van natuurlijke vesting, langs alle zijden door de hooge kanten der rotsblokken ingesloten.

Al de ruiters drongen beurtelings in deze omheinde plaats,

Een fantastisch schouwspel ontrolde zich thans weldra voor het oog, een beeld van het typieke zwerversleven.

Spoedig flikkerden alom heldere legervuren, wier flammen kronkelend ten Hemel stegen en de rotswanden in zee van licht deden baden.

Rondom, in den bergwand. zag men ingangen van verschillende holen die eer aan schuilplaatsen van dieren dan van menschen geleken. En nochtans hadden de vreemdelingen hier hunne woonplaatsen.

Vreemdelingen waren het inderdaad, die hooge donkere gestalten, met hun wasgele gelaatskleur en hunne ravenzwarte glimmende haren.

't Waren Zigeuners.

In één van de spelonken trad Koenraad.

Hij wenkte Heinke dat hij hem volgen zou.

In eenen hoek lag een bed van bladeren en mos.

Eene soort van lage steenen tafel stond tegen den wand.

Koenraad wierp zijn breedgeranden hoed op de tafel, ontgespte zijn zwaard en sloeg tweemaal met deszelfs handvatsel op het tafelblad.

Bijna op hetzelfde oogenblik trad één der Zigeuners in het hol.

- Als er, zoo sprak hem Koenraad toe, breng ons eene kruik sterken wijn en zorg dat wij niet gestoord worden.

[pagina 686]
[p. 686]

- Hoelang moet ik hier blijven? vroeg Heinke.

- Zoolang de meester dat voor zijne eigene veiligheid of voor 't bewerken zijner plannen zal noodig oordeelen.

- Maar...... stotterde Heinke, die juist op middelen bedacht was om zoo spoedig mogelijk Roze Kate te vervoegen, dan zou ik hier moeten blijven zoolang..........

- Ja, zoo lang als het den meester believen zal.

Heinke zuchtte. Hij had echter in zijn leven gelegenheden genoeg gehad om geleerd te hebben van den nood eene deugd te maken.

Hij besloot kalm af te wachten wat er verder zou voorvallen, en liet zich den wijn duchtig smaken, dien den Zigeunerknaap middelerwijl had binnen gebracht.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken