Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 800]
[p. 800]

Zeven-en-vijftigste hoofdstuk
Laatste Voorzorgen

De dikke hospes zette de smokende kaars op de witgeschuurde tafel, wenschte den provoost een gerusten nacht, en stond gereed de kamer te verlaten toen Evert Doelen hem teeken deed, dat hij hem nog iets te zeggen had.

De waard zette zich op een der twee stoelen die in de kamer stonden, terwijl Evert Doelen zich op den anderen zakken liet.

- Wat is er nog van uwen dienst? vroeg de waard, een weinig onthutst

- wij hebben samen te kouten, mijn waarde vriend.

- Tot uwen dienst provoost, wat verlangt gij?

- Verwacht gij nog volk dezen avond?

- Volk? Neen, zei de hospes, meer en meer verbaasd.

- Pst, spreek wat stiller kameraad, ge zoudt onzen vriend Fartner kunnen stooren, lachte de provoost.

De waard keek hem steeds gapend aan.

[pagina 801]
[p. 801]

- Dan zult gij er wel geen bezwaar in zien, zoo ging Evert na een poosje voort, dat de afspaning gesloten worde.

- Geen het minste. Gewoonlijk zijn wij reeds van negen ure te bed.

- Goed. Hoeveel deuren zijn er aan uw huis die op straat uitgeven?

- Twee.

- En op de binnenplaats?

- Ook twee.

- En van de binnenplaats naar het veld?

- Eene enkele.

- En langs den hof!

- De hof ligt rondom in muren en heeft maar een enkelen ingang die op den binnenhof geeft.

- Perfekt zoo, zei de provoost, dat maakt nu te samen vijf deuren.

- Juist vijf deuren.

- Ga nu die vijf deuren sluiten.

- Ik doe dat iederen avond.

- Ik zeg niet neen, maar onderbreek mij als 't u belieft nu niet. Ga en sluit de deuren, en breng mij daarna de vijf sleutels.

- Vijf.......

- Ja, vijf sleutels die ge mij met een stukje koord aaneen binden zult.

- Wat wilt gij toch in Godsnaam met die sleutels aanvangen?

- Man, ge zijt nieuwsgierig, zei de provoost. Ik echter ben een goede kerel en daarom wil ik u wel zeggen, dat ik veel geruster slapen zal als ik dien sleutelbos onder mijn hoofdkussen weet. Ga nu, want ik begin vaak te krijgen.

- Gij zijt een man, die aan alles denkt! zei de waard vol bewondering, en hij verwijderde zich om de verlangde sleutels te halen.

Vijf minuten later lagen ze onder het hoofdkussen van den provoost, die nu den waard liet gaan en zich begon uit te kleeden.

Hij legde zijn uniform op een stoel vlak naast het bed, en boven erop zijn sabel en zijne twee pistolen.

Een kwart uurs later ronkte hij als een windmolen!

Julie had zich de korte afwezigheid haars vaders ten nutte gemaakt om aan de drie andere gendarmen insgelijks een paar flesschen brandewijn te overhandigen, die zij met gretige dankbaarheid aanvaard hadden.

[pagina 802]
[p. 802]

Daarna had het meisje haar kamerken opgezocht en begon nu over den toestand na te denken.

Haar hart klopte zoo geweldig als ware hare eigene veiligheid in gevaar geweest.

Zij had beloofd rond middernacht de sleutel der voordeur aan den gevangene te geven en nu had de provoost de sleutels geeischt.

Wat zou zij thans aan den gevangene zeggen?

Hoe langer zij peinsde, hoe meer zij overtuigd werd dat aan vluchten niet moest gedacht worden.

De provoost had gezegd dat hij in zijn slaap een muisken hoorde loopen. Het minste gerucht zou dus alles verraden en den gevangene aan gevaren blootstellen.

In elk geval, moest hij verwittigd worden.

Zij zou dus op het afgesprokene uur naar zijne kamer gaan, hem zeggen wat er omging en hem alzoo tegen al het gebeurlijke op zijne hoede stellen.

Met ongeduld wachtte zij het uur af dat met Koenraad overeengekomen was.

Deze laatste had insgelijks moeite zijn ongeduld te bedwingen en gansch gekleed was hij op het bed blijven zitten, afwachtende wat komen zou.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken