Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anna-Marie (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anna-Marie
Afbeelding van Anna-MarieToon afbeelding van titelpagina van Anna-Marie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

ebook (3.86 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anna-Marie

(1922)–Felix Timmermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Mijnheer Pirroen en Jonkvrouwe Césarinne van Sint-Jan.

De notaris, mijnheer Pirroen, woonde op de Quater-temperplaats in een groot geel huis met plat zinken dak, met op de vier hoeken een steenen vaas.

In 't midden van het klein-gekasseide pleintje zuilde er een arduinen pomp, waarboven een vergulden Sint-Joris glansde in de zon.

Mijnheer Pirroen was altijd te zien, in zon en regen, met een witten zijden hoogen hoed op, een pruimpurpelen frak aan, en met een wandelstok waarvan de kruk de horen van een geit was.

Het viel soms wel eens voor dat hij bij wintertijd, als het in zijn smaak viel, dan nog een groenen overfrak droeg met drie manteltjes aan.

Kort en vierkantig als een doos was hij gebouwd, de kop direkt op de schouders, zonder hals; de breede kin, waarnevens harde, platte bakkebaardjes stekelden ingetrokken, als een stier gereed om te stooten.

Pirroen had groene oogen.

Zei men: ‘'t Is goed weer vandaag,’ dan snauwde hij terug: ‘Dat weet ik ook.’

Donderde het dat het daverde, dan stond hij smorend aan zijn lange pijp, in de deur naar den hemel te zien.

Hij hield veel van blaaskensregen en mistlucht, om er kunnen door te wandelen liet hij zijn dringendste akten liggen.

Hij smoorde veel pijpen van den morgend tot den avond; hij werkte er met twee, terwijl hij de eene smoorde stopte hij de andere.

Als hij op reis ging nam hij altijd twee pijpen mee, die hij om niet te breken in de mouw van zijn frak stak.

Eens ging hij naar de liefdadige tombola: ‘Geef en Zwijg’. Elk lot kostte een frank.

‘Geef mij drijduizend loten,’ zei Pirroen.

[pagina 6]
[p. 6]

‘Wat belieft?’ vroeg de Juffrouw, verschietend van het getal.

‘Geef mij éen lot,’ zei Pirroen.

Hij beweerde dat de ziel in den buik zit. ‘Triestige menschen hebben altijd piepende en slappe buiken,’ en kon uren achtereen diskuteeren, en als men hem dan op 't laatst gelijk gaf, zooals apotheker Snip, dan zei Pirroen: ‘Neen ik heb geen gelijk, 't zijt gij die gelijk hebt.’

Na den noen sliep hij altijd een half uurken in zijn bibliotheekkamer; 's zomers ging hij dat naar de kerk doen, omdat daar geen vliegen waren.

Hij deed veel goed in stilte, maar wie hem kwam bedanken vloog met een vloek en een bevenden vinger de deur uit.

Pirroen droeg winter en zomer, 's werkendaags, bij feest en bij processie, dezelfde purpelen frak. De vader van Livinus moest zoo alle jaren een purpelen frak en vier broeken van verschillende kleur maken.

Hij had ook een zwart kostuum, dat hij nog nooit had aangedaan, en dat slechts zou dienen om begraven te worden....

Bijna alle dagen, 't was raar als 't niet gebeurde, trok mijnheer Pirroen om halfzeven 's avonds naar het huizeken waar Jonkvrouwe Césarinne van Sint-Jan in woonde.

Zij was voor Pirroen de kleur en de honing van zijn dagen. In dit witte huis met zijn rond deurken en hooge stoeptrap, hong met de geur van appelen die er altijd waren, de geur van zijn stille liefde.

Césarinne was van edel bloed, geboren op de heerlijkheid ‘Den Eenhoren’ onder Grobbendonck; zij had in een zilveren wieg met Venetiaansche kant gelegen, maar haar vader had zijn vermogen in slechte fondsen gestoken.

Toen zij achtentwintig jaar was brak de langverwachte ramp over haren naam en hare familie in gruizelementen los; haar vader stierf en alles moest openbaar verkocht worden om de schulden te dekken.

Het was Mijnheer Pirroen die met dezen grooten verkoop zijn notarisambt inluidde.

[pagina 7]
[p. 7]

Als hij haar in 't sterfhuis ontmoette kreeg hij een bots van liefde; hij zelf kocht al de goederen op, en na afloop kwam hij tot bij haar, en bood haar al de eigendommen terug aan, mits zij met hem wou trouwen.

‘Ik kan aan mijn stand niet verzaken,’ zei ze tusschen haar kleine tanden.

‘Ik kan wachten,’ zei Pirroen.

En hij wachtte geduldig als een tieger.

Ondertusschen verkocht hij ‘den Eenhoren’ met inboedel, aan zijn vriend van Egmont - ter vijf Fonteynen, uit het Blauwe Huis, op éene voorwaarde, dat het landgoed met de meubelen, terug aan Pirroen kwam als hij met Césarinne trouwde, maar zijn vriend kon er niet lang van genieten, daar hij als gezant naar Italië moest gaan wonen en verplicht was het beheer aan zijn twee zusters over te laten.

Vele jaren waren nu voorbij, en nog altijd bleef hij haar in zijne liefde dragen.

Het huis waar zij inwoonde was een huis van hem; doch om haar niet te kneuzen in haar eer, liet hij haar de huishuur betalen.

Césarinne vond maandelijks de te betalen som, geen duit min of meer, geheimzinnig onder haar deur geschoven en zij vermoedde dat het geld van Pirroen kwam. Eens dat zij hem het geld per sé wou terug geven, nam hij het vast en wierp het in het brandend vuur.

Geregeld bracht de een of de andere boer, volgens het seizoen, haar een korfken aardbeziën, kersen, peren, appelen, pruimen en okkernoten, tot zelfs een kasken druiven gelegen in de wat.

En als Césarinne dan vroeg: ‘Wie heeft dat laten brengen?’ dan zeiden al die mannen altijd 't zelfde: ‘Sint Niklaas’....

Dagelijks om half zeven, als hij gegeten had, ging hij er naartoe; hij smoorde er dan eenige pijpen, zij dubten samen over een schaakbord, of terwijl zij brodeerde voor de deftige families der stad, las hij haar ‘De Nieuwe Lantaren van Antwerpen’ voor.

[pagina 8]
[p. 8]

Hij beminde haar nog altijd, zoo waterfrisch als twintig jaar geleden, maar hij zou het haar nooit meer vragen, dat moest nu maar van zelf komen.

Césarinne had een trotsch en edel voorkomen met haar ronde oogen, den gebogen neus en de cartouche krullen nevens hare afhangende kaken, en doordat zij sprak zonder de tanden van een te doen.

Men zag het dat zij vroeger veel verdriet had gehad. Die geweldige vernedering was voor haar een doornen kleed geweest.

Zij, die eens in een zilveren wieg had gelegen, woonde nu in een klein maar proper huizeken; ze moest zelf haar bed opmaken, tellooren afwasschen, schuren en zand strooien en de patatten schellen.

Doch zij was heel devoot en probeerde haar verdriet met den troost van het geloof te vergulden; en stillekensaan kreeg dit zwijgzaam leven ook al zijn aantrekkelijkheid, en bloosden er aangename uren in 't gewelf van haar leven.

En nooit had ze spijt gehad over de huwelijksweigering en nog niet; ze zou nog hetzelfde doen; de afstand tusschen haar en hem was te groot, ze hield meer van een kleurig wapen boven haar naam dan van al de goederen der aarde.

Ze wist dat Pirroen haar nog altijd beminde; zijn voortdurende liefde, die hij door heel zijn gedoe liet blijken, was als een ver muziek waar ze gaarne naar luisterde, maar zij was geërgerd, hard gekrenkt, omdat hij zoo koppig bleef van het haar niet meer te vragen.

Daar kost ze soms uren op wakker liggen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken