Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ik zag Cecilia komen (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ik zag Cecilia komen
Afbeelding van Ik zag Cecilia komenToon afbeelding van titelpagina van Ik zag Cecilia komen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ik zag Cecilia komen

(1938)–Felix Timmermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

VIII

De dag streelt mij langzaam uit den slaap.

Ik durf mijne oogen niet open doen, want als ik wakker word zal ik een ander mensch zijn.

Mijn hart verzet zich. Mijne liefde voor u, Roelinde, wil over de schoonste en wonderste gebeurtenissen triomfeeren...

Daar blinkt de witte bloementak in een waterkaraf, en plots als een geur, die over mij neervalt, herbeleef ik de ontmoeting met Cecilia aan den waterplas.

Ik sta verdronken in haren zachten blik, die tot in 't diepste van mijn wezen dringt.

Tot in den wortel van mijn ziel.

God, wat een afgrond ben ik!

Gisteren was ik nog een kind dat huppelde op de trappen van den dageraad, en de kleu-

[pagina 27]
[p. 27]

rigste woorden plukte om mijn liefde te versieren.

Mijne vreugde blonk als een doorgesneden vrucht.

Nu ben ik angstig voor mezelf.

Ik sta in een groot stil bosch.

Roelinde! Roelinde!

Uw naam klinkt als een horen in de open verte. Ik ijl naar u toe. Uwe oogen zijn de klare rivieren waarop de lente door mijn hart gedreven komt. Zij zijn een zondag...

En toch en toch waarom zijn ze niet zoo stil en diep als d'oogen van Cecilia, die mij bedwelmen als een zomernacht?

Of is dit soms het werk van den avondschemer, die de zieke zieker maakt, en alles verinnigt en verdroomt?

Komt het omdat ik zoolang van u verwijderd ben en mijn hart schoone aandoeningen noodig heeft? God! bevrijd me van dien zoeten twijfel!

Laat mij beschaamd worden dat ik mijn hart zoo los gelaten heb.

Ik moet mij overtuigen! ik moet Cecilia zien in 't nuchter licht van den dag. Dan zal mijn kwelling over zijn.

[pagina 28]
[p. 28]

Zal ik haar de bloemen, die zij verloren heeft, terug gaan brengen?... Cecilia droeg die bloemen als een licht in de processie... Zij zelf was een licht in de donkerte van het bosch...

Ik scheur mij angstig uit die mijmering los en vlucht naar beneden. Ik mag niet alleen zijn.

Terwijl ik wat eten neem, begint de boerin alsof er geen nacht is tusschen geweest, opnieuw over het verdriet van het Everzwijn te vertellen. Zij staat in den haard en roert in den ketel. Zij vertelt hoe eenzaam hij daar woont maar volop in de bloemen. Zij legt mij duidelijk uit, alsof ik ernaar gevraagd heb, waar hij ergens woont, en als ze den ketel hijgend naar achter draagt roept ze: - Ge moet er eens naartoe gaan, 't is een schoon wandeling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken