Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de Nederlandse taal (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de Nederlandse taal
Afbeelding van Geschiedenis van de Nederlandse taalToon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de Nederlandse taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.13 MB)

ebook (3.87 MB)

XML (3.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de Nederlandse taal

(1997)–J.M. van der Horst, J.A. van Leuvensteijn, W. Pijnenburg, M.C. van den Toorn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

1. Inleiding
door J.A. van Leuvensteijn, W.J.J. Pijnenburg en M.C. van den Toorn

1.1. Taal en taalgemeenschap

De ontwikkeling tot de sterk gereglementeerde Algemeen Nederlandse schrijftaal en de veel minder gereglementeerde Algemeen Nederlandse spreektaal van nu is onlosmakelijk verbonden met de ontstaansgeschiedenis van een Nederlandse staat en het Nederlandse volk uit stammen die zich na de volksverhuizing in de Lage Landen metterwoon vestigden. Het Nederlands in België sluit zich in belangrijke mate aan bij de noordelijke prestigevarianten, zonder hierbij de invloed van het dialectisch substraat geheel uit te wissen. De loop der geschiedenis op politiek, religieus, cultureel en sociaal-economisch terrein heeft hiertoe geleid.

De beschrijving van de meest relevante zaken voor de ontwikkeling van het gebruik van de dialecten en het ontstaan en de functie-uitbreiding van de standaardtaal behoort tot de externe taalgeschiedenis. In de hierna volgende paragraaf worden de hoofdlijnen van de politieke en sociaal-economische geschiedenis, alsmede die van de kerk- en cultuurgeschiedenis in hun vervlochtenheid aan de orde gesteld.

 

Bevolkingsgroepen - of het nu stammen, stadsbevolkingen, sociale klassen of een volk betreft - zijn geen statische entiteiten. Er zijn altijd contacten van individuen met mensen uit andere stammen, uit andere steden of dorpen, uit andere volkeren. Dat kan op individueel niveau leiden tot interferentie van taalsystemen, uitmondend in verandering van taalgebruik bij deze bevolkingsgroep. Dit is nog niet zo zeer het geval als mensen van andere herkomst in een autochtone bevolkingsgroep worden opgenomen. Zij integreren. De taalverandering wordt vooral veroorzaakt wanneer leden van een bevolkingsgroep door regelmatige contacten met andere groepen nieuwe taalverschijnselen introduceren en de toonaangevenden in de groep deze overnemen. Deze personen worden namelijk nagevolgd.

De mens is niet alleen in staat zich het taalsysteem en een groot deel van de woordenschat van zijn moedertaal eigen te maken, maar hij kan zijn vocabulaire in principe ongelimiteerd uitbreiden en door vertrouwdheid met andere talen of dialecten bewust of onbewust onderdelen van andere grammatica's in die van zijn moedertaal integreren. Gezien vanuit dit perspectief is elke taal en elke taalva-

[pagina 20]
[p. 20]

riëteit historisch bepaald en in die zin traditioneel, maar geenszins statisch.

Bij het beschrijven van de ontwikkeling tot een standaardtaal onderscheidt men gewoonlijk vier fasen: selectie uit de voorhanden dialectische varianten, codificering van de grammaticale en lexicale voorkeuren respectievelijk in spraakkunsten en woordenboeken, functie-uitbreiding van de prestigevariant tot terreinen van taalgebruik die eerst voorbehouden waren aan dialecten en ten slotte acceptatie door de taalgemeenschap. Dit proces zou volkomen natuurlijk kunnen verlopen. De werkelijkheid met betrekking tot het Nederlands is echter anders: vanaf de tweede helft van de 16e eeuw beijveren taalkundigen zich om een zodanige prestigevariant te ontwikkelen dat zij met glans de vergelijking met de klassieke talen en vooral met het Latijn kan doorstaan. De aandacht richt zich daarbij op de schrijftaal.

In de beginperiode geeft men hoog op van de kwaliteiten van de volkstaal ten opzichte van het Latijn, de taal van kerk en wetenschap. Door vervolgens hard te werken aan de lexicale zuivering en de grammaticale opbouw ontstond een nieuwe, bovengewestelijke variëteit van het Nederlands. Om een beeld te kunnen schetsen van dit standaardiseringsproces zullen we in 1.3. achtereenvolgens de hoofdlijnen in de ontwikkeling van de spelling en de verschillende deelgebieden van de taalkunde bespreken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken