Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
CL geestlyke gezangen (1766)

Informatie terzijde

Titelpagina van CL geestlyke gezangen
Afbeelding van CL geestlyke gezangenToon afbeelding van titelpagina van CL geestlyke gezangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (82.62 MB)

Scans (60.07 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

CL geestlyke gezangen

(1766)–Abdias Velingius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VIII. Van Gods Woord en de Christelyke Kerke.

A Van de Heilige Schrift

XCIV Lied.
Voize Psalm LXXVII.

 
1 G' hebt ons niet voor niet gegeven
 
Woorden van het Eeuwig leven, In den
 


illustratie

[pagina 570]
[p. 570]
 
Bibel, daar Uw Kerk Vind den regel van
 
haar werk, Maar Gy wildet ons geneezen,
 
En door hooren en door lezen, Als de
 
ziel schier was versmacht Door der zonde
 
groote magt.
 
2 Maar helaas! aan duizend oorden Heeft
 
men van die levenswoorden (Wyl men
 
volgt, 't geen 't vleesch gebiet) Enkel afkeer
 
en verdriet: Daar wil 't schemerlicht der
 
oogen 't Naarstig lezen niet gedoogen;
 


illustratie

[pagina 571]
[p. 571]
 
Ginsch hoort niemand, schoon Gy klopt,
 
Wyl hun' ooren zyn verstopt.
 
3 En, door die verkeerde wegen, Heeft
 
de Ziele-spys geen zegen, Wyl zy zelden
 
in 't gemoed Ingang vind, en dus niet
 
voed: 't Zaad valt deels in doorne hagen
 
En kan dus geen vruchten dragen, Deels
 
wordt het, zoo ras als 't groeit, Door den
 
satan uitgeroeit.
 
4 Toon ons, Heer! Uw mededoogen,
 


illustratie

[pagina 572]
[p. 572]
 
Stuit den duivel in zyn poogen; Nooit
 
ontruk hy ons het zaad Schoon hy daar
 
gereed toe staat. Ai, vergeef! dat ons de
 
zonden Dikwerf meer aan zich verbonden,
 
Dan Uw woord en hooge wet, Die G'aan
 
ons ten richtsnoer zet.
 
5 Wil ons nieuwe harten geven, Dat w'
 
ons heil niet zelf weerstreven, Maar, in
 
't Godlyk woord alleen, Zoeken onze
 
Zaligheen. Laat in 't lezen en in 't hoo-
 


illustratie

[pagina 573]
[p. 573]
 
ren, 't Zondig vleesch ons nimmer stoo-
 
ren: Trek U onze zwakheid aan: Laat Uw
 
Woord in ons bestaan.
 
6 Wil ons onverstand verlichten: Doe de
 
slaafsche vreeze zwichten, Als de wil
 
wordt aangespoord, Om te wandlen naar
 
Uw woord. Dat wy naar Uw welbeha-
 
gen, Ons in al ons doen gedragen: Laat
 
het goede Zaad, o Heer! Vruchten dragen
 
U ter eer.
 


illustratie

[pagina 574]
[p. 574]
 
7 Dat wy nimmer mogen letten Op ver-
 
keerde menschen wetten: Nooit naar zul-
 
ke boeken gaan, Die de waarheid tegen-
 
staan; Maar dat wy, met yver, zoeken
 
Naar die Goddelyke boeken, Waar in Va-
 
der Geest en Zoon Wyst den weg naar
 
's Hemels troon.
 
8 Nu, wy zuchten, bidden, schryën:
 
Vader wil niet van ons scheyen, Dat wy,
 
Heer van nu voortaan Nooit 't gepredikt
 


illustratie

[pagina 575]
[p. 575]
 
woord versmâan: Laat ons Uwe wetten
 
lezen, Als het Zonlicht komt gereezen;
 
En eer wy ter ruste gaan, Zien, of wy de
 
Schrift verstaan?
 


illustratie

B Van de Christelyke Kerke.

XCV Lied.
Voize Psalm LXVI.

 
1 'k Zal Uwen lof alom doen hooren,
 
Om dat G' U zelv o Zalig Heer. Op aard'
 
een Kerk hebt uitverkooren, Uw Godde-
 


illustratie

[pagina 576]
[p. 576]
 
lyken Naam ter eer, Waar in een schaare
 
word gevonden Vereend door waare hei-
 
ligheid, Aan wie vergeeving harer Zon-
 
den, In Jesus zoenbloed is bereid.
 
2 Gy noodigt ook noch alle dagen, En
 
roept, dat elk voor U verschyn'; Men hoort
 
U onophoudlyk klagen: Zal dan myn huis
 
steets leedig zyn? Des zend G' Uw booden
 
op de straaten, Die roepen ieder tot den
 
disch, Gy wilt zelfs dien niet achter laaten,
 


illustratie

[pagina 577]
[p. 577]
 
Die blind, of lam of kreupel is.
 
3 Gy God hebt U, uit veele tongen Der
 
Volken, eene Kerk gesticht, Waar in Uw
 
lof word opgezongen, En alles U ter eer
 
verricht: Een Kerk, wier Leden Christus
 
achten En dienen, als hun Vorst en Hoofd,
 
En in gemeenschap steeds betrachten, 't Geen
 
ieder Christen recht gelooft.
 
4 Die op hun werk zich niet verlaaten,
 
Wyl toch geen mensch is zonder schuld,
 


illustratie

[pagina 578]
[p. 578]
 
Want doet hy goed, 't zal hem niet baaten,
 
Hy heeft alleen zyn plicht vervuld. Wy
 
moeten in geloov' ontvangen, 't Geen Chris-
 
tus voor ons heeft bereid: Wy moeten door
 
geloov erlangen Der zielen heil en za-
 
ligheid.
 
5 Ai heilig ons in 't nieuwe leven! Laat ons
 
op 's Heeren wegen gaan, Dat wy steeds
 
naar het goede streeven En booze lusten
 
tegenstaan! Ai! wil die rimpelen en vlekken,
 


illustratie

[pagina 579]
[p. 579]
 
Dat zondig vuil, dat aan ons kleeft, Door
 
die gerechtigheid bedekken, Die Christus
 
ons genadig geeft.
 
6 Bewerk ons, dat wy recht gelooven
 
Tot onzen laatsten levensstond. Niets moet
 
ons ooit Uw woord ontrooven, Noch ook
 
de Zegels van 't Verbond! Vervul de Zie-
 
len Uwer Kindren Met Uw genad' en
 
broeder min: Laat nooit hun rust en
 
vreugd vermindren: Maak 's eensgezind
 


illustratie

[pagina 580]
[p. 580]
 
van hart en zin!
 


illustratie

C. Bidlied om behoudinge der reine Leere en der waare Kerke.

XCVI Lied

 
1 O Heer behoudt ons by Uw woord,
 
Dat 's vyands moordlust word' gestoord,
 
Die Jesus Christus Uwen Zoon Wil stooten
 
van zyn Hemeltroon.
 
2 Toon Jesus, dien ons hart belyt, Dat
 
Gy de Heer der Heerenzyt; Bescherm Uw
 


illustratie

[pagina 581]
[p. 581]
 
arme Christenheid Dat z' eeuwig Uwen lof
 
verbreid'.
 
3 O Geest! die troost en blydschap geeft;
 
Maak dat Uw volk in eendracht leeft:
 
Versterk ons in den laatsten nood; Schenk
 
ons het leven uit den dood.
 
4 Ach Heer! Uw volk met smart belaan
 
Beveelt Uw' liefdezorg zich aan Sterk ons
 
Geloof, behou, o Held! Ons van des vy-
 


illustratie

[pagina 582]
[p. 582]
 
ands wreed geweld.
 
5 Doe zynen raad in rook vergaan, Het
 
zwaard zyn eigen meester slaan; Werp hem
 
met almagt in dien kolk Dien hy gemaakt
 
heeft voor Uw volk.
 
6 Zoo zal hy zelv erkennen Heer! Dat Gy
 
noch leeft, die ons wel eer Hebt uitgeredt
 
en niet verlaat, Dien, wiens betrouwen op
 
U staat.
 


illustratie

[pagina 583]
[p. 583]

D. De hoope der Geloovigen op Sions opbouw en Babels val.

XCVII Lied.
Voize Lied CXXV.

 
1 Wanneer zult Gy Sion bouwen,
 
Sion Heer, dat Gy bemint, Dat in Uzyn
 
Koning vint? Zal het nimmermeer aan-
 
schouwen Zyne muuren weer voltooit?
 
Ja, want Gy verlaat het nooit.
 
2 Wanneer zal die stem eens klinken?
 
Wanneer zal dat vreugd geschal Zich ver-
 


illustratie

[pagina 584]
[p. 584]
 
heffen overal: Babels hoer moest nederzin-
 
ken: Al haar pracht, hoe lang geëert Is in
 
vuilen stank verkeert.
 
3 Hoor o Heer! Uw Sion klagen Onder
 
Babels dienstbaarheid, Daar Uw licht geen
 
glanssen spreid. Doch Gy zult hen, die het
 
plaagen Nedervellen door Uw magt: En
 
verdelgen Babels pracht.
 
4 Geef o Jesus, dat wy waaken, Dat wy
 
in 't geloof staan pal, Tot Gy met bazuin
 


illustratie

[pagina 585]
[p. 585]
 
geschal, Zult, al donderend, genaken; Ter
 
verlossing Uwer Bruid Naar het eeuwig
 
raadbesluit.
 
5 Wil Uw heilig Zegel drukken Op ons
 
hooft en op de hand U ter eer en ons ten
 
pand, Dat w' op arendsvleuglen rukken
 
Door 't geloove, hemelwaard, Daar ons
 
niemand onheil baart.
 
6 Zet op ons een heilig teeken Jesus,
 
zielen Bruidegom, Want wy zyn Uw ei-
 


illustratie

[pagina 586]
[p. 586]
 
gendom: straks is satans magt bezweeken:
 
't Zondig kwaad verliest zyn pyn, Wyl
 
wy Uw verloste zyn.
 
7 O! hoe zal Uw Volk U eeren, Als al
 
Babels list en magt Met het beest verliest
 
zyn kracht Dan zoo zal Uw roem vermee-
 
ren! Dan zal het in eeuwigheid, U te lo-
 
ven zyn bereid!
 
8 Wel dan Sion! wil niet treuren: Uw
 
verkwikking styd is daar, En des Heeren
 


illustratie

[pagina 587]
[p. 587]
 
hulp is klaar. Zalig, dien dit mag gebeu-
 
ren, Die, op zoo verheeven wys, Zynen
 
Heiland zingt ten prys.
 


illustratie



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank