Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 259]
[p. 259]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Hoe onse Vrouwe haer pelgrime troeste. iiij.

 
Onse Vrouwe, die alre ontfarmicheit
 
Moeder es, dit grote leit
 
Dat haren pelgrime es gedaen.
 
Heeft ontfarmt nu wel saen;
175[regelnummer]
Ende heeft haren kinde gebeden,Ga naar margenoot+
 
Dat hi haer wreke dese quaetheden
 
Over die gene, die niet geloven
 
Ende haer pelgrimage dus roven.
 
Hare gebede was gehort.
180[regelnummer]
Want onlanes ward daer na .i. discordGa naar margenoot+
 
Onder dese rovers. dat verstaet.
 
Want si worden so in haer quaet
 
Verstout, dat si wilden aldare
 
Den lantlieden nemen openbare
185[regelnummer]
Haer quec, haer coye, ende die eten.Ga naar margenoot+
 
Eer gingen si, wildijt weten.
 
Inder liede huse gereet,
 
Ende namen hem thare, godweet.
 
Nu geviel, alst soude wesen,
190[regelnummer]
Dat pelgrime quamen binnen desenGa naar margenoot+
 
Van Aken tonser zoeter Vrouwen,
 
Ende hadden geloeft daer met trouwen
 
Vaste geselscap over waer,
 
Ende deser was wel .xl. daer.
[pagina 260]
[p. 260]
195[regelnummer]
Ende die beroeft hier vore ware,Ga naar margenoot+
 
Volgeden dese vaste nare.
 
Nu wilden dese .xl. den wech gaen.
 
Daer men hem dede ane verstaen
 
Dattie rovers die liede roven:
200[regelnummer]
Dit was daer hare alre beloven,Ga naar margenoot+
 
Ende wildense die rovers ane gripen,
 
Dat sise weder so selen nipen
 
Met haren staven, wats gesciet,
 
Si selen daer af hebben verdriet.
205[regelnummer]
Dus sijn die pelgrime comenGa naar margenoot+
 
So verre, dat si hebben vernomen
 
Ga naar margenoot+ Die castele van verren staen,
 
Daer menich qualijc was vor ontfaen;
 
Entie rovers waren nu ute gerede[n]
210[regelnummer]
Onder haer gebure daer beneden,Ga naar margenoot+
 
Ende wilden hem nemen daer haer vee.
 
Dit dede den lieden daer harde wee
 
Doe dit die pelgrime vernamen,
 
Gingense met ere vard te samen
215[regelnummer]
Tot enen casteel, na desen,Ga naar margenoot+
 
Die hem dochte de beste wesen.
 
Si hadden hope op onser Vrouwen
 
Ende riepen haer ane met goeder trouwen,
 
Ende baden, dat sise moest geleden.
220[regelnummer]
Een pelgrim sprac daer ter steden:Ga naar margenoot+
 
‘Wildi doen nu minen raet,
 
Wi selen breken dese overdaet.’
[pagina 261]
[p. 261]
 
Si seiden: ‘Alle wat gi ane gaet.
 
Aneva wi alle, dat verstaet!’
225[regelnummer]
- ‘So laet ons vor die porte gaen.Ga naar margenoot+
 
Ende laet ons in roepen saen
 
Ende seggen, dat gevangen waren ...
 
Ende alse wi in sijn, na desen
 
So slute wi die porte vaste.
230[regelnummer]
Ende laet ons gaen daer cloppen die gasteGa naar margenoot+
 
Die wi daer vinden, alle doot;
 
Ende neme wi dan wapen tonser noot,
 
Ende wapen ons, ende gawi dan
 
Vor die porte, tote dat daer an
235[regelnummer]
Die here selve comt gereden.Ga naar margenoot+
 
Dan latewine in met haesticheden.
 
Ende slaense doet, die comen daer.’
 
Alle dese dinge recht over waer,
 
Also alse dese ginder seide,
240[regelnummer]
Gesciede daer [.] na die waerheide.Ga naar margenoot+
 
Si worden dus gelaten in,
 
Ende sloegen doet int begin
 
Die enapen vandien hove al,
 
Die daer vort hadden ongeval.
245[regelnummer]
Die pelgrime, die waren beroeft,Ga naar margenoot+
 
Vonden algader, dies geloeft,
 
Dat hem genomen was te voren.
 
Dus waest .i. peneward niet verloren,
 
No gelt, no cleder, no scoenheit:
250[regelnummer]
Het lach daer al over .i. geleit.Ga naar margenoot+
[pagina 262]
[p. 262]
 
Sine consten daer af gedoen .i. twint:
 
Onse Vrouwe ende haer lieve kint
 
Hadden behoet, dat verstaet.
 
Nu daer ele dat sine anevaet.
255[regelnummer]
Dies danctense, met goeder trouwen,Ga naar margenoot+
 
Onsen Here ende onser Vrouwen.
[tekstkritische noot]171 alre hs.: alle ook reeds verbeterd door Verdam, Middelnederl. Woordenb. 5, 1359. 172 es, ook het hs. heeft een leesteeken: es. 173 haren: har- in het hs. voluit. - pelgrime door Verdam, Middelnederl. Woordenb. 6, 226, is voorgesteld te lezen * pelgrimen maar dat is niet noodig: het hs. kent vele datieven zonder -n. 174 ontfarmt in het hs. voluit. 175 haren: in het hs. har- voluit. 179 Hare in het hs. voluit. 184 lantlieden hs.: lant lieden 185 quec aan de lezing van het hs. valt niet te twijfelen: er staat wel degelijk quec niet * quet (verg. het Tijdschr. voor Nederl. Taalen Letterk. 9, 49). - het tweede haer in het hs. voluit. 188 thare in het hs. voluit. 193 waer in het hs. voluit.

margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
[tekstkritische noot]198 hem in het hs. voluit. - verstaen hs.: verstane 200 hare in het hs. voluit. 203 haren: har- in het hs. voluit. 209 gerede[n]: het verkortingsteeken boven de slot -e is den kopiïst in de pen gebleven; ook reeds verbeterd door C. van de Water in het Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 50. 210 gebure: boven de slot -e is in het hs. een verkortingstreepje uitgekrast. 216 hem in het hs. voluit.
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
bl. 16 e.
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
[tekstkritische noot]227 waren...Uit de rijmen blijkt dat tusschen vss. 227 en 228 ten minste twee verzen overgeslagen zijn. 240 daer [.] na hs.: daer d na deze overtollige d is waarschijnlijk de eerste letter van het op na volgende die dat de kopiïst op 't punt was van te vroeg te schrijven en welke hij verzuimde te expungeeren.
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
margenoot+
(75)
margenoot+
(80)
[tekstkritische noot]256 vrouwen: vrou- in het hs. voluit. 259 groet in het hs. voluit. 261 vee De zonderlinge fout van Lelong, die in plaats van vee, ute gelezen had, is reeds naar het hs. verbeterd door C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 50 vlg. en Verdam, Middelnederl. Woordenb. 5, 1108. Het weinige dat aan de eerste e van vee ontbreekt, zoodat Lelong er een t van maken kon, is dit: dat de pen van den kopiïst over een minieme oppervlakte, een speldeprik groot, geen inkt heeft afgegeven. 264 Hem in het hs. voluit. 267 hare in het hs. voluit.
margenoot+
(85)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken