Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe si den coninc hem op gaven. xiiij.

 
Des anders dages, harde vroe
 
In die griekinge, quamen doe
 
Die buten lagen, vor die port.
995[regelnummer]
Eert yement daer binnen hevet gehort,
 
Hadden si die porte belegen;Ga naar margenoot+
 
Entie coninc quam daer jegen
 
So vroech, so dat hi daer
 
Die porte op dede over waer.
1000[regelnummer]
Eert geruchte yet groet quam,
 
So was daer in menich man,Ga naar margenoot+
 
Wel gewapent, van buten comen.
 
Die hebbense nu binnen vernomen,Ga naar voetnoot1003
 
Ende wapenden hem metter vard,
1005[regelnummer]
Ende trocken vaste ter porten ward.
 
Nu was hem die strate beleitGa naar margenoot+
 
Dat hem dat gaen ward ontseit
 
Ter porten ward, daer si wilden.
 
Daer lagen met speren ende met scilden
1010[regelnummer]
Des coninc liede so dicke, godweet,
 
Dat hem dat comen was ongereetGa naar margenoot+
 
Die porse te wederstane daer,
 
Doe die ander in quamen naer.
[pagina 293]
[p. 293]
 
Want die quamen uter steden,
1015[regelnummer]
Heeftmen daer int strate bestreden.
 
So datsi vorder en mochten niet.Ga naar margenoot+
 
Ende alst gemeine volc dit siet,
 
Dattie coninc die stat wil winnen,
 
So quamen si toe in allen sinnen
1020[regelnummer]
Ende geven hem op daer albloetGa naar voetnoot1020
 
Den coninc, sonder slach ende stoet,Ga naar margenoot+
 
Ende seiden, sine wilden niet berechten
 
Sine viande, no daer om te vechten:
 
‘Es daer iemen in die stede
1025[regelnummer]
Die hem gedaen hevet lede,
 
Oft jegen recht heeft gedaenGa naar margenoot+
 
Van dingen die den coninc bestaen.
 
Dat wille wi wel over waer
 
Dat hijt rechte al openbaer:
1030[regelnummer]
Daer jegen en wil wi striden niet.’
 
Alse die coninc dit gesiet,Ga naar margenoot+
 
So trac die gemeente hem ane.Ga naar voetnoot1032
 
Ende geloefde hem daer vord ane
[pagina 294]
[p. 294]
 
Dat hise te rechte soude houden.
1035[regelnummer]
Om dit die gemeente verbouden
 
Dat si die heren vander statGa naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Alle vaen, ende die om dat
 
Striden wilden, sloegen doet.
 
Die coninc had daer een groet conroet
1040[regelnummer]
Die metter gemeinte plechten ginder.
 
Dus quamen daer meerre ende minderGa naar margenoot+
 
Des coninc viande in die scade;
 
Si worden daer ute gelesen bi rade
 
Ende gevangen bracht den coninc,
1045[regelnummer]
Diese blidelike daer ontfinc,
 
Om dat hi hem daer wreken sal.Ga naar margenoot+
 
Vaste te houden hise beval,
 
Tote dat si gehent dese saken.
 
Ende binnen deser selver spraken,
1050[regelnummer]
Quamen met enen gemeinen rade
 
Die vander stat ende baden genade,Ga naar margenoot+
 
Ende seiden, si wilden algader doen
 
Dattie coninc ende sine baroen
 
Begerende sijn van deser dinc.
1055[regelnummer]
Aldus ontfinc[se] die coninc
 
Ende dede doe saen gebiedenGa naar margenoot+
 
Pays ende vrede allen lieden.
 
Dus ginc die stat daer in hant.
 
Sonder die, daer die coninc vant
1060[regelnummer]
Die sine viande had[den] gewesen,
 
Die worden daer alle uut gelesenGa naar margenoot+
[pagina 295]
[p. 295]
 
Ende in gevanenesse gedaen,
 
Daer si niet en mogen ontgaen.
 
Dus waser vele, des seker sijt,
1065[regelnummer]
Die met Symone vor desen tijt
 
Jegen den coninc streden alle,Ga naar margenoot+
 
Doen hi was in sinen mesvalle
 
Daer hi eerlike ute es comen.
 
Sekerleken men magen wel gomen
1070[regelnummer]
Den besten enen die nu leeft,
 
Na dat hi gedaen nu heeft.Ga naar margenoot+
[tekstkritische noot]c. 14, opschr.: hem in het hs. voluit. 998 en 1008 daer in het hs. voluit. 1012 porse hs.: porte wat als voorwerp bij te wederstane een onmogelijke samenkoppeling van begrippen oplevert; datgene, waaraan weerstand dient geboden te worden, wordt veroorzaakt door hen die de stad binnentrekken, zooals uit het volgende vs. duidelijk blijkt: de verbetering ligt dus voor de hand. - wederstane hs.: weder stane 1013 naer in het hs. voluit.

margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
voetnoot1003
hebbense: -se is onderwerp = ‘die van de stad’.
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
[tekstkritische noot]1017 siet in het hs. zeer duidelijk: fiet 1029 openbaer: -baer in het hs. voluit. 1031 en 1032 Door een scheur in het perkament werd de kopiïst genoodzaakt in vs. 1031 een groote ruimte te laten tusschen dit en gesiet en in vs. 1032 gemeente in tweeën te scheiden: geme ente
margenoot+
(25)
voetnoot1020
Ende gaven hem op: Kenilworth gaf zich over einde December 1266. Zie Rishanger, Chronicon de Bellis, pp. 53-59; Annales de Wykes, pp. 194-196.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
voetnoot1032
In het artikel Aentrecken in het Middelnederlandsch Woordenboek 1, 167, wordt dit vers aangehaald onder de onzijdige beteekenis: zich bij iemand aansluiten, zich aan zijne zijde scharen als bondgenoot, partij voor hem trekken. Het onderwerp van trac...ane zou dus zijn die gemeente. Maar dat is blijkbaar onjuist. So trac die gemeente hem ane is een gevolgaanwijzende ondergeschikte zin; het onderwerp van trac, evenals van geloefde in 't volgende vers, is het weggelaten hi, d.i. die coninc, en hem (= sibi) is de derde naamval van het wederkeerig voornaamwoord. De zin is dus: toen de koning dat hoorde, trok hij de gemeente tot zich door haar te beloven dat hij haar steeds zou ondersteunen. Indien gemeente werkelijk onderwerp was, dan moest het geheele vers een voorwerpszin zijn, en zou er behooren te staan: * Alse die coninc dit gesiet dat die gemeente trac hem ane.
[tekstkritische noot]1043 bi rade hs.: birade ten gevolge van de lengte van het vers: de kopiïst heeft vermeden de afschrijving van de naaste kolom te overschrijden. 1055 ontfinc[se] het lijdend voorwerp is onmisbaar en werd ook reeds ingevoegd door Verdam, Middelnederl. Woordenb. 3, 102. - die coninc hs.: die coninc de kopiïst was blijkbaar eerst van plan de verkorting .illustratie. te schrijven. 1060 had[den] Ook reeds verbeterd door Verdam t.a.p.
margenoot+
(45)
margenoot+
bl. 19 d.
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
margenoot+
(75)
margenoot+
(80)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken