Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 309]
[p. 309]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Vanden selven meer. xviij.

 
Doen gesproken ware[n] dese word,
 
Brachtmen dander gerechte vord
 
Met groter feeste, want over waer
 
Om dese boetscap was lettel daer
1350[regelnummer]
Gesorget; mar daer was gedientGa naar margenoot+
 
Gelijc dat .i. man doet sinen vrient.
 
Doen terde rechte ward gedregen,
 
Heeft die coninc echt geslegen
 
Met ere roede an die want,
1355[regelnummer]
Ende sprac daer na alte hant:Ga naar margenoot+
 
‘Noch soude gerne niemare horen,
 
Wilse ons yeman bringen voren
 
Eer wi mer vorward aten.’
 
Gene ridders, die ginder saten,
1360[regelnummer]
Loefdent alle daer ter steden.Ga naar margenoot+
 
Niet lange daer na so quam gereden
 
Enen knape op enen somer ter stonden,
 
Dien hande ende voete waren gebonden,
 
Ende den breidel in sinen arm.
1365[regelnummer]
Dese maecte groet gecarmGa naar margenoot+
 
Ende quam aldus in dien zale
 
Vore die tafle, daer altemale
 
Die vander tavelronden sijn geseten.
 
‘Deus! hoe gerne soudic weten,’
[pagina 310]
[p. 310]
1370[regelnummer]
Sprac die gene, ‘wat heren dit waren.Ga naar margenoot+
 
Die hier sitten in deser scaren
 
Ende berechten een der dinc...
 
Ende began daer opten coninc
 
Ende seide vort tote Lancelote:
1375[regelnummer]
Ga naar margenoot+ ‘Ja!’ seit hi, ‘sint dat dese genote ...Ga naar margenoot+
 
So willic Lancelote clagen dan
 
Mijn verdriet, ende els geen man.
 
Hi sal mi wreken, wetic wale!
 
Nu maecs den coninc nember tale,
1380[regelnummer]
Want hine can hem selven berechten,Ga naar margenoot+
 
Wat soudi dan over mi vechten?’
 
Doen sprac die gene Lanceloet an:
 
‘Lanceloet van Lac, edel man!
 
Ic groete u vorden besten een
1385[regelnummer]
Die sonne nie besceen;Ga naar margenoot+
 
Ende oec vor alle die hier sijn
 
So groet u die herte mijn.
 
Lanceloet, here, verstaet dit word,
 
Ghi moet hier selve comen vord
[pagina 311]
[p. 311]
1390[regelnummer]
Ende mi van dere noet ontbinden.Ga naar margenoot+
 
Van al mijns heren coninc gesinden
 
Sone heeft niement macht gemene
 
Dit te doene, dan gi allene;
 
An u staet mijn toeverlaet!’
1395[regelnummer]
Mettien Lanceloet op staet,Ga naar margenoot+
 
Ende ontbant den genen daer.
 
Als hi ontbonden was, daer naer
 
Gaf hi Lanceloet metter spoet
 
Ene lettere, daer in gescreven stoet:
1400[regelnummer]
‘Die desen enape heeft ontbonden,Ga naar margenoot+
 
Hem ontbiet ten selven stonden
 
Die coninc van Irlant, dat hi es
 
Een valsch ridder, des sijt gewes,
 
Ende .i. verrader, ende een quaet.
1405[regelnummer]
Ende dar hi oec wreken dese daetGa naar margenoot+
 
Die dien gedaen es, dien hi ontbant;
 
Ende comme optie zide van Ingelant,
 
Optie side te Gales ward,
 
Daer vint hi den coninc onvervard
1410[regelnummer]
Van Irlant, met sinen lieden opt lant,Ga naar margenoot+
 
Tontbeidene tgeens diene ontbant.
 
Wie hi oec es onder die sonne.
 
Van wat geslachte, van wat connen,
 
Hoe vrome, hoe stare, hoe rike hi es,
1415[regelnummer]
Hi vint mi daer, sijt seker es.’Ga naar margenoot+
[pagina 312]
[p. 312]
 
Doen dese letter was gelesen,
 
Ward Lanceloet hier af in vresen
 
Ende versaect. Doe sprac Walewein:
 
‘Lanceloet, wi selen comen int plein
1420[regelnummer]
Met u, te wederstane dese dinc.Ga naar margenoot+
 
Ons sel oec helpen die coninc
 
Met siere macht. te deser vard.’
 
Die coninc sprae: ‘Sijt onvervard,
 
Dat ic hier yemen sal gebreken!
1425[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Ic sal elken hulpen wrekenGa naar margenoot+
 
Sinen ween ende sinen scande.
 
Gelijc dat Artur in allen lande
 
Voer om die vander tavelronde,
 
Al dier gelijc willic ter stonde
1430[regelnummer]
Met elken ridder oec nu varen.Ga naar margenoot+
 
Van allen sticken die si selen baren
 
In dit spel, al sonder vresen,
 
Daer willic een geselle af wesen.
 
Oec willic dat gi dat oec mi
1435[regelnummer]
Geloeft, ende doet alse ridderen vri.’Ga naar margenoot+
 
Dit geloefdense alle daer.
 
Doe sprac die coninc ten bode daer naer:
 
‘Vrient, welc tijt dat Lanceloet heeft vernomen
 
Dat die coninc van Irlant es comen
1440[regelnummer]
Ter stat, daer du af seges teken,Ga naar margenoot+
 
Lanceloet sal di comen wreken.’
 
Die bode bedanctem sere van desen.
 
Dit late wi nu aldus wesen,
 
Ende scriven vander feesten vord
1445[regelnummer]
Die gi genoech niet hebt gehord.Ga naar margenoot+
[tekstkritische noot]c. 18, opschr. meer in het hs. voluit. 1346 ware[n] als in vs. 1342. 1348 waer en 1350 daer in het hs. voluit. 1352 terde hs.: derde in het hs. voluit; ook reeds verbeterd door Verdam bij Verwijs, Bloemlez. 2, 226. 1356 soude door Verwijs, Bloemlez. 2, 155 noodeloos veranderd in * soudie - gerne en niemare in het hs. voluit. 1362 Enen door Verwijs t.a.p. noodeloos veranderd in * Een 1363 waren gebonden hs.: gebonden waren Dit laatste woord met eenigszins kleinere letter maar zonder aanwijzing dat het vóór gebonden behoort te komen, al was zulks blijkbaar de bedoeling van den kopiïst. Reeds door Lelong stilzwijgend verbeterd. 1364:1365 arm: groet gecarm in het hs. voluit.

margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
[tekstkritische noot]1372 een der dinc... Ongetwijfeld is na vs. 1372 iets overgeslagen, aangezien een der dinc zonder nadere bepaling blijft en het Ende waarmede vs. 1373 begint doet vermoeden dat de spreker eerst nog iets anders deed vóór hij zich tot den koning richtte. Vandaar de volgende aanvullingen van Verwijs, Bloemlez. 2, 156: Ende berechten een der dinc [Daer mi therte meest toe hinc. Doe sach hi omme al den rinc] Ende began enz. Zulke aanvullingen mogen vernuftig zijn en veel waarschijnlijks aan zich hebben, ze blijven altijd hyperhypothetisch en gevaarlijk: zoo is het tweede der door Verwijs gefabriceerde verzen in het Middelnederl. Woordenb. opgenomen als een bewijsplaats voor het intransitieve gebruik van ‘Ommesien’. 1374 seide vort door Verwijs, t.a.p. veranderd in * so vort in verband met de door hem ingelaschte verzen. De lezing van het hs. seide vort doet aan de waarschijnlijkheid dezer gefingeerde verzen wel eenige afbreuk. 1375 Ook na dit vs. ontbreekt iets. Verwijs, t.a.p. heeft de leemte volgenderwijze aangevuld: sint dat dese genote [Mi niet en connen helpen wale, Ende niet en achten mire tale] So willic enz. 1377 geen door Verwijs, t.a.p. noodeloos veranderd in * genen 1381 vechten: de v- op staanden voet verbeterd uit r 1382 an in het hs. verbeterd uit ane waarvan de slot-e uitgekrast is. 1385 Het is onnoodig met Verwijs, t.a.p. te lezen * Dien die sonne enz. Verg. boven I, 1471: Doe hem die ossen stieten met allen Die arke trocken mede enz. 1388 In het hs. ná Lancelot: dit maar door den kopiïst blijkbaar op staanden voet doorgehaald.
margenoot+
(25)
margenoot+
bl. 20 e.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
[tekstkritische noot]1390 dere sic in het hs., niet * derre zooals bij Verwijs t.a.p. 1391 coninc gesinden hs.: toe gesinden De verbetering, die palaeographisch zonder eenig bezwaar is, is afkomstig van M. De Vries, Middelnederl. Taalzuiv. 124 vlgg. Alleen zet ik, in overeenstemming met het taalgebruik van ons hs. coninc in plaats van * coninx - Verwijs, Bloemlez. 2, 156 heeft Van al mijns heren vervangen door * Van allen sheren wijzigingen waarvan de noodzakelijkheid niet duidelijk is. 1395 en 1398 lanceloet in het hs. voluit. 1397 naer in het hs. voluit. 1404 Vóór dit vers heeft het hs., zeker wel ten onrechte, een aanwijzing dat daar een rubriceeringteeken behoort geteekend te worden. - Ende door Verwijs t.a.p. weggelaten. 1409 Daer en on- en -vard in onvervard in het hs. voluit. 1411 tgeens door Verwijs, Bloemlez. 2, 157 zonder noodzaak veranderd in * sgeens 1414 starc in het hs. voluit.
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
[tekstkritische noot]1416 letter door Verwijs, Bloemlez. 2, 157 noodeloos veranderd in lettre 1420 wederstane hs.: weder stane 1422 deser hs.: de ser 1423 onvervard: on- en -vard in het hs. voluit. 1436:1437 daer: naer in het hs. voluit.
margenoot+
(75)
margenoot+
bl. 20 f.
margenoot+
(80)
margenoot+
(85)
margenoot+
(90)
margenoot+
(95)
margenoot+
(100)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken