Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.57 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Des coninc Adolfs doet, ende hoe hi was bedrogen .l(i).

3375[regelnummer]
Doen Adolf sach dat Albrecht
 
Op hem began aldus tgevecht,
 
Bejagedi vriende daer hi mochte,
 
So dat hi te velde brochte
 
Van sinen magen .i. coenroet.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3379
3380[regelnummer]
Hem hadde geloeft oec dese genoet
[pagina 215]
[p. 215]
 
Te hulpen, die ic u noemen sal,
 
Met besworen eede al:
 
Die biscop van Coelne, die here,Ga naar voetnoot3383
 
Ende oec die biscop mede van Triere,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3384
3385[regelnummer]
Entie biscop van Mense der stede.Ga naar voetnoot3385
 
Op dese was hi te stouter mede,
 
Want elc hadde van desen heren
 
Een deel volx in siere weren.
 
Om dit trac hi doe overluutGa naar margenoot+
3390[regelnummer]
Met sinen volken te velde uut,
 
Ende Alebrecht die quam bander side
 
Jegen Adolve daer te stride,
 
Die niet so vele volx en brachte.Ga naar voetnoot3393
 
Ende Adolf. die hier op nu dachteGa naar margenoot+
3395[regelnummer]
Ende besach wel Alebrechts scaren,Ga naar voetnoot3395
 
Ga naar margenoot+ Datter vele min volx in waren
 
Dan in die sine, om dese sake
 
Was hi blide ende wel te gemake,Ga naar voetnoot3398
 
Ende trac also vaste vord.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3399
3400[regelnummer]
Maer Alebrecht, die daer vore sijn bordGa naar voetnoot3400-01
 
Anders sins hadde berecht
 
An dese biscoppe, daer men af sprect,
 
Met groten gichten heymelike,
 
Quam jegen Adolve stoutelike,Ga naar margenoot+
3405[regelnummer]
Ende began dat striden daer.
 
Aldus drongen si[n]e scaeren naer
[pagina 216]
[p. 216]
 
Met stouten moede herde groet.
 
In beiden siden waren ridders goet,
 
Die sere vochten op dien tijt.Ga naar margenoot+
3410[regelnummer]
Ende alse gevest was die strijt,Ga naar voetnoot3410
 
So datter was geen achterkeren,
 
Doen trocken bander side dese heren,
 
Also alst vore besproken was,
 
Die biscop van Coelne, sijt seker das,Ga naar margenoot+
3415[regelnummer]
Ende van Mense, ende van Triere.
 
Doe sprac die coninc Adolf sciere:
 
‘Ay, verrader quaet ende groet,
 
Ghi hebt mi bracht hier ter doet,Ga naar voetnoot3418
 
Ende haddic mi niet verlaten metGa naar margenoot+
3420[regelnummer]
Up u, ic haddi mi bat beset
 
Te desen stride, dan ic nu dede.
 
Mijn lijf hebdi hier oec mede
 
Mi benomen enten minen,
 
Die hier met mi striden ende pinen.Ga naar margenoot+
3425[regelnummer]
U quade valsceit, die gi nu doet,
 
Moet God noch wreken, dor oetmoet,
 
Over u, in corten tiden.’
 
Doe sweech hi stille ende ginc striden
 
Met erren moede vreselike.Ga naar margenoot+
3430[regelnummer]
Ende Alebrecht van Oestrike,
 
Overmids die hulpe, die hem wies,
 
Haddi vanden stride den kies,Ga naar voetnoot3432
 
Want die andere versageden hem seren,
 
Alsi dese up hem sagen keren,Ga naar margenoot+
[pagina 217]
[p. 217]
3435[regelnummer]
Alst oec geen wonder was,
 
Alebrecht die sloech doe inden tas
 
Met sinen lieden, tot daer hi quam,
 
Daer hi den coninc Adolve vernam,
 
Die sere onder was gedaen.Ga naar margenoot+
3440[regelnummer]
Dus gingensi daer op hem slaen,
 
So dat sine velden, ende sloegen doet,
 
Ende siere liede .i. groet conroet
 
Bleven daer verslagen saen,
 
Ende dander sijn in hant gegaen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3444
3445[regelnummer]
Want sijt niet en conden verweren,
 
Ga naar margenoot+ Om dit anegingense dminder deren.Ga naar voetnoot3446
margenoot+
(5)
voetnoot3379
coenroet = troep gewapenden.
[tekstkritische noot]3390 uut hs.: wt 3392 Jegen hs.: legen 3104 jegen hs.: iegen 3406 sine hs.: si; Jonckbloet, Ann., stelde als emendatie voor: sine of die.
voetnoot3383
Die biscop van Coelne = Siegfried van Westerburg (1262-1297)
margenoot+
(10)
voetnoot3384
die biscop... van Triere = Boëmundus van Warnesburg (1289-1299)
voetnoot3385
biscop van Mense = Gerardus van Eppenstein (1289-1305)
margenoot+
(15)
voetnoot3393
Die slaat natuurlijk op Alebrecht (vs. 3391), zie overigens vs. 3396: Datter vele min volx in waren
margenoot+
(20)
voetnoot3395
Alebrechts: Jonckbloet, Spec., las Alebrechte
margenoot+
bl. 11 c.
voetnoot3398
wel te gemake = verheugd
margenoot+
(25)
voetnoot3399
also: Jonckbloet, Spec., las alse
voetnoot3400-01
sijn bord... hadde berecht = zijn (schaak)spel gezet.
margenoot+
(30)
[tekstkritische noot]3411 achterkeren hs.: achter keren.
margenoot+
(35)
voetnoot3410
gevest = (van het w.w. vesten) vast zat, aan den gang was
margenoot+
(40)
voetnoot3418
ghi: Jonckbloet, Spec., las gi
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
voetnoot3432
kies = keus, voordeel.
margenoot+
(60)
[tekstkritische noot]3446 anegingese hs.: ane gingense 3458 Met hs.: M' = Maer; Ca Van de Water (Tijdsch., 9e D., N.R., 1e D. bl. 87), stelde deze emendatie voor.
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
voetnoot3444
sijn in hand gegaen = hebben zich onderworpen
margenoot+
bl. 41 d.
voetnoot3446
Om dit anegingense dminder deren = daarom leden ze des te minder schade (nl. aan hun lichaam)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken