Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 258]
[p. 258]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Dat bedieden hieraf .vii.Ga naar voetnoot+

450[regelnummer]
Desen sin machmen verstaen
 
In tween manieren, sonder waen,Ga naar margenoot+
 
Want vele staet in doude Testament
 
Dat int neuwe anders went.Ga naar voetnoot453
 
Want bides weders gelikechede,
455[regelnummer]
Ende des bocs, die na quam mede,
 
Soe secgense dat Daniel seit aldus:Ga naar margenoot+
 
Dattie weder es Darius,
 
Entie buc Alexander die grote,
 
Die boven ginc allen genote.Ga naar voetnoot459
460[regelnummer]
Maer prisipaleke seit saenGa naar voetnoot460
 
(So was hier Daniels verstaen):Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot461
 
Dat dit vechten vanden dieren,
 
Antkerst vechten in allen maniere[n]
 
Metten sinen soude wesen.Ga naar voetnoot464
465[regelnummer]
Dus es te verstane die sin van desen
 
Tweevoldech, na die letteren mede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot466
 
Dus willict bedieden dan van bede.
 
In ere maniere, so bediet hi
 
Die weder, dat hi Darius sy,
470[regelnummer]
Die Perssen ende Meden hadde onder,
 
Ende alomme hem wrachte wonder,Ga naar margenoot+
 
Ende nieman en conde wederstaen,
 
Ende Grieken oec, sonder waen,
 
Bi Philipse, Alexanders vader,
475[regelnummer]
Moeste hem geven tribuet algader.
[pagina 259]
[p. 259]
 
Ende die boc, Alexander hi bediet,Ga naar margenoot+
 
Die den weder dede verdriet;
 
Ende twee horne hem uutstac,
 
Dat was, dat hi hem af spracGa naar voetnoot479
480[regelnummer]
Twee riken, Perssen ende Meden.
 
Hi quam van occident ter steden,Ga naar margenoot+
 
Want daer Allexander tier tijtGa naar voetnoot482
 
Regneerde doe, des seker sijt,
 
Was daerward gekeerd inden stane.Ga naar voetnoot484
485[regelnummer]
Dese boc ward groet, na minen wane,
 
Bedie Alexander ward boven mateGa naar margenoot+
 
Machtech, ende groet boven state,
 
Ende dwanc Asien ende Affrijc met.Ga naar voetnoot488
 
Doen hijt al hadde geset,
490[regelnummer]
Doe starf hi met venine,
 
Eer hi conde comen ten lande sine.Ga naar margenoot+
 
Doen wiessen vier horne saen
 
Uten groten, dats sonder waen
 
Vier rike, die wiessen alsoe,
495[regelnummer]
Van dat hi hadde allene doe.
 
Ga naar margenoot+ Daer hi seget vanden vier winden,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot496
 
Daeraf wi gescreven vinden
 
Dattie .iiij. principales namenGa naar voetnoot498
 
Te vier inden der werelt tsamen,
500[regelnummer]
Trike dat Alexanders was,
 
Bedie Tholomeus, sijt seker das,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot501
[pagina 260]
[p. 260]
 
Nam ane Egiptenlant,
 
Ende Philips Machedonie thant,Ga naar voetnoot503
 
Ende Seleucus, Syria ende Babilone,Ga naar voetnoot504-507-509
505[regelnummer]
Anthigonus, Asya tsinen doene.Ga naar voetnoot505
 
Ende vanden enen wies een horen clene,Ga naar margenoot+
 
Van Seleucus, verstaet mi, tgene
 
Dat was: Anthiocus Epyphanes,Ga naar voetnoot508-509
 
Die van Seleucus comen es.
510[regelnummer]
Ende dese horen hiet clene doe,
 
Hi ward te Rome gisel, alsoeGa naar margenoot+
 
Quam hi op, dat hi ward groet,
 
Want die van Rome hadden noet,
 
Ende sendene ute met here,
515[regelnummer]
Daer wan hi S[.]yrien indie were.Ga naar voetnoot515
 
Dus ward die horen groet sere,Ga naar margenoot+
 
Want hi Tholomus vlien dede mere;Ga naar voetnoot517
 
Dat bediet jegen meridien nu.
 
Ende Perssen verwan hi, secgic u;
520[regelnummer]
Dat bediet torienten ward.
 
Ende sine hoecheit hi verclaerd,Ga naar margenoot+
[pagina 261]
[p. 261]
 
Daer hi seit: hi gehoget daerna saen
 
Toten mogenden sonder waen;
 
Dat bediet, dat hi te Jherusalem quam,
525[regelnummer]
Ende den hogen pape daer nam,
 
Die doe regneerde, sijn mogentheit.Ga naar margenoot+
 
Daer deen heylige te anderen seit:
 
‘Wine weten hieraf secgen wat’,
 
Daer mede so bediet hi dat:
530[regelnummer]
Dat Jherusalem sal te gaen,Ga naar voetnoot530
 
Tote dat hem be[tere] sonder waen.Ga naar voetnoot531
 
Daer hi seget: ‘Te vesperen mede,
 
Ende smargens’, dats sonder vrede,Ga naar voetnoot533
 
Vroech ende spade salder staen
535[regelnummer]
Twee M.IIIC. sonder waen,
 
Daermede doet hi ons nu wetenGa naar margenoot+
 
Dat .vj. jaer daer met sal beseten
 
Sijn, tot Judas Maschabeus
 
Ende sine broeders, wi lesent dus,
540[regelnummer]
Si selen wech doen die ydelhede,Ga naar voetnoot540
 
Die Anthiocus daer sette mede.Ga naar margenoot+
[tekstkritische noot]452 Testament hs.: stetament.

voetnoot+
Cap. 7. Naar Hieronymi Explanatio (zie aanteek. bij opschrift boek VII)
margenoot+
(5)
voetnoot453
went = een andere ‘wending’ krijgt, afwijkt; vgl. ook M.W., IX, 2146
margenoot+
(10)
voetnoot459
genote = versta genooten (M.W., I, 1409); d.i. alle gelijken overtrof
voetnoot460
maar voornamelijk zegde Daniël, spoedig
margenoot+
(15)
voetnoot461
dit vers is een onnoodige paraphrase van vs. 460
voetnoot464
metten sinen = met zijn aanhangers
margenoot+
(20)
voetnoot466
tweevoldech = op tweeërlei manier; letteren = de ‘postillen’, vgl. vs. 23.
margenoot+
(25)
[tekstkritische noot]476 Vóór het vs.: illustratie 488 dwanc hs.: dimanc 500 dat hs. d'.
margenoot+
(30)
voetnoot479
hem afsprac = dat hij met zich zelf afsprak, zich voornam (?)
margenoot+
(35)
voetnoot482
daer is bijwoord: op die plaats
voetnoot484
inden stane = in de ligging (vgl. de uitdrukking gestaen ende gelegen), d.w.z. de ligging van zijn land was hem ‘daerward’, d.i. oostwaarts voor zijn veroveringen (?)
margenoot+
(40)
voetnoot488
dwanc = bedwong, onderwierp
margenoot+
(45)
margenoot+
bl. 81 a.
margenoot+
(50)
voetnoot496
winden = verwarring met de eerste profetie (vgl. vs. 51); bedoeld wordt: vier hoornen (vgl. vs. 431 en 563)
voetnoot498
principales = latijnsch meervoud
margenoot+
(55)
voetnoot501
Tholomeus = Ptolemeus I Soter of Lagi, zoon van Lagos. Na den dood van Alexander werd hij satraap van Egypte (323) en daarna (305) koning van dit land.
[tekstkritische noot]504 Seleucus hs.: Silencus (evenzoo vss. 507, 509) 505 Anthigonus hs.: anchigonus 515 S[.]yrien hs. Scyrien 517 Tholomus hs.: thelemus, maar de beide e's zijn ontstaan uit o's; misschien werd die verbetering aangebracht door een andere hand dan die van den kopiïst 518 meridien hs.: meridië, vgl. vs. 783 521 Vóór het vs.: illustratie.
voetnoot503
Philips = Philips III Arrhideus, koning van Macedonië (323-317)
voetnoot504-507-509
Seleucus I = Seleucus Nicator, zoon van Antiochus (veldheer van Philips II, koning van Macedonië). Geboren c. 355, werd hij koning van Syrië in 311. Hij stierf in 281
voetnoot505
Anthigonus = Antigonus Monophtalmos, veldheer van Alexander, die hem in 333 de regeering van Groot-Phrygië toevertrouwde. In 323 werd hij koning van dit rijk. In den slag bij Ipsus (301) vond hij den dood
margenoot+
(60)
voetnoot508-509
Anthiocus Epyphanes / Die van Seleucus comen es = Antiochus IV Epiphanes, koning van Syrië (175-164), was inderdaad een kleinzoon van Seleucus II. - Verzen 507 en 508 kan men anders niet verstaan dan: een horen clene, tgene dat van Seleucus was: Anthiocus Epyphanes, die van Seleucus comen es ‘afstamt’, dus met een wegens het rijm veroorzaakte, abnormale verplaatsing van het voegwoord tgene dat
margenoot+
(65)
voetnoot515
in die were = in den strijd
margenoot+
(70)
voetnoot517
Tholomus = Ptolemeus VI Philometor, koning van Egypte (181-146).
margenoot+
(75)
[tekstkritische noot]531 betere hs.: becd 535 Vóór het vs. staat (ten onrechte) het alinea-teeken = 543 anders hs: d's is blijkbaar later bijgeschreven door een andere hand.
margenoot+
(80)
voetnoot530
te gaen = te niet gaan, vgl. vs. 184
voetnoot531
betere, vgl. vs. 540
voetnoot533
sonder vrede = onverwijld, ‘saen’; zie M.W., IX, 1260, waar een woord vrede = verde als synoniem van verste ‘uitstel’ is aangeteekend, en vgl. sonder verste, vs. 575, saen, vss. 460, 543, alle stoplappen
margenoot+
(90)
voetnoot540
ydelhede = verwaandheid
margenoot+
(95)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken