Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Wat Huldegard propheteert vander biddender orden. .xix.Ga naar voetnoot+

 
In desen tiden dat Huldegard
 
Aldus propheterende ward,
 
So sprac si aldus in haren persone:
1485[regelnummer]
‘Het selen vort comen sconeGa naar voetnoot1485
 
Erehande volc, als wijt weten,Ga naar margenoot+
 
Die der liede sonden selen eten,Ga naar voetnoot1487
 
Ende dit sel biddende orden wesen,
 
Ende selen wandelen oec na desen
1490[regelnummer]
Sonder scaemte, ende selen mede
 
Vinden neuwe quaethede,Ga naar margenoot+
 
Ende vanden vroeden lieden dan,
 
Ende van den gerechten kersten man
 
Salse werden vermaledijt.
1500[regelnummer]
Starc ende gesont, des seker sijt,
[pagina 301]
[p. 301]
 
Selen si sijn, ende uutgelesen,Ga naar margenoot+
 
Maer van pinen ledich wesen,Ga naar voetnoot1502
 
Ende ten exemple ten bidden ward
 
Selen si setten haren aerd.
1505[regelnummer]
Ende selen studeren alte sere,
 
Hoe si mogen uten kereGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1506
 
Gewarege geleerde bringen dan,
 
Ende metten mogenden riken man
 
Die onnosele arme mogen doden,
1510[regelnummer]
Ende die mogende, om hare node
 
Van haren lichaem, treckense an,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1511
 
Alle delectacien der werelt danGa naar voetnoot1512
 
Leiden si in sonderlijchede.
 
Die viant wortelt in hem dan mede
1515[regelnummer]
Vierderhande saken na die dinge:
 
Dat irste dat es smekinge,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1516
 
Dander haet ende nidechede,
 
Terde ypocrisie mede,
 
Ende dat vierde es mesprake.Ga naar voetnoot1519
1520[regelnummer]
Nu hord van smeken haer sake.
 
Si smeken, om datmen mildelike salGa naar margenoot+
 
Hem geven, daer omme overal
[pagina 302]
[p. 302]
 
Si haten weder, alsmen ontseget
 
Hem, ende enen andren weget.Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Si sijn ypocriten, om dat sy
 
Ga naar margenoot+ Elken selen behagen daerbi;Ga naar margenoot+
 
Mesprekers, omdat si hem loven,Ga naar voetnoot1527
 
Ende setten hem selven altoes boven,
 
Ende andere lachterense in allen tide,
1530[regelnummer]
Om te verleiden die simpel lide.
 
Dese sijn sonder devotie twaren,Ga naar margenoot+
 
Ende sonder exempel der martelaren.
 
Nochtan selen si spreken starke,
 
Ende an hem trecken, als ic merke,
1535[regelnummer]
Die prinsen van der kerken saen,
 
Ende selen aftrecken, sonder waen,Ga naar margenoot+
 
Den gewarigen herde sine atente,Ga naar voetnoot1537
 
Ende waer si mogen sijn sacramente.
 
Si selen an gripen der armer goet,
1540[regelnummer]
Wanen dat oec comen moet,
 
Der sieker, ende der onsaliger mede.Ga naar margenoot+
 
Si selen trecken altoes ter stede
 
Daer vele volx vergadert es,
 
Ende an hem trecken, sijt seker des.
1545[regelnummer]
Si selen der manne wive leren,
 
Dat si haren man ontkeren,Ga naar margenoot+
[pagina 303]
[p. 303]
 
Ende bedriegen; al eest gestolen,Ga naar voetnoot1547-1548
 
Dat sijt hem geven verholen.
 
Si selen ongenoemde dingen,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Ende qualike bejaecht, te gader bringen,
 
Hoet es bejaecht: ‘Gevet ons nu,Ga naar margenoot+
 
Ende wi selen bidden vor u.’
 
Wacht die dit aldus nemen,
 
Ende der onsaliger dinc getemen!Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Eest van morde, eest geroeft,
 
Eest gestolen, eest onthoeft,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1556
 
Eest van perseme, eest ontcrecht,Ga naar voetnoot1557
 
Eest van voercope oec echt,Ga naar voetnoot1558
 
Eest van goede te dage geset,Ga naar voetnoot1559
1560[regelnummer]
Eest van overspele oec met,
[pagina 304]
[p. 304]
 
Eest keefdoem, of versworen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1561
 
Ofte dade een der kerken toren,Ga naar voetnoot1562
 
Dat waer jegen tsacrament,
 
Eest ongelove oec omtrent,
1565[regelnummer]
Eest coman, die valsch jaget,Ga naar voetnoot1565
 
Eest ridder, die niemen verdraget,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1566
 
Eest here, die loes es ende tyran,
 
Eest een die es inden ban,
 
Eest van valscheiden quaet,
1570[regelnummer]
Eest van alder quader daet,
 
Eest van verraetnesse ende van stride,Ga naar margenoot+
 
Eest van hate, eest van nide,
 
Eest van wiven luxurieus,
 
Ende haren manne niet sijn preus,Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Eest van valscen orconden,Ga naar voetnoot1575
 
Ga naar margenoot+ Eest van dorperliken sonden,Ga naar margenoot+
 
Die jegen naturen sijn gedaen,
 
Die ic niet wil doen verstaen,
 
Al leefde een oec jegen die wet,
1580[regelnummer]
In wat sonden hi es besmet,
 
Mach hi geven, so es hi quiteGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1582
 
Gewijst van hem daer met vlite.Ga naar voetnoot1583
 
Om des duvels verledenesse,
 
Ende der sonden soetenesse,
1585[regelnummer]
Ende om een blide leven te leiden,
 
So maken si .i. cort gereidenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1586
[pagina 305]
[p. 305]
 
Der zielen ter verdoemenesse.
 
Dit sijn ongewarege lessen,Ga naar voetnoot1588
 
Elken diere met omme gaet,
1590[regelnummer]
Dien dus bedrieget dat aflaet.’Ga naar voetnoot1590

voetnoot+
Cap. 19, Evenals cap. 20, vertaald uit de onechte Prophetia Hildegardis contra Monachos Mendicantes, gedrukt bij Fabricius, Bibl. Med. et Inf. Lat., III, 774-776 (M. de Vries, Inl. Sp. Hist., I, p. lxxxvii)
voetnoot1485
scone=wel (vgl. M.W., VII, 637)
margenoot+
(5)
voetnoot1487
lat.: insurgent gentes, quae comedent peccata populi, en versta: op zich zullen nemen.
margenoot+
(10)
[tekstkritische noot]1504 aerd in het hs. voluit 1505 vóór het vs.: illustratie 1507 gewarege in het hs. voluit 1511 Van hs.: dan 1512 delectacien hs.: die lectacien 1519 mesprake hs.: mestake; de emendatie in messprake (Verdam, M.W., 4, 1736, 1741) is wel hypercritisch, vgl. infra mesprekers vs. 1527, mesprake vs. 1636 1520 de woorden smeken haer sake staan op rasuur.
margenoot+
(15)
voetnoot1502
van pinen ledich=zonder boetedoening, zelfkastijding (vgl. vs. 1521 v.)
margenoot+
(20)
voetnoot1506
uten kere bringen=op een dwaalspoor brengen, aan hun beginselen ontrouw maken
margenoot+
(25)
voetnoot1511
van=om hun lichamelijke behoeften, wegens alle delectacien die hun lichaam - scil. der nieuwe ordeleden - noodig heeft
voetnoot1512
delectacien=(lat. delectatio) genoegens, genietingen; niet in M.W., noch in Salverda de Grave, De Franse woorden in het Ned.
margenoot+
(30)
voetnoot1516
smekinge=vleierijen (lat. adulationem)
voetnoot1519
mesprake=laster (lat. destructionem; M.W., IV, 1736 en 1741; vgl. vs. 1527).
margenoot+
(35)
[tekstkritische noot]1527 mesprekers: de emendatie in messprekers (Verdam, M.W., 4, 1737) is overbodig, blijkens spellingen als mespreken uit Harl. Gloss. en Voc. Cop., en vgl. vs. 1519. Evenzoo hoeft na mesprekers niet sijn si (ibid.) ingelascht, want vs. 1527 is de voortzetting van vs. 1525. - omdat si hs.: om datsi 1530 lide vgl. virijn vs. 1363 1533 starke in het hs. voluit 1534 merke hs.: m'ke 1545 vóór het vs.: illustratie.
voetnoot1524
weget=eig. toeweegt, dus: geeft
margenoot+
bl. 84 d.
margenoot+
(40)
voetnoot1527
mesprekers=kwaadsprekers, lasteraars (vgl. vs. 1519)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
voetnoot1537
herde=herder; atente=de hem toevertrouwde personen, de kudde.
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
[tekstkritische noot]1549 ongenoemde hs.: ongemoemde (emend. Verdam, M.W., 5, 636; in Tijdschr., 1, 286, ao 1881 wist Verdam nog geen weg met dat woord) 1553 Vóór het vs.: illustratie - wacht in M.W., 5, 1103 en 2, 1737 emendeert Verdam in wach; in M.W., 9, 1492 haalt hij, buiten dezen, nog twee andere vormen wacht aan (die onorganisch worden genoemd), nl. uit Praet en Troyen. In het Brabantsch zijn echter nog meer gevallen van paragogische t achter ch aan te halen; zie Velthem, VII, vs. 219.
voetnoot1547-1548
al eest gestolen enz.=en, al is het gestolen, dat ze (de vrouwen) hun (de ordebroeders) in het geheim (verholen) hun eigen goed (scil. der manne en wive: res proprias) geven (instruentes...tribuant), vgl. J.A. Fabricius, Bibl. Latina m. et inf. aetatis, Florentia, 1858, III, p. 243: abstrahentes sacramenta a veris pastoribus, rapientes Eleemosynas pauperum miserorum, et infirmorum, trahentes se in multitudinem populi, contrahentes familiaritatem mulierum, instruentes qualiter blande maritos et amicos decipiant, et res proprias eis furtive tribuant, tollent enim res iniustas, et male acquisitas, et dicent: Date nobis, et nos orabimus pro vobis
voetnoot1549
ongenoemde=waarvoor men niet uit durft komen, wat men niet durft noemen
margenoot+
(65)
voetnoot1554
getemen=niet beneden zich achten
margenoot+
(70)
voetnoot1556
onthoeft: Verdam (M.W., V, 1103) teekende aan: ‘niet duidelijk... Waarschijnlijk is de bedoeling, dat het geroofd is van hen, die men heeft laten onthalzen. Lat. (bij Fabricius, 3, 243, uitg. 1858): ‘heu et res miseras a raptoribus, spoliatoribus, praedonibus, latronibus’
voetnoot1557
perseme=woekerwinst; ontcrecht=ontweldigd, ontroofd
voetnoot1558
voercoop=alle koop met gebruikmaking van voordeelen, waarvan anderen uitgesloten zijn
voetnoot1559
goede te dage geset=op crediet gekocht.
[tekstkritische noot]1585 een in het hs. voluit.
margenoot+
(75)
voetnoot1561
keefdoem=overspel; versworen=meineedig, trouweloos
voetnoot1562
=deed iemand (een) aan de kerk (der kerken) overlast, leed (toren) aan
voetnoot1565
coman = koopman
margenoot+
(80)
voetnoot1566
verdraget=die niemand kan uitstaan; lat. a militibus linguosis, et luxuriosis, a periuris mercatoribus, a filiis viduarum, a militibus tyrannis, a principibus contra legem viventibus, et a multis perversis (Fabricius, Bibl. lat. med. et inf. aet., III, pp. 243-244)
margenoot+
(85)
voetnoot1574
preus=getrouw
voetnoot1575
orconde=getuigenis
margenoot+
bl. 84 e.
margenoot+
(90)
margenoot+
(95)
voetnoot1582
gewijst=beoordeeld
voetnoot1583
verledenesse=het bewerken van iemands zedelijk verderf
margenoot+
(100)
voetnoot1586
gereiden=bereide weg.
voetnoot1588
ongewarich=onbetrouwbaar, valsch
voetnoot1590
=die bedriegt den aflaat, d.i. die verdient hem niet

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken