Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vanden .xv. domsdage[n]. .xi.Ga naar voetnoot+

 
Na die heylige liede gereet,Ga naar voetnoot531
 
Die maken en geen ondersceet,Ga naar voetnoot532
 
Ende na die meester, hebbic vernomen,
 
Dat .xv. dage selen comen;
535[regelnummer]
Die teken daer af doen[se] verstaen,Ga naar margenoot+
 
Maer dat ondersceden latense staen.Ga naar voetnoot536
[pagina 363]
[p. 363]
 
Den irsten dach noemense daer,
 
Maer den andren niet daer naer,
 
Noch den derden, noch genen meer,
540[regelnummer]
[......] alsoe alsict seide eer.Ga naar margenoot+
 
[........] andren dach daertoe
 
[............] ende alsoe
 
[..............] daer an
 
[...................]
545[regelnummer]
[...................]Ga naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Noch ander meester, alsmen siet,
 
Oft si tenden een selen wesen,
 
Of enich tijt staen na desen.
 
Om dit en salmen scriven niet
550[regelnummer]
Den andren dach, alsemen siet,Ga naar margenoot+
 
Maer dander teken, als ende als;
 
Diet anders maecte, dat waer valschs.
 
Nu hort dese teken ongehier.Ga naar voetnoot553
 
Den irsten dach noemt [men] hier,
555[regelnummer]
Om dat hi quam daerna albloetGa naar margenoot+
 
.xl. dage na Antkerst doet,
 
Also Daniel boeke doen verstaen.
 
Die irste dach hier af, dan saen
 
So sal die zee verheffen hare
560[regelnummer]
.xl. cubitus hoge openbareGa naar margenoot+Ga naar voetnoot560
 
Boven alle berge hogen,Ga naar voetnoot561
 
Ende blivet staende also vermogen
 
In haer stat, alse of si ter ure
 
Beloken waer met enen mure.
565[regelnummer]
Dat ander teken sal daer wesen,Ga naar margenoot+
 
Dattie zee daelt na desen,
 
Ende werd so cleine oec na dien,
 
Datmense cume mach gesien.
[pagina 364]
[p. 364]
 
Dat derde, dan selen die diere saen
570[regelnummer]
Die in die zee daer scinen staen,Ga naar margenoot+
 
Selen briescinge geven daer
 
Toten hemel openbaer.
 
Dat vierde daeraf wesen sal,
 
Dattie zee sal bernen al;
575[regelnummer]
Ende ander water also met,Ga naar margenoot+
 
Waer dat si sijn geset.
 
Dat vifte, selen bomen ende cruut
 
Blodegen dau geven uut.
 
Dat seste, dan selen [die] gestichte vallen,
580[regelnummer]
Die in die werelt sijn met allen.Ga naar margenoot+
 
Dat sevende, daer op selen saen
 
Keyen ende stene te gader slaen.
 
Dat achtende, daer op sal gescien
 
Ene gemeine eertbeve na dien.
585[regelnummer]
Dat .ix. de, dan sal die eerde daerGa naar margenoot+
 
Gelijc ende effen werden vorwaer.
 
Dat .x. de, daerop selen die liede
 
Uut haren holen comen vlieden,
 
Ende selen gaen amechtech dan,
590[regelnummer]
Datte[r] enech cume gespreken can.Ga naar margenoot+
 
Dat .xi. de teken, dat comt na dat,
 
Dan selen die bene daer ter stat
 
Van allen den doden opgaen,
 
Ende op haer grave daerna staen.
[pagina 365]
[p. 365]
595[regelnummer]
Dat .xii. de, dan selen die sterrenGa naar margenoot+
 
Alle vallen, sonder merren.
 
Dat .xiii. de, daerop selen dan
 
Ga naar margenoot+ Sterven, dat leeft, wijf ende man,
 
Om datsi metten doden medeGa naar voetnoot599
600[regelnummer]
Daerna opstaen, na haer gerede.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot600
 
Dat .xiii. de teken, daer op sal
 
Hemel ende eerde oec bernen al.
 
Dat .xv. de, dan sal sonder verden
 
Hemel ende eerde neuwe werden,
605[regelnummer]
Ende al dat ye ward, sal dan saenGa naar margenoot+
 
In minscelike vorme opstaen.

voetnoot+
Cap. 11. Van vers 558 af, vertaald uit Vincentius' Epilogus, c. CXI; ook in Dr. G.I. Lieftinck, De Middelnederlandsche Tauler-Handschriften, Groningen, Batavia, 1936, blz. 298 en 407 (Sermoen XIV)
voetnoot531
na = volgens
voetnoot532
ondersceet = treden uit in bijzonderheden
margenoot+
(5)
voetnoot536
ondersceden = nadere uitbeelding.
[tekstkritische noot]540 vlgg. een groot stuk uit het perkament gesneden 559 hare in het hs. voluit 560 openbare id. 562 blivet: M. de Vries stelde voor (Taalkundig Magazijn, IV, 1842, p. 88) te verbeteren in bliven. Maar blivet is even goed, vgl. werd vs. 567.
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
margenoot+
bl. 89 e.
margenoot+
(20)
voetnoot553
ongehier = schrikwekkend
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
voetnoot560
cubitus = el
voetnoot561
hogen = hooger komen.
margenoot+
(35)
[tekstkritische noot]569 vóór het vs.: illustratie - derde in het hs. voluit 572 openbaer in het hs. voluit 578 dau hs.: dan (emend. M.W., 1, 1309; 8, 901; 8, 932; ook reeds door M. de Vries, l.c., p. 91, voorgesteld); vgl. ook in een Taulersch sermoen: des vijfsten daech soe sal dat loef ende gras bloet dauwen (Dr. G.I. Lieftinck, De Middelnederlandsche Tauler-handschriften. Groningen, 1936, blz. 298) 579 [die]: emend. M.W., 2, 1710 583 vóór het vs.: illustratie 584 eertbeve in het hs. voluit. Lelong las: eertbevene. Daarmee is het bewijs geleverd, dat eertbeve ook elders dan bij Maerlant (zij het dan ook navolging) voorkomt, zie M.W., 2, 1682 588 vlieden hs.: bedieden (emend. M. de Vries, l.c.) 592 bene. Lelong had liene gelezen, wat begrijpelijk is, daar het perkament op die plaats een naad vertoont waarnevens een krook: deze valt juist langs de neerhaal van de b en scheidt de neer- van de ophaal in tweeën, zoodat van oorspronkelijk bene bij vluchtig lezen wel liene kan gemaakt worden; er is daarenboven geen punt boven de streep die de i zou moeten zijn. De emendatie in bene (M.W., 4, 564) is dus tevens juist en overbodig.
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
[tekstkritische noot]596 alle er kan in het hs. ook gelezen worden alse. - merren: -er- in het hs. voluit 598 sterven: id. 602 na hemel in het hs. een punt 603 vóór het vs. ontbreekt het alineateeken 605 ye ward hs.: yeward Cap. 12, opschr.: wereld en claerheid in het hs. voluit 609 verbernen: -ber- in het hs. voluit 610 derre id. 614 [beteren] verwandelen[...] hs.: verwandelne verbeteren (emend. M.W., 4, 863 en 9, 275), Vinc.: mutabitur in meliorem.
margenoot+
(65)
margenoot+
bl. 89 f.
voetnoot599
om dat = opdat
margenoot+
(70)
voetnoot600
gerede = behoefte (nl. om op te staan)
margenoot+
(75)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken