Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verbroken zegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verbroken zegel
Afbeelding van Verbroken zegelToon afbeelding van titelpagina van Verbroken zegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (10.59 MB)

ebook (5.46 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rik Slabbinck



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verbroken zegel

(1952)–Jan Vercammen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]


illustratie

[pagina 63]
[p. 63]

XIV

 
ALDUS, vrienden, wilde de dichter voortaan
 
alleen de zuiverheid betrachten der dingen
 
in hun eerste staat. Zo wilde hij verstaan
 
waarom het zingen was van de hemelingen
 
in de nacht, die zo helder te Bethlehem was,
 
daar de melkweg wit was van een branden
 
en de sterren, ontdaan van hun oude as,
 
weer hun vuur ontvingen uit Gods handen.
 
Het geschiedde toen geboren werd het kind
 
uit de maagd, aldus staat geschreven.
 
Een kind dat geboren wordt is blind,
 
maar een wereld wordt op de wereld geheven.
 
En gelijk de moeder nog maagd is geweest
 
na de ontvangenis, behield alles wat leven
 
teelt zijn oorspronkelijke staat: het feest
 
waarvoor aan God een naam werd gegeven
 
in Eden, toen de gave, als bloesem reine gloed
 
in het amberen lichaam aangestoken
 
der minnaressen, oversloeg in het bloed
 
der minnaars en de trots was gebroken
 
van hun eenzaamheid. Het was de eerste maal
 
dat een beeld voor de waan werd opgekreten
 
der werkelijkheid, daar van de naakte taal
 
reeds de harde, heldere zin was vergeten.
 
Want maagdelijk was van ieder geslacht,
 
dat leven heeft, de moeder in den beginne,
 
zolang haar hart en haar schoot voor de kracht
 
van de man ontvankelijk bleven, binnen
 
de grenzen van het hoogland, waar de oorsprong
 
der vervoering is in het reine verlangen,
 
deze eeuwige sneeuw, die de zon doordrong;
 
zolang zij met het rijpe zaad heeft ontvangen
[pagina 64]
[p. 64]
 
van de vruchtbare man het andere zaad
 
van nieuwe ongeschondenheid, wijl de aarde
 
door haar hergeschapen werd in de staat
 
van haar oorsprong, oorspronklijke lustgaarde.
 
De avond is gesloten en in de houtvuur-as
 
staart de dichter, terwijl de rukwinden gieren
 
over het dak van Ter Doest, waar de hypocras
 
der eenzaamheid geurt als de zon om de vlieren
 
geurde in de tuin, die hij verliet als kind.
 
De zoete drank is met heimwee gekruid en
 
met het andere kruid, dat de milde man wint
 
in de tuin, die zomert zonder geluiden,
 
van zijn veertig jaren, teder en zeldzaam
 
en door een wijze tuinman weemoed geheten.
 
O wist ge de onvruchtbaarheid van een naam,
 
vrienden, en hoe de dichter heeft opengereten
 
de woorden met de scalpels, die vlijmscherp zijn,
 
van zijn pijn. Zij leven in hem als bieën
 
in hun warme korf met hun zoet venijn.
 
Soms slaat een woord aldoor, als in litanieën,
 
in zijn hals en zijn slapen met zijn bloed,
 
dat hij zijn ogen openspert op spiegelbeelden
 
van landschappen, nog door niemand ontmoet
 
op de wereld, die toch zwaar weegt van weelden.
 
Maar zelfs met dat woord kan de dichter niet
 
de zuiverheid der eerste moeder vertolken;
 
hij kan het met andere woorden niet
 
harder dan adamant of zachter dan wolken.
 
Zo komt het dat hij geen woorden vindt,
 
niet één helder woord voor wat hij te zeggen
 
heeft: dat hij het leven in één mens bemint.
 
Hij werd gedreven om zijn oor te leggen
[pagina 65]
[p. 65]
 
aan de aarde, waar de diepe bron onaards
 
ruist van de oorsprong der aardse dingen.
 
Toen de weelde van het najaar nog maarts-
 
pril was - o! die rijpe herinneringen -
 
werd de dichter in de brede stroom der ontrouw
 
aan zichzelf, lijk Mozes in de Nijl, gevonden
 
als weerloos kind door de koninklijke vrouw.
 
Zeg niet, dat ze om de aarde de krans had gewonden
 
van de onder duizend uitverkoren dag.
 
Noem niet de glanzende donkere bieën
 
van haar oogpupillen boven haar glimlach
 
als een rijpe perzik. Beweer niet de knieën
 
voor God te hebben gebogen om deze vrucht
 
en deze insecten, wijl uw knieën niet bogen.
 
Zaagt gij, dat zij rild en recht was als de zucht
 
van een kind en dat haar handen bewogen,
 
bewogen door een barmhartige God?
 
Zing niet dat haar voeten de paden betraden,
 
wijzer de weg dan gijzelf en zeker tot
 
in de onzekerheid der ingesneeuwde paden.
 
Of was haar huid licht als een bergmeer
 
in maneschijn en even donker tevens
 
en hadden haar slapen naast het oog de te-
 
re tonen van de kleinoden des levens?
 
Neen, leid ons niet in dat bedrieglijk dor oord.
 
Wij zullen dit vreedzaam huis niet verlaten,
 
waar de dichter één onuitgesproken woord
 
is, mens geworden, nu de herfst zijn ornaten
 
ras afleggen zal, - wanneer de vorst om Ter Doest
 
stil in de rozengaard, de sneeuw zacht in de
 
boomgaard dalen - of wanneer de wind woest
 
als de Walkuren voorbijvaart, wind van winden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken