Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verbroken zegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verbroken zegel
Afbeelding van Verbroken zegelToon afbeelding van titelpagina van Verbroken zegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (10.59 MB)

ebook (5.46 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rik Slabbinck



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verbroken zegel

(1952)–Jan Vercammen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]


illustratie

[pagina 67]
[p. 67]

XV

 
RUST is de dichter geen verworvenheid,
 
ook dat geluk gewon hij van het leven,
 
omdat geen grens rust van berusting scheidt
 
en dit laagland hem van elke verheven-
 
heid, waar de zon pril is, een reine wind
 
vaart en de sneeuw zuiver blijft in de sporen,
 
verwijdert. Onrust maakt hem eerst blind,
 
hij sluit zijn ogen, een kracht wordt geboren
 
uit zijn ontkrachting - lijk Aphrodité:
 
licht, puur en tijdeloos van in den beginne,
 
stijgt uit de sombere metalen van de zee.
 
Alleen in onrust kan hij diep beminnen.
 
Rust is als een spiegel, waarin zijn gelaat
 
eenzamer staat dan hij zelf kon wezen,
 
terwijl in zijn starre ogen maankil staat
 
een angst om nimmer bemind te wezen;
 
terwijl een geluid om zijn vingeren leeft,
 
alsof zij langzaam een lijkdoek schoven
 
over zijn leden; terwijl het licht beeft
 
als dat de lemen lampen in de doolhoven
 
der catacomben: hier verraadt zich de dood.
 
Neen, vrienden, niet de rust geeft de vrede,
 
die de dichter gierig in zijn ziel sloot,
 
maar de almilde onrust van zijn leden,
 
zijn zinnen, zijn geest en vooral zijn hart.
 
En indien hij de stilte ging beminnen
 
nog dieper dan lang geleden de smart,
 
is het omdat hij uit haar wil winnen
 
het kiemkrachtig zaad van welige onrust.
 
Wanneer hij verwijlt in haar zachte klimaten,
 
ontluikt in zijn hart een zuivere lust
 
als witte bloesem, wijd uitermate,
[pagina 68]
[p. 68]
 
- en vrede is in hem, vrede is wijd om hem,
 
dewijl hij bereikte zijn veertig jaren
 
in het jaar, dat daartoe was voorbestemd,
 
wijl de aarde juist even oud is van jaren
 
en steeds even oud zal wezen als hij.
 
Want zij zal varen op haar nauwe wegen
 
der wijde ruimte met dezelfde averij
 
als zijn hart oploopt op de wijde wegen
 
van zijn nauwe ruimte; in hun ruim
 
dezelfde specerijen uit dezelfde landen,
 
dezelfde delfstoffen, licht als schuim
 
of zwaar als een paar hopeloze handen.
 
Die vrede is zijn onrust het goede brood
 
en de zuivere wijn. Hij bezoekt elke stilte
 
als een landschap, dat God niet afsloot
 
en dat, gelijk Chanaän, vol is van mildte.
 
Daar voedt hij met onrust zijn rood hart,
 
dat altijd van te leven wil zieltogen,
 
dat edel lam, in de braamstruik verward,
 
offerande, die God behagen moge.
 
En de dichter offert zijn hart in het vuur
 
van zijn onrust, aldus wordt zijn offerande
 
als metaal gelouterd en glanst als het uur
 
der overgave - o veelvuldige! - dat branden
 
doet luwen tot een smeulen, vederlicht
 
en zachtwarm en geurig en met geluiden
 
van de stilte, als over hem een aangezicht
 
buigt: hoe mateloos verre klokken luiden.
 
Maar geen overgave, hoe grondeloos ook,
 
mag het doven - opdat het elk etmaal weder
 
in vlammen ontluike en hun witte wierook
 
de zuiverheid van zijn hart en zijn teder-
[pagina 69]
[p. 69]
 
heden onthulle, waar loutere vruchtbaarheid
 
- o liefde! - de duistere vogel doet zingen,
 
de naamloze, die hem immer weder verleidt
 
tot ene der zevenmaal zeven wijdingen
 
van het heilige leven - en de laatste is de dood.
 
Dat God ons, vrienden, deze waarheid bespare:
 
wat het leven ons in het verleden aanbood
 
zal het nimmer ons schenken de volgende jaren.
 
Als 's avonds om zijn woning de golven slaan
 
van herinnering, die het licht doen trillen,
 
zal hij veilig varen op deze oceaan,
 
want hij kon de woeligste branding stillen
 
met alleen een verlangen - en verzint
 
gebaar noch woord. Dies bidt, dat verlangen
 
immer in zijn zinnen nooddruft vind'
 
en helder in zijn hart worde ontvangen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken