Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verbroken zegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verbroken zegel
Afbeelding van Verbroken zegelToon afbeelding van titelpagina van Verbroken zegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (10.59 MB)

ebook (5.46 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rik Slabbinck



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verbroken zegel

(1952)–Jan Vercammen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]


illustratie

[pagina 71]
[p. 71]

XVI

 
VEEL bloemen bloeien op Gods lichte we-
 
reld, vrienden, waar dichters ze vonden,
 
zelfs in de woestijn, de seizoenloze zee
 
en de met duisternis gedempte afgronden.
 
Gelijk de bloemen schoon en ontelbaar
 
zijn de vrouwen, die wij beschroomd aanraken
 
met een blik, een ademhalen, een gebaar,
 
met een verlangen slechts of een verzaken
 
- die aldus éénmaal ons bezit zijn geweest
 
voor één ogenblik of een ogenblik langer.
 
Elk hunner liet ons, telkens weer verweesd,
 
haar gedachtenis. Enkele werden zwanger
 
van ons zaad, ons verlangen, onze wil
 
of onze gedachte en kunnen niet vergeten:
 
wij vullen met onvervuldheid de stil-
 
te tussen de stappen, welke zij weten
 
voorgoed in een stilte als een graf verdwij-
 
nen. Zij bidden, ontsteld om onzentwille
 
en op hun lippen ligt de druifdonzen schijn
 
van de lampen hunner wake te trillen.
 
Toen verlangen hun lenden had aangeraakt
 
met zijn vingeren, waarvan wij de mildste
 
niet kennen, vrienden, lag de wereld naakt
 
als de derde dag in haar vruchtbare stilte.
 
En zij schiepen gewassen en dieren soort-
 
gewijs om de aarde voor hun komst te bereiden.
 
Wanneer iemand van ons hun teken hoort,
 
begrijpt hij hun woord als een ingewijde;
 
hij treedt haar tegemoet en in de palm
 
van zijn handen - o schaduw dezer oasen! -
 
verzamelt hij, zorgzaam als Ruth haar hal-
 
men, de stille stamelingen hunner extazen.
[pagina 72]
[p. 72]
 
Zij leggen haar klederen af, dat wij haar
 
met het zwoele fluweel of de zoele zijde
 
van strelingen kleden; opdat wij haar
 
lichaam - o schrijn van tresoren! - voor beiden
 
ontsluiten zouden. Wij ontvangen vervoerd
 
de stigmaten van haar gezegende wonden
 
en nimmer is het leven bernender beroerd,
 
door de dood, maar nimmer schoner ongeschonden.
 
Zij ademen de ziel der bloemen in, die ster-
 
ven in volkomen zuiverheid: om ongeschonden
 
te bewaren wat in eeuwigheid hij niet wil der-
 
ven heeft God slechts zijn aardse Eva gevonden.
 
Zij zijn de dageraad, die het aangezicht
 
der aarde doet opklaren als de dagen
 
niet opengaan van de zon; zij zijn het gedicht
 
voor bezwering van de honderd hinderlagen
 
der wijsheid, die de moede man, onverhoeds
 
bijwijlen, aantast om hem te vervreemden
 
van zijn bestemming; de horen des overvloeds,
 
uitvloeiend in de handen der ontheemden.
 
De Helleen wist haar reine gedachtenis
 
telkens weer bloeien in de tuberozen
 
over het graf van zijn vader. Aan zijn dis
 
in haar licht was hij de schaduwloze,
 
die wij nog ontmoeten in het tempelpuin.
 
Maar sindsdien gingen de woorden verloren,
 
puur als de sculpturen in zijn tuin,
 
voor de zeven wonderen uitverkoren
 
der vrouw. Ach, vrienden, wanneer wij de naam
 
voor onze vervoering ontroerd ontdekken
 
als de vrouw ons tot leven bekeert, komt schaam-
 
te een enge kring om onze stilte trekken
[pagina 73]
[p. 73]
 
of ergernis brandt haar asseloos uit.
 
Kon hij de namen van Eden weervinden,
 
de dichter, hij zou ze dankbaar en luid
 
uitzingen: allelujah voor de beminde,
 
deze gebenedijde die benedijdt.
 
Zo verlangt hij soms in zijn stille handen
 
een Tanagrabeeldje te zien uit de tijd
 
toen het licht nog pril was. Wij branden
 
niet van de woorden, vrienden, maar van
 
onze onreinheid; oorspronkelijke namen
 
bevrijden ons uit deze ontwijde ban.
 
O konden we één ogenblik ons niet schamen,
 
wij zouden het zonlicht op aarde zien,
 
gelijk het gestold ligt in de petalen
 
der bloemen. O woorden verloren, misschien
 
voorgoed, sinds de verwarring der talen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken