Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-16- [H. Haerynck]: ‘Ons eerste woord’ [programmaverklaring van Flandria]

Vlaanderen! Ons land en ons volk!

Sedert eene halve eeuw trilden duizende harten voor zijn roem en recht; voor zijn wel en wee! Jeugdige krachten verrezen, streden moedig, vielen, wanhopig gebroken, neder. De taaisten, de hardnekkigsten, de onversaagdsten hielden vol in den levenstrijd voor Vlaanderens behoud, voor de instandhouding zijner volksziele, de geliefde moedertaal, tegen zijne twee aartsvijanden: Frankrijk en Rome.

***

Was de uitslag voor zooveel edel pogen, voor zooveel opofferingen niet aanzienlijk, de strijd werd toch niet opgegeven. Dat mag hij ook niet. Hij dient vooruit gezet met mannelijken moed en met verfrischende kracht.

Flandria zal het leger versterken onzer kloeke voorkampers, die wij met fierheid noemen: De Zweep en Vooruit in de hoofdstad. Het Volksbelang te Gent; De Kleine Gazet en Antigoon te Antwerpen en de Brugsche Beiaart te Brugge; alsook de t[a]lrijke tijdschriften, en onder andere: Hef Nederlandsch Museum, De Dicht- en Kunsthalle, De Toekomst, De Volksschool, De Kunstbode; mitsgaders de dag- en weekbladen, die in de beide Vlaanderen, Braband, Antwerpen en Limburg hunne geestesgaven onverpoosd wijden om ons volk te verlossen van de hartbedervende en onvaderlandsche verfransching en het geestdempende en vrijheidsdoodende ultramontanism.

***

Alhoewel Flandria het onderzoekingsrecht, de vrijheid in denken en handelen voorstaat, zal zij elke godsdien[s]tige belijdenis eerbiedigen, - indien deze de verstandelijke en zedelijke beweging van den mensch niet onterdrukt of verstompt. Met Wilhelm von Humbolf's, uitspraak hebben wij vrede: ‘De religie is de idealiteit van het volk!’ Wij zullen dus den godsdienst eerbiedigen met zijne eerbiedwaardige vormen. Wij zullen de kerkelijke feesten, waar het volk zich godvruchtig verzamelt en waar het gemoed van den ongeleerden mensch opgewekt wordt door de poëzie van het oneindige, gestreeld

[pagina 73]
[p. 73]

wordt door de zoete hoop eener eeuwige toekomst, niet bespotten. Uit eerbied voor onze lezers, voor het Vlaamsche huisgezin zullen wij de afdwalingen of de wandaden door de religieleeraars gepleegd, niet uitbazuinen of uitbuiten. De gerechtshoven zijn daar om het kwaad te bestraffen.

***

Kennis, wetenschap en onderwijs in al zijne vakken, van het lager tot het hooger-, van het beroeps-, tot het kunstonderwijs, gesteund op onzen landaard, gegeven in en door de moedertaal, om aldus ons volk het spoor te wijzen tot zedelijke gezondheid en stoffelijke welvaart: daarvoor ook strijdt Flandria. Het spreekt van zelf, dat wij onverzoenlijke tegenstrevers zullen zijn, daar waar duisternis, domheid, bijgeloof, onwetendheid, vervolging en ontaarding ons volk willen bedwingen en beheerschen, om het uit te buiten en om het in het ongeluk te storten, door bekrompenheid en verslaving. Nooit zullen krankheid en verstomping, zedelijk en stoffelijk verval onze bewondering verwekken. Daarom zullen wij opbouwen en steeds aanmoedigen, trachten nuttig te zijn door raad en daad, het vernuft aanwakkeren en volksgezondheid en zielesterkte toejuichen. Onderwijzers, handelaars, ambachtslieden, in al hunnen stielen en bedrijven zullen alle weken les en leering in ons blad vinden.

***

Een bijzondere rubriek zal de landbouwbelangen, die eene zoo groote plaats in het economische leven van de Belgische natie bekleeden - gewijd worden.

Inlichtingen over de omstandigheden waarin de handel der landbouwprodukten verkeert, zullen zoo volledig zijn als mogelijk; de bestuurlijke maatregelen op wetenschappelijk gebied toegelicht worden derwijze, dat er landbezitter en landbouwer met vrucht Flandria zullen kunnen raadplegen.

***

Flandria zal zich ook bewegen op het terrein der geschiedenis; want een volk, dat zijn verleden niet kent, kan zich in het heden niet doen waardeeren en loopt in de toekomst verloren, gelijk het gedachtelooze dier, wiens levensaanschouwing niet verder gaat dan zijn huidig bestaan. Door de geschiedenis komt een volk tot zelfbewustzijn. Geraakt ons volk daartoe, dan is het gered. Daarom zullen wij het de vrome daden van het voorgeslacht, zijne helden, zijne beroemde kunstenaars, zijne martelaren leeren beminnen en vereeren, zijne landverdrukkers, zijne volksverraders, tevens taalverguizers, leeren haten en vervloeken. Het eenvoudigste lied in Flandria zoowel als het gewichtigste vertoog zullen met dien geest doordrongen zijn.

***

Wij beminnen diep ons vaderland en zijne grondingstellingen. Moeten deze echter gewijzigd worden naar den eisch der hoogere belangen van land en volk, - zooals bijv. het art. 47 der Grondwet, dat moet plaats ruimen voor eene breedere opvatting van het kiesrecht - dan zullen wij bezadigd en kalm de wijzigingen onderzoeken en de verbeteringen met vastberadenheid aanprediken.

***

Wij zijn voor het grondwettelijk koningdom. Edoch, zulks zal ons niet beletten de vermanende stemme te verheffen, wanneer de taal en rechten der Vlaamsche Belgen, hetzij om het even door wien, miskend of vernalatigd worden.

***

[pagina 74]
[p. 74]

De roem en het recht van, ons volk zijn de bakens die ons moeten verlichten om het eene schoone toekomst toe te voeren. Benevens door de wetenschap, wordt roem vooral verworven door eigen kunst. ‘Eigen kunst is eigen leven,’ zong de dichter. Hier beroepen wij ons op al onze kunstenaars, beeldende, zingende en leerende om met hun talent onze onderneming te schragen en ons volk te verlichten en te stichten.

***

Van Germaanschen oorsprong zullen wij, Vlaamsche Belgen, aan de Noord-Nederlandsche broeders, aan de Duitschers, Scandinaven en Engelschen onze werking en onze geestesvoortbrengselen leeren kennen. Daartegen zullen wij ons volk bekend maken met al hetgene bij deze stamverwante volkeren verschijnt als scheppingen hunner geesteskrachten, als opborrelingen van hun diepvoelend gemoed, als uitingen van hun wetenschappelijk genie.

Wij eerbiedigen de Romaansche rassen en voor onze staatsbroeders, de Waalsche Belgen, hebben wij veel genegenheid over. Wij achten hunne rechten zooals wij de onze zullen doen achten; wij bewonderen hunne nijverheids- en kunstvoortbrengselen, zooals wij de onze zullen trachten te doen waarderen.

***

Daar wij in hetzelfde huishouden leven met onze Waalsche Staatsbroeders, zullen wij al het mogelijke doen, om door eendracht en broederlijkheid het gemeenzame vaderland te dienen met liefde, en het op de baan der welvaart vooruit te helpen.

***

Ook eene gezonde en onpartijdige kunst- en letterkritiek zal Flandria beoefenen. Aanmoediging voor de jongeren, waardeering der ouderen. Geene kritikasterslessen, geene koteriekritiek, ook geene ophemeling van sommige kunstenaars, met het inzicht andere te verminderen. Het hooge doel is ontwikkeling en verzameling van al onze krachten om eindelijk te zegepralen.

***

Om te sluiten:

Flandria is een strijdend en stichtend blad op vreedzame wegen.

Het werd in het leven geroepen uit hartstochtelijke liefde voor onze taal en ons volk, dat hoe gering in aantal, zich sedert eeuwen deed gelden.

 

a.Flandria
b.Wekelijksch Tijdschrift.
Motto's: ‘Omdat ic Vlaminc ben’: Van Maerlant
‘Als ic can’: Jan Van Eyck.
c.Brussel.
d.Drukker: D. Van Doorselaer-Verbeken, Paleizenstraat 102, Brussel.
e.‘Ons eerste woord.’
f.1e jg., nr 1, 30 augustus 1885, p. 1.
g.Anoniem. Waarschijnlijk van de hand van de hoofdopsteller Hippoliet Leopold Haerynck (Keyem 1858-1924). Was leraar aan het Koninklijk Atheneum te Brussel. Briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (16 nov. 1887), doch werd tijdens de eerste zitting na de Eerste Wereldoorlog (26 februari 1919) uitgesloten wegens samenwerking met de Duitse bezetter.
[pagina 75]
[p. 75]

Publikaties: Oorlog en Vrede. Geschiedenis der Europeesche Scheidsgerechten (Diksmuide, 1883); De Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Eenige wenken betrekkelijk hare reden van bestaan en haar doel (Brussel, 1886, 30 p.); Letterkundige Geschiedenis. Beoordeeling der Histoire de la littèrature néerlandaise en Belgique par Stecher, professeur à l'Université de Liège, membre de l'Académie royale (Brussel, 1887, 16 p.); Letterkundige Geschiedenis. Beoordeeling van Dr. Jan te Winkel's Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde (1e deel: middeleeuwen). (Brussel, 1887, 16 p.); Vade-Mecum bij het aanleeren van het Hoogduitsch (Brussel, 1887; in hetzelfde jaar verscheen hiervan een Franse vertaling); Essai de cours de longue allemagne, rédigé d'après les résolutions prises aux congrès des philologues modernes, tenus à Dessau et à Giesen (Eisene, 1888); Jan van Boendaele, ook geheten Jan de Clerc; zijn leven, zijn werken en zijn tijd (1888). Naast bijdragen in het door hem gestichte tijdschrift Flandria, publiceerde hij ook nog artikels in de Kölnische Zeitung (bijdragen in de rubriek: Kunst, Wissenschaft und Leben), in de Etoile beige (bijdragen over literaire geschiedenis), de Dixmeude-naar (geschiedkundige bijdragen) en in De Zweep. Vertaalde ook nog een verhaal van Herbert George Wells in het Frans: A propos de bottes (1909).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Hippoliet Haerynck