Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-43- Fr. P. Bernardinus: ‘Goede Manieren in de Letteren’
(Een waarschuwend woord)

Eerlijkheid en goede manieren zijn onontbeerlijk zoo we de drukpersvrijheid ongeschonden willen bewaren, als het palladium onzer burgerrechten.
Chr. boissevain.
De Gids, 73, L. 133.

Deze woorden genomen uit een Gids-artikel, waarin Boissevain Dr Van Vloten, den man der slechte manieren in de letterkunde geeselt, doch die hij zelf, helaas, te dikwerf vergat, meende ook ik gerust boven mijn artikel te mogen plaatsen. Ieder geeft het immers volgaarne toe: eerlijkheid en goede manieren zijn altijd noodig, en men ontwijkt met verachting den mensch, die op deze twee hoedanigheden niet kan roemen. Hij wordt gebannen uit elk fatsoenlijk gezelschap en men ontmoet hem slechts in de achterbuurten, waar grofheid, platheid en brutaliteit schering en inslag zijn.

Eerlijkheid en goede manieren zijn altijd noodig, ook bij den sch[r]ijver, wiens verheven taak het is, den mensch te veredelen, te beschaven, vóór te lichten. Onverschillig of zijn woord ons tegenklinkt in de zoete harmonie der toonen of in de forsche klanken van het proza; eerlijkheid en goede manieren moeten de sieraden zijn van elken kunstenaar. Vergeet de schrijver ook slechts voor een oogenblik die noodzakelijke voorwaarden, dan doet hij kwaad aan de zaak, die hij moest verdedigen, dan rukt hij zich zelven de kroon van het hoofd en wordt hij toegejuich[t] door eene dwaze menigte, ... doch het zijn juist die toejuichingen, die zijne groote schande uitmaken. Hij toch, die moest staan op het verheven standpunt om den mensch te leeren, wordt dan door oneerlijke en onfatsoenlijke menschen tot de hunne gerekend.

[pagina 215]
[p. 215]

De schrijver moet den mensch beschaven, veredelen, verheffen! Verheffen dat is zijn plicht. Hij moet niet alleen de kracht vinden om zich zelven van het stofte ontdoen, zich losrukkende van de aarde en het aarsche om te zweven in hooger sferen, doch gelijk de adelaar in steeds breeder kringen boven het nest der jongen opstijgt, ook dezen tot vliegen noodt, zoo ook moet de kunstenaar de zielen der menschen mede voeren naar het ideaal der schoonheid, naar zijnen Schepper, naar zijnen God. Soms ook moet hij wijzen op de gebreken, die den mensch aankleven; hij moet het oor leenen aan de wanklanken der maatschappij, er de menschheid aandachtig op maken, om dan de zuivere melodieën te doen weerklinken, waardoor de mensch getrokken wordt tot het goede en schoone en dan ook de gave Gods aanwendt om de wanklanken tot eene goede oplossing te brengen. Soms voorzeker is het noodig dat de heilige toorn den schrijver beziele; dat hij de zonden der maatschappij in al hare naaktheid toone, opdat de menschheid zelve hare misdaden leere verachten; soms moet hij den afgrond schilderen waarin men gereed is zich neer te werpen, opdat de menschheid sidderend terugwijke en de zekere wegen bewandele van waarheid en deugd. Wanneer hij een Goliath ziet, die het leger des Heeren uittart en bespot, ja, die uit haat zijn Christus bespuwt en Hem onder hoongelach den rietstok in de heilige handen duwt, dan slingere hij met de kracht der heilige verontwaardiging den steen van David door de lucht ... want het behoort tot de eerlijkheid en goede manieren dat hij het ondier zonder medelijden treft in zijn dierlijken kop.

Maar niet ieder tegenstander is een Goliath. Vrije kinderen onder Gods vrijen hemel als wij zijn, kan er ook onder ons, vereerders van eenzelfden God, verschil van meening ontstaan, en dan vooral zijn eerlijkheid en goede manieren onontbeerlijk. Voorzichtigheid en diepe kennis moeten dan hand aan hand gaan; men overwege de toestanden en men houde rekening met de personen.

***

Verschillende bladen nu strijden voor de edele Vlaamsche beweging. En ieder nieuwe kampioen voor waarheid en recht wordt met ingenomenheid, met vreugde zelfs begroet. En terecht! Elke strijder voor eene edele zaak drukken wij met vriendschap de broederhand. En de zaak der Vlaamsche beweging is eene edele zaak! Doe het Vlaamsche volk weder zijn taal beminnen; doe de zoete klanken der lieve moedertaal weder ruischen in school, kerk en huisgezin en er zal een dam opgericht zijn tegen de Fransche zeden, boeken en dagbladen, die als zoovele verderfelijke winden de lucht van ons geliefd Vlaanderen benauwen en verpesten. Sommige Fransche schrijvers hebben zoozeer eerlijkheid en goede manieren vergeten, dat zij de leermeesters geworden zijn van het kwaad, dat zij de afzichtelijkste zonde met een verlokkend kleed ten toon stellen, en de bedervers zijn geworden onzer goede Vlaamsche jeugd. Vloek over het hoofd der schrijvers, die slechts wroeten in het slijk en helaas met klatergoud omhangen zoovelen tot zich lokken om ze in het slijk te doen omkomen! De Vlaamsche beweging is dan ook gesteund door een ieder, die het wel meent met zijn naaste, en de groote leiders der Beweging mogen met volle recht en tevreden oog staren op de overwinningen, die zij reeds behaalden.

Geen wonder dat elke nieuwe kampvechter met vreugde wordt begroet, als een nieuw strijder in het groote leger der Vlaamsche beweging. En toch is een waarschuwend woord hier niet ongepast. Eerlijkheid en goede manieren ... zijn die twee noodzakelijke vereischten wel altijd de eigenschappen van al onze jeu[g]dige strijders?

Alleen naar den boozen Goliath slingere men den steen, ... maar ieder tegenstander is, Gode zij dank, nog geen Goliath. De knots als een dolle man in het ronde slaan, de zweep op ieders schouders striemen, zonder te vragen, welke de gevolgen onzer handelingen zijn, dat is geen edele strijd, dat is een vechtpartij, niets meer.

[pagina 216]
[p. 216]

Sommige Vlaamsche blaadjes hebben het soms tegen hoog geplaatste personen. Voor het oogenblik onderzoek ik den grond der zaak niet, toch in alle geval is de wijze waarop men schrijft, eenvoudig en op het zachtst uitgedrukt: slecht gemanierd. Men dient van de Overheid te spreken met den eerbied, dien men aan de Overheid verschuldigd is. De onbetamelijkheid verbittert, vervreemdt en strekt waarachtig niet tot nut aan de Vlaamsche beweging.

Goede manieren dus worden dikwerf vergeten, en waar blijft dan de eerlijkheid? Sommigen meenen dat iets juist dan waarheid is, wanneer het ons grof en plat gezegd wordt, alsof de waarheid niet eene afspiegeling is van het eeuwig en onveranderlijke Schoone. Waar blijft de waarheid? Alsof de Overheid alles gelijk met een tooverstaf zoude kunnen veranderen. Neen, daarvoor heeft de Fransche overheersching te lang geduurd, daarvoor zitten er nog in den grond te veel wortels van het Fransche onkruid. Alles kan en zal met langzaam en bedaard toch vastberaden beleid verbeterd en verholpen worden.

In onze dagen [,] nu tronen waggelen en de revolutie in vele landen opdoemt als de lichtzinnige deerne met loshangend haar en verboden lust, alles vernietigend en niets opbouwend, om straks op de puinhoopen den ruwen schaterlach te doen hooren over de dwazen, die meenden dat een heerlijk gebouw uit de asch zoude verrijzen; in onze dagen[,] nu de grond dreunt onder de legerscharen der socialisten, die alle gezag als dwaasheid en misdaad brandmerken, scharen wij ons nauwer om troon en altaar! Steunen wij meer dan ooit de mannen met wettig gezag bekleed en blijven wij Vlamingen, die strijden voor Godsdienst, Vaderland en Moedertaal!

Ongemanierd aanvallen werkt nog verderfelijk op de jeugd. Het prikkelt de zucht, niet tot edelen strijd, maar tot schelden en razen.

Nog eens, hoe meer men strijdt voor de Vlaamsche beweging, hoe beter, doch men doe het immer met eerlijkheid en goede manieren. Plat is altijd plat, grof is altijd grof.

Dr Schaepman eindigt ergens zijne kritiek van een Vlaamsen dichter, die eerlijkheid en goede manieren geheel vergeten had, op de volgende wijze:

‘Overigens kan de kritiek op dit stuk zeer kort zijn. Een geestig Vlaming moet eens gezegd hebben, dat de Dominés onzen Noord-Nederlandschen stijl hebben gevormd of bedorven. Het is mogelijk dat de preektoon nog wat sterk door ons proza en onze poëzie galmt. Maar de Geuzen zijn ook fraai bezig met den Zuid-Nederlandschen stijl. Ruwheid, grofheid, lompheid, zijn slechte plaatsvervangers voor gevoel, verbeelding, heldenmoed. Als men - en terecht - niet wil dat onze Nederlandsche letterkunde toga en bef drage, dan behoeft men haar waarlijk niet te gaan sieren met een geuzenkokarde.’

Dr Schaepman schreef dit in 74.

Toga en bef zijn meer en meer verdwenen, gelukkig ook de geuzenkokarde, doch laten wij de schoone letterkunde evenmin gaan sieren met de verscheurde en woeste kleederen van den socialist, die elk gezag verdoemt.

 

Hal.

 

a.het belfort.
b.Tijdschrift toegewijd aan Letteren, Wetenschap en Kunst.
c.Gent.
d.Drukker: S. Leliaert, A. Siffer & C°, Hoogpoort 52, [Gent].
e.‘Goede Manieren in de Letteren (Een Waarschuwend Woord).’
f.7e jg., 1892, I, pp. 200-204.
g.Fr. p. bernardinus, Minderbroeder-Conventueel = Pater Bernardinus-Maria Mets. (Dokkum 1864-Huissen (Nederland) 1915). Trad toe tot de orde van de Minderbroeders-Conventuelen (1881). Ontving de priesterwijding in de parochiale kerk te Dokkum op 24 augustus 1888. Was novicenmeester in het klooster te Halle, waar hij in hoog aanzien stond als ‘de flinke schrijver, de gevierde redenaar en voordrachtgever, de predikant die dichte scharen lokte’ (P.N.T., ‘Uit het Necrologium van Halle,’ St. Antoniusklok, maandschrift der Paters Minderbroeders Conventuelen, sept. 1942). Verbleef later in het klooster te Leuven tot de inval van de Duitse troepen. Daar de brand van Leuven (5 aug. 1914) het klooster bedreigde, was de communiteit verplicht het klooster te verlaten. Pater Bernardinus Mets kon uitwijken naar Nederland, waar hij nog een tijd dienst deed als aalmoezenier in het Belgische vluchtelingenkamp te Uden. Over zijn oorlogservaringen publiceerde hij artikels in het Amsterdamse dagblad De Tijd. Van zijn literair werk is nog slechts weinig bekend. In het Lectuurrepertorium (onder redactie van Joris Baers, 1952-'54) wordt hij nog vermeld als auteur van Frederik Ozanam (een roman over een heiligenleven). Schreef een Franse bewerking van Curicque, J.M.: Wonderbare verschijningen eener ziel des vagevuurs aan eene kloosterzuster in 1870. (Naar het Fransch door P.F. Bernardinus [18723]. Historische werken leverde hij met: Geschiedenis van de Orde der Minderbroeders (Gent-Haarlem, 1893) en Leven van den H. Joseph van Cupertino van de Orde der Minderbroeders Conventuelen (Gent, 1893). In 1892 publiceerde hij in Het Belfort een uitvoerige bijdrage over Dr. J.H.A.M. Schaepman. (1892, I, pp. 297-320, II, pp. 5-29).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen