Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-61- [Programmaverklaring van Gentsch Museum]

Onder den titel ‘Gentsch Museum’ zal eerlang een wekelijksch tijdschrift verschijnen dat - hopen wij - bij alle Vlamingen en in 't bijzonder bij de Gentenaars oprecht welkom zal zijn. De uitgave heeft ten doel werken te verspreiden die voor de artistieke, wetenschappelijke, bestuurlijke of politieke geschiedenis van de stad Gent veel belang opleveren, maar die ongelukkiglijk zeer zeldzaam geworden zijn en slechts gekend van eenige bevoorrechte geleerden en boekenverzamelaars. Dank aan deze uitgave zal iedereen aan de hand de kostbare bronnen verkrijgen waaraan vroeger slechts enkele geschiedschrijvers en letterkundigen konden putten en die een zoo eigenaardig licht werpen op de geschiedenis van de stad Gent, op den oorsprong, het verval of den luister van hare monumenten, op het leven van hare vorsten, hare volkshelden, hare kunstenaars, hare geleerden, hare weldoeners, enz. enz.

Wat alle Gentenaars dienen te kennen en wat, heiaas, zoo weinig gekend is, zal door deze uitgave populair gemaakt, binnen 't bereik van iedereen gebracht worden, om na verloop van eenige jaargangen eene kostbare verzameling te vormen waarvan wij de aantrekkelijkheid en het nut niet behoeven te doen uitschijnen.

Het Gentsch Museum zal verschijnen in wekelijksche afleveringen van 16 bladzijden, op schoon papier gedrukt, letter en formaat gelijk van het tegenwoordig prospectus, aan den zeer geringen prijs van 5 frank 's jaars voorop betaalbaar per trimester aan 1 fr. 25 of, per aflevering, aan 10 centiemen, zoo dat het in 't bereik zal wezen van alle beurzen.

Elke aflevering zal in twee deelen gesplitst zijn. De eene helft zal den herdruk geven van oude werken of fragmenten van oude werken en documenten zooals: Oorkonden betrekkelijk de eeuw der Van Artevelden, de Gendtsche geschiedenissen van pater Bernardus De Jonghe (De eerste geuzenpredicatien te Gent, de beeldstormerij te Gent, de gruwelen der Spanjaarden en der inkwisitie te Gent, de belegering van 't Spanjaardskasteel,

[pagina 273]
[p. 273]

enz. enz.), de beroerlicke tijden, van den Gentschen kronijkschrijver Marcus Van Vaernewyck. Verder geschiedkundige mengelingen betrekkelijk onze stad onder de Spaansche, Oostenrijksche en Fransche overheersching, Gent in den Hollandschen tijd, een dagboek van hetgeen er te Gent voorgevallen is met de revolutie van 't jaar 30, enz. enz.

De oorspronkelijke tekst zal getrouw en onpartijdig gevolgd worden, om het even tot welke school of politieke denkwijze de kronijkschrijvers hebben behoord. De tijdsomstandigheden hebben genoeg geleerd, denken wij, opdat de lezer zelfde waarheid en de dwaling wete te onderscheiden.

De tweede helft zal bevatten: eene bloemlezing der gedichten en liedjes van oude en moderne Gentsche poëeten, de geschiedenis der voornaamste gilden, rederijkerskamers en maatschappijen van Gent, Gentsche spreuken en anecdoten, enz. Onder den titel Onze Gentenaars zal in elke aflevering de levensbeschrijving verschijnen van eenen stadsgenoot die zich op 't gebied van schoone kunsten, letteren, wetenschap, staatkunde enz. heeft onderscheiden of zich als hetgeen de Franschen noemen l'homme du jour ‘den man van den dag’ doet gelden. Het Gentsch Museum zal er zich ook op toeleggen jonge kunstenaars, die bewijzen van aanleg geven, aan te moedigen en bekend te maken.

Indien de inschrijvingen aan de verwachtingen beantwoorden, hopen de uitgevers bij elke aflevering het portret van een Gentenaar of de reproductie van een onzer monumenten of van een kunstgewrocht van Gentsche artisten te kunnen voegen. Van de medewerking onzer stadsgenoten zal het bijgevolg afhangen om van het Gentsch Museum een kunstalbum te vormen dat in de bibliotheek van alle Gentenaars en zelfs van alle Vlamingen aanspraak zal mogen maken op de eereplaats.

Men kan zich laten inschrijven ten bureele van het Gentsch Museum St-Jansvest, 16 en bij de verkoopers van het Vaderland.

De eerste afleveringen van het Gentsch Museum liggen klaar om onder de pers te gaan, doch het zal slechts dan in 't licht gezonden worden wanneer het getal inschrijvers toereikend is om de kosten van uitgave en dus het bestaan van het tijdschrift te verzekeren.

Wij beginnen onze uitgave op nederigen voet. Rechtzinnig gesproken, onze droom was het Gentsch Museum met een min eenvoudig, met een rijker kleed in de wereld te mogen zenden. Hadden wij het aldus gedaan, het zou misschien van onzentwege meer behendig geweest zijn: 't is immers zoo in de gewoonte van 't publiek aan te lokken met bluf! Maar onder dat oogpunt willen we niet van de mode zijn. Wij beloven en geven slechts wat wij kunnen: wat de ondersteuning, welke wij bij het Gentsch publiek ontmoet hebben, ons toelaat. Deze ondersteuning is niet ontmoedigend, maar zij is ook niet wat men zou mogen verwachten voor eene uitgave die de belangstelling van alle Vlamingen en in 't bijzonder van alle Gentenaars diende op te wekken. En toch droomen wij eenen aangroeienden bijval, eene schoone toekomst voor ons tijdschrift. Het zal van onze lezers, van onze inschrijvers afhangen, omdat wij in de volgende afleveringen niet alleen meer tekst maar een keus van schoone portretten en gravuren zouden kunnen geven. Hoemeer inschrijvers op ons werk, hoemeer verbeteringen het zal ondergaan. Iedereen brenge een steentje aan en weldra wordt ons tijdschrift een echt museum, opgericht ter eere van ons duurbaar Gent.

 

a.gentsch museum.
b.Wekelijksch Tijdschrift. Geschiedenis, Oudheidkunde, Beeldende kunsten, Letterkunde, Toonkunde, Tooneel, Zeden en Gewoonten.
c.Gent.
d.Drukker: H. De Brabandere, Sint-Jansvest 16, Gent.
[pagina 274]
[p. 274]
e.Prospectus zonder titel. ‘Voorwoord.’
f.1e jg., nr 1, 25 augustus 1895, pp. 1-2.
g.Anoniem. Vermoedelijk opgesteld door de hoofdredacteur van het tijdschrift, hendrik keurvels (Gent 1852-ibidem 1933). Eerst notarisklerk, dan medeopsteller van het Gentse dagblad La Flandre libérale. Medewerker aan het jaarboekje Het Kersouwken te Leuven, het weekblad Het Vlaamsche Volk van Gent. Was bestuurder van ‘De Eendracht’ te Gent. Schreef verder nog in De Zweep (Brussel), De Vlaamsche Kimstbode (Antwerpen), Het Volksbelang (Gent) en in het jaarboekje van de Zeternamskring te Gent.
Werken: Recht voor de vuist! (1874; 9 verhalen); Amerikaansche burgers. Voorbeelden van zelfhelp en vaderlandsliefde tot stichting van het Vlaamsche volk (1877); De negers in Afrika... en in België (1877, voordracht); Servaas van Steenlandt, drama in vier bedrijven. Met talrijke geschiedkundige aantekeningen (1880); De Staatsomwentelingen in België op het einde der 18e eeuw (1884; voordracht); Vrouwe van Ackere, geboren Maria Doolaeghe (1884); Onze Politieke Strijd (1885, voordracht); Een bloedig Raadsel (1887).
Publiceerde ook talrijke bijdragen in De Vlaamsche Kunstbode, o.m. de studie: Karel van Mander, zijn leven, zijne werken (1872).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Hendrik Keurvels