De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

-73- Edmond van Offel: ‘Nota's [over kunst].’

De golf stijgt en daalt, om weer te stijgen: - zoo ook het Leven.

En Kunst is de blijvende uitdrukking van het Leven.

Nu, stijgt de golf. Wij gaan den berg op.

Ons Leven droomen we breeder en schooner; onze Kunst willen we sterk en puur.

Zoo is 't: wij gaan den berg op.

[p. 313]

Eeuwen reeds zijn de kringen, waarin de kunstgeest zijn vlerken uitstrekken kon, verengd; en de zich zoo ontwikkeld noemende mensch, de mensch der xix^e eeuw, de eeuw van vooruitgang, heeft de Kunst toch erbarmelijk gekortwiekt en haar in een zakstraatje geplaatst waar, voor haar, geen uitweg meer scheen te zijn.

Hij noemde het realism.

Op het Altaar staat het lichtdruktoestel.

Als een boom, die door de eeuwen heen, tot in de ons ongekende tijden zijn wortels schiet, en die in zekere terugkeerende tijdvakken prachtig en krachtig in eens begint op te bloeien, zoo leeft het diep menschelijke gevoel van eendracht en gelijkheid, van liefde.

Begint de boom niet overal te bloezemen? Heeft men het niet in alle talen uitgesproken: - ‘Iedereen voor allen, allen voor iedereen?’

De Liefde zal de Kunst hernieuwen.

Klein en zelfzuchtig heeft de kunstenaar zich gevoeld voor zijn werk. Wat was het geworden? Een modewerkje, een schets, een gril bestemd om ijdele rijkemans grillen te voldoen? Kon hij daar in berusten?

De kunstenaar wist dan dat hetgeen hij in zich draagt, het schoone, dat ook het goede is, goede wijn, goed brood voor allen zijn moet. Hij wilde voortaan voor velen arbeiden, en hetgeen hem gegeven was, onder allen deelen.

Is zoo niet ontstaan de schoonste onzer kunstbewegingen, het weer op den troon plaatsen van de ware kunst; de dekoratieve kunst?

- Het is zóo: de kring verbreedt, wij gaan den berg óp.

a.	Jaarboek van de Scalden.
b.	Geen ondertitel.
c.	Antwerpen.
d.	Drukker: De Vos & Van der Groen, Jezusstraat 22, Antwerpen.
e.	‘Notas.’
f.	1ste Jaarboek, 1897, p. 12 en 14.
g.	edmond van offel* (Antwerpen 1871-'s Gravenwezel 1959). Prozaschrijver, dichter en graficus. Studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en was tekenleraar aan de Nijverheidsschool te Antwerpen. Maakte als dichter naam door zijn medewerking aan vooraanstaande literaire tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Twintigste Eeuw. Hij schreef ook verhalen, toneel, essays, kinderboeken en een geromantiseerde biografie over Adriaan Brouwer. Als tekenaar en ontwerper van exlibris is hij een van de markantste vertegenwoordigers van de Jugendstil in Vlaanderen.