Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-72- [Programmaverklaring van De Vlaamse School, Nieuwe Reeks]

Grondig hervormd, in handiger, meer prakties formaat, verrijkt met een gehele voorraad opzettelik voor haar getekende en gesneden kop- en eindstukken, versierde letters en wat dies meer, treedt ‘de vlaamse school’ deze tiende jaargang in.

Instee van twee losse vellen als vroeger, zal voortaan, om de maand, een ingenaaide aflevering van drie tot vier vel druks het licht zien. De abonnementsprijs blijft bepaald op 10 fr. (5 gulden) 's jaars, verzendingskosten daarin niet begrepen.

Aan de heer pol de mont, sedert lang in de Redaksie werkzaam, is tans de taak van hoofdopsteller toevertrouwd.

Wij handelen ook over alle maatschappelijke kwestiën en gebeurtenissen; over de macht en beweging, die geheel onze samenleving doorroert en omwentelt; en wij trachten geest en hert en stap te richten, waar, in de opkomende dageraad der aanbrekende eeuw, wijzen de Paus, de christene denkers en zieners en die tochten die de volkswereld doorvaren.

[pagina 310]
[p. 310]

Het algemeen programma van het tijdschrift blijft hetzelfde: er zal, nu als vroeger, gesproken worden over kunst en kunstenaars - oude zowel als nieuwe, uitheemse zowel als inlandse -, oorspronkelike belletrie van Nederlandse schrijvers zal het licht zien; de jongste werken van onze eigen en ook wel van andere literaturen zullen behandeld worden; alle merkwaardige kunstebeurtenissen, de wereld door, zullen aangestipt worden...

Bij het schriften van ingezonden bijdragen zal echter - evenzeer in het belang van de medewerkers zelf als in dat van het tijdschrift - met groter strengheid worden te werk gegaan.

De tot heden wat dunne schaar van onze medewerkers is merkelik vermeerderd. Van nu af bezitten wij bijdragen van de volgende reeds vroeger of pas nu voor 't eerst aan onze uitgaaf verbonden artiesten en schrijvers: Baertsoen, Bauer, Briët, Claus, Doudelet, Leo Frederic, Albrecht en Julius de Vriendt, Ismaël Gentz, Edmond van Hove, Melchers, Karel Mertens, Frans van Leemputten, Haverman, Fernand Khnopff, Jakob Smits, Hendrik Luyten, Antoon van Welie, Edmond van Offel, Wenckebach, - Dr Max Rooses, Guido Gezelle, Emants, Marie Boddaert, Victor de Meyere, Henriëtte Wythoff, Hendrik de Marez, Dr Edw. Koster, Jacob Winkler Prins en anderen.

Met Duitsland - waarvan wij hier te lande noch steeds àl te weinig weten - zijn nauwere betrekkingen aangeknoopt. Nu vooral, dat aan gene zijde van de Rijn de belangstelling voor Vlaamse letteren en kunst evengoed als voor onze eigenlike Vlaamse taalstrijd levendiger is dan ooit te voren, levendiger zelfs dan in enig ander land, schijnt ons het ogenblik gekomen om het te beproeven, niet alleen onder de beschaafde Platduitsers maar ook onder de geletterde Hoogduitsers vrienden voor onze eigen letterkunst en lezers voor onze eigen schrijvers aan te werven. Wij menen overigens te weten, dat vele van ons lezers, en niet onder de eigenlike letterkundigen alleen, gelukkig zullen zijn nu en dan gelegenheid te hebben, om met enige bijdragen van de beste Platen Hoogduitse schrijvers kennis te maken. Van heden afhebben wij niet alleen stukken in dicht en ondicht van enige van de beste jongere Hoogduitse auteurs, als Otto Julius Bierbaum, Fritz Bley, Gustaf Falke, Dr Caesar Flaischlén, Karl Henckell, Arno Holz, Meier Graefe, maar ook van de uitstekende oudere Plat- én Hoogduitse poëten: Professor Dr Klaus Groth en Johann Meijer.

Biezondere zorg wordt besteed aan het iellustratieve gedeelte. Het is de vurige wens van de uitgevers, naast fotografieën van schilderijen of beeldhouwwerken zoveel mogelik oorspronkelike tekeningen, houtsneden en etsen te kunnen geven, en aldus steeds minder en minder aan de mekaniese wedergave overte laten.

In al wat ze opneemt, in al wat ze beoordeelt, wil ‘De Vlaamsche School’ zich enkel bezighouden met de vraag, of het werk inderdaad kunstwaarde bezit, onverschillig van welk kunstenaar het komt, tot welke kunstrichting het behoort. Ze wil zich zover mogelik verwijderd houden van alle vooringenomenheid vóor of tégen enige strekking; ze wil niet bij voorbaat veroordelen of ophemelen, zij wil volgens de breedste kunstopvatting, volgens haar eerlikste overtuiging en naar haar beste krachten de waarde van kunstenaars en kunstwerken van eiken aard, van ieder gehalte, van ieder tijdperk vaststellen.

Personen kent ze niet. Ze kent enkel de kunst. - En ze biedt gastvrijheid aan al wie in Nederland kunst voortbrengen kan.

In haar tietel: ‘De Vlaamsche School,’ leze men niet een elke andere uitsluitende liefde voor de schilderschool van Vlaanderen, evenmin een tendens-begrip van ‘school’ in 't algemeen. - Zij draagt haar naam enkel uit fierheid op de wereldroem, die de kunst van haar geboortegrond zo terecht verworven heeft.

Als geïellustreerd kunst- en letterkundig tijdschrift, in het opzicht van de uitvoerig tevens artiestiek, staat ‘de vlaamse school’ nagenoeg alléen in de beide Nederlanden.

[pagina 311]
[p. 311]


illustratie

[pagina 312]
[p. 312]

Om haar mooie idealen te bereiken, roept zij de hulp in van al wie in Noord en Zuid liefde voelt voor de kunst en - wellicht ook - wat simpatie voor het oprecht, belangeloos streven van

redaksie en beheer.

N.-B. - ‘de vlaamse school’ verschijnt in ‘nieuwe’ spelling (stelsel der Vereniging tot Vereenvoudiging van onze Schrijftaal). - Wij wensen daardoor het publiek te gewennen aan en andere tijdschriften of bladen aan te wakkeren tot het navolgen van wat in werkelikheid niet anders dan het grootste prakties nut voor onze taal kan opleveren. - ‘Schrijf zoals een beschaafd mens spreekt!’ Ziedaar de bazis van het stelsel. - Als toepassing halen we aan: afschaffing van scherplange o en e; schrijven van ie voor elke zuivere Nederlandse i-klank; schrijven van i in plaats van ij waar deze toonloos is; weglaten van onuitgesproken letters, t(h)ans; er(w)t; Nederlands(ch); tuss(ch)en; schrijven van de bastaardwoorden volgens het gehoor; weglaten van buigingsuitgangen, waar ze voor zin of gehoor onnodig zijn. - Voor volledige inlichting en verklaring is een brosjuurtje gratis bij de uitgever te bekomen.

De medewerkers zijn en blijven evenwel volkomen vrij, de spelling te gebruiken, die ze verkiezen.

 

a.De Vlaamse School.
b.Geen ondertitel.
c.Antwerpen.
d.Drukker; J.-E. Buschmann, Antwerpen.
e.‘Tot Inleiding.’
f.Nieuwe Reeks, 7e jg., 1897, pp. 1-3.
g.Ondertekend: Redaksie en Beheer.
Beheerder en uitgever van het tijdschrift was paul buschmann Sr.* (Antwerpen 1846-Ibidem 1909), die sedert het overlijden van Désiré van Spilbeeck (1887) het tijdschrift leidde tot 1901. Daarna stichtte hij het tijdschrift Onze Kunst. Publiceerde zelf in deze tijdschriften, vaak onder het pseudoniem Pauw I. Vanaf 1870 had hij samen met zijn broer Gustave de leiding van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann, die door de verzorgde uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, opnieuw van Antwerpen een centrum van befaamde drukkunst maakten op het einde van de 19de eeuw. Was o.m. de drukker van het prospectus en van de tweede reeks van Van Nu en Straks.
Vanaf 1897 werd pol de mont* (5), die Buschmann reeds van bij het begin van de nieuwe reeks had bijgestaan, officieel als hoofdopsteller aangesteld. Door hem is deze programmaverklaring vermoedelijk opgesteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen