Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-115- P.-J. D'Hoedt: ‘'t Naturalisme op het Tooneel.’

We willen eenige artikelen wijden aan de beroemdste der moderne tooneelschrijvers uit alle landen, met het doel, de aandacht onzer lezers op hen en hun werken te trekken, want hun verschijnen en bestaan, is meer dan een oppervlakkige gebeurtenis, en we aarzelen niet, dit een teeken van onzen tijd te noemen, 't Blijft tevens niet zonder invloed, op de geestesontwikkeling van het volk.

Meer en meer neemt het schouwburgbezoek toe, en 't publiek stelt zich niet meer tevreden met oppervlakkigheden; het stelt hoogere eischen; het verlangt niet meer naar den schouwburg te gaan, alleen om zich te vermaken. Het wil er leeren, het wil onderwezen worden en geestelijk genot smaken.

Als we spreken van 't publiek, bedoelen we enkel een deel er van, en we schrikken niet te bekennen: het kleinste deel, want het groote publiek gaat nog met den sleur mede en is nog onverschillig voor alles wat kunst betreft, omdat het steeds een kunstopvoeding heeft moeten ontberen.

Maar als we slechts 25 jaar terugblikken, stellen we een groote verandering ten goede vast, en we mogen zeggen: de vooruitgang is betrekkelijk groot. En dat is 'n verheugend verschijnsel.

Over een tiental jaren, waren de tooneelwerken van Ibsen, in ons land zoo goed als onbekend, en de weinigen die ze allen, of gedeeltelijk gelezen hadden, begrepen er den diepen zin niet van en bleven er, om zoo te zeggen, onverschillig voor. Nu is dat anders geworden. Ibsen's naam wordt uitgesproken door allen die min of meer het theaterleven

[pagina 436]
[p. 436]


illustratie

[pagina 437]
[p. 437]

medemaken, en men is begeerig zijn werken te zien opvoeren. Wie dat geluk niet mag smaken, is teleurgesteld en voelt een leegte in zijn geestes-leven.

Langzaam, maar zeker, worden de drama's der oude school verdrongen door deze van de nieuwe. Zelfs de historische tooneelwerken worden niet meer, of zeer zelden gespeeld, en geen mensen vraagt er nog naar. Men verlangt het werkelijke leven op het tooneel te zien. Hoe juister en hoe treffender men dit weet weêr te geven, des te zekerder mag men zijn van een grooten en blijvenden bijval.

Aan naturalistische en realistische tooneelwerken, wordt de voorkeur gegeven boven alle andere, en de ideeën- en tendenz-werken schrikken de schouwburgbezoekers niet meer zoo erg af als in vroegere tijden. Wel bestaat er hier en daar nog een zekere schuchterheid, om er mede te beginnen. Maar die schuchterheid, die ongegronde vrees zal overwonnen en verdreven worden. Men moet met den tijd mede gaan; wie het niet doet, wordt er door verpletterd. En dàt moet ons in blijde stemming brengen. Tegenwoordig houden de meeste tooneelschrijvers, die opstaan, zich bezig met ons maatschappelijk bestaan, men grijpt in 't familie-leven, zoo rijk aan dramatische gebeurtenissen en gegevens; men ontleedt der menschen zieleleven, waarvan men ons, tot in de kleinste details, elk schuilhoekje blootlegt. Kortom, in elk tooneelwerk, om zoo te zeggen, dat tegenwoordig verschijnt, steekt een pogen, om ons iets te toonen, ons iets te leeren of te doen mede-voelen, van alles wat er om ons heen gebeurt. Lukken allen in hun pogen niet, 't is niet bij gebrek aan willen, 't is alleen 't kunnen dat ontbreekt, maar 't is in elk geval een verheugend teeken dat men het beproeft.

De groote geesten, de diepe denkers spreken tot ons; zij vragen ons hen onze aandacht te wijden, want zij hebben ons ernstige, gewichtige dingen mede te deelen. Luisteren wij naar hen en trekken wij al het nut uit hun raad en lessen die er voor ons in opgesloten ligt.

De eerste tooneelschrijvers die in Duitschland met vasten tred het naturalistisch terrein betraden waren Arno Holz en Johannes Schlaf, die met een gemeenzaam tooneelwerk De Familie Selicke voor den dag kwamen. Hun optreden verwekte heel wat rumoer. Deze schrijvers hadden de Fransche en Noorweegsche naturalistische school bestudeerd en ze werkten in haar geest. Deze twee genoemde schrijvers hadden in Gerhart Hauptman een vruchtbaren leerling gevonden. Ook een heele rij schrijvers volgden hun spoor. En het was pas een paar jaar geleden, dat men met Ibsen's werken, in Duitschland, kennis had gemaakt, die bij enkelen grooten geestdrift verwekten.

Ibsen heeft vele jaren geschreven, zonder door zijn landgenooten begrepen te zijn geworden. Erger nog, men dwong hem de vrijwillige ballingschap te aanvaarden. Ook in den vreemde stond men vijandig tegenover hem, den grooten dichter, dien men op 't einde van zijn leven, om strijd zou gaan vereeren - want Ibsen is een van de weinige mannen van genie, die 't geluk heeft gehad getuige van zijn overwinning te zijn. De vaste en kloeke overtuiging; de stalen wil; het aanhoudend en sterk karakter van Ibsen hebben 't hem mogelijk gemaakt den strijd vol te houden, en zegevierend zijn banier van Recht, Waarheid en Vrijheid, op een door hem veroverd terrein te planten.

Een volgend opstel zal uitsluitend aan den dichter van Brand gewijd worden.

 

a.De Zaaier.
b.Maandblad voor Tooneel & Letterkunde. Motto: ‘Een Zaaier ging uit om te zaaien...’
Multatuli.
c.Leuven.
d.Drukker: L. Timmermans-Deknop.
e.‘'t Naturalisme op het Tooneel.’
[pagina 438]
[p. 438]
f.2e jg., nr 1, oktober 1907, pp. 5-7.
g.p.-j. d'hoedt=Pieter Johannes D'Hoedt (Gent 1858-Anderlecht 1933).
Toneelcriticus die in verscheidene tijdschriften publiceerde. Werd vooral geboeid door het werk van Ibsen, waarover hij verscheidene artikels schreef die de basis vormden van zijn monografie Hendrik Ibsen (1921). Auteur van een Tooneelgids voor den emstigen liefhebber tooneelspelers (1913; in 1927 heruitgegeven onder de titel: De Tooneelliefliebber; praktische handleiding). Schreef zelf enkele toneelstukken; o.m.: Laat licht (toneelspel in 1 bedrijf; bewerking naar een novelle van M. Metz-Koning, 1911) en Wroeging, fantastisch tooneelspel in drie bedrijven, uit het Duitsch (1913). Vertaalde toneelstukken van O. Ernst (De grootste zonde, 1903) en M. Petzold (De eenige, 1924).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen