Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine stukjes om te lezen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine stukjes om te lezen
Afbeelding van Kleine stukjes om te lezenToon afbeelding van titelpagina van Kleine stukjes om te lezen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (0.23 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine stukjes om te lezen

(1970)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Het karwei

Vandaag zou ze dood gaan, een feit als vele andere.

Terwijl hij stofzuigde vormde zich de annonce in zijn hoofd: Marion Dalmeyer - Spits, geliefde vrouw van Herman Dalmeyer, na een langdurige en geduldig gedragen ziekte. Geen bloemen, geen brieven. Of misschien dramatischer? Hij trok een papier en potlood uit zijn zak:

Marion Dalmeyer geb. Spits

21 januari 1913-16 februari 1969

Zij leefde in

Hij verfrommelde het papier en glimlachte. Voortvarende kerel toch, Herman Dalmeyer. Zonder overgang zag hij zichzelf aan het graf staan, dacht vluchtig en met pijn aan alle formaliteiten die vervuld zouden moeten worden: rouwkaarten, begrafenisdienst (of niet, of wel) en toestanden met zandschepjes. Aan de vrienden en kennissen zou een gezicht getoond moeten worden. Je ontkomt niet aan een gezicht, mannen dragen geen sluiers en het leed zou dan ook behoorlijk vertolkt moeten worden.

Hij stond voor de spiegel in de gang en keek naar zijn hoofd. Gek worden zal ik niet, dacht hij. Er zal natuurlijk wèl iets in mij sterven. Aan het graf zal ik star en verslagen staan (er is iets kapot gegaan in Herman) en later een droeve en langdurige dronkenschap in gezelschap van de trouwe Henk.

Een uur later zat hij in de bus naar het ziekenhuis. Het is opvallend hoeveel mensen men altijd om zich heen heeft. De bus was vol, het was de tijd waarop de huisvrouwen naar de stad reden voor boodschappen. Ook jullie gaan eraan, dacht hij met genoegen, dat is één van de kleine lichtpunten in het leven.

Het ziekenhuis ruiste van bedrijvig afsterven. De zalen lagen achter elkaar, zo gerangschikt dat de bezoekers voor lichte patiënten niet door de zalen van de zware gevallen hoefden.

Hij liep door de afdeling der hope, door de uitstel-van-executie-zaal naar de rochelafdeling. Achterin, omgeven door schermen, was het bed van Marion.

Hij ging zitten en keek naar haar. Zij was al 3 dagen in een coma, haar mond iets open, haar gezicht bleek en mager.

Hij legde zijn hoofd naast haar op het kussen en hoopte dat zij straks wakker zou kunnen worden en haar hand naar hem zou uitstrekken. Zijn rechterhand knoopte haar nachthemd los onder de dekens, en streelde de slappe borsten, de gladde ingezonken buik en de dijen die daar lagen.

Dertig jaar geleden op een middag; er was een verzekeringsagent geweest en de gedachte aan dood en verderf was blijven hangen. ‘Wat moet ik als jij eerder dood gaat?’ vroeg zij en hij dacht het omgekeerde. Men trouwt zo lichtvaardig en denkt niet aan het einde. Hoe groot is de kans dat mensen gelijk dood gaan? Die middag waren ze in bed gebleven, Marion huilend en slapend.

[pagina 34]
[p. 34]

Sindsdien zag hij haar vaak als een omkleed geraamte, als zij onder de douche stond of voor de spiegel, of zich uitgekleed had en zich uitdagend presenteerde. En nu was het dan zover, onbegrijpelijk maar waar. Hij keek naar haar en merkte dat hij het niet geloven kon. De dood kun je je niet voorstellen omdat het te absoluut is: dood zijn kan niemand omdat er dan niets te zijn valt. Een platitude, maar waar zoals de meeste.

Hij bleef haar strelen om wat te doen te hebben en merkte verrast een verandering in haar gezicht op, een kleine beweging. Haar adem ging sneller en haar mond tuitte en zij krulde zich op onder de dekens. Met een schok herkende hij het, het was de beweging die zij maakte als hij haar 's ochtends wekte en zij slaapdronken tegen hem aankroop, warm en klaar.

Het reflex-mechanisme werkte, hij trok zijn schoenen uit en zijn broek en kroop naast haar in bed - ouwe magere kerel, hij zag het zichzelf doen - en riep zachtjes Marion terwijl de tranen hem over de wangen liepen.

Hij legde haar arm over zijn schouder en kroop over haar heen en kuste haar zacht op de ogen en drong voorzichtig bij haar naar binnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken