Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

17

We hadden kort gegeten en zaten lang in het café en praatten al die tijd eigenlijk alleen over Robin.

Hoe aardig hij kon zijn en hoe goedgehumeurd hij altijd was, en hoe hij alle problemen langs zich af liet glijden en overal ongeschonden uit kwam. En hoeveel hij eigenlijk tegelijk deed, en hoe weinig hij rekening hield met anderen en hoe snel hij zichzelf aan het opbranden was.

En hoe moeilijk het was om contact met hem te krijgen, zelfs als je met hem getrouwd was, zoals zij, Marjolein, toch dagelijks nog merkte.

En hoe weinig scrupules hij soms toch had, terwijl hij anderen altijd de les las over de juiste handelwijze.

En hoe aardig hij kon zijn, altijd goedgehumeurd ook.

Kortom, hoezeer we ook ons best deden, Robin was tussen ons niet weg te branden. Welk onderwerp we ook aansneden, na een paar minuten kwamen we toch weer op hem terecht, en in mijn wanhoop daarover bestelde ik iets te vaak een nieuw pilsje.

‘Zal ik eens bellen of hij al thuis is?’ vroeg ik rond elf uur.

‘Geen sprake van. Hij heeft me laten stikken vanavond en ik vind het veel te leuk bij jou.’

Dat brak de ban en we eindigden de avond als verliefd paar, stiekem hand in hand, genietend van elkaar.

Na sluitingstijd besloten we toch maar de auto te ne-

[pagina 123]
[p. 123]

men, ik stuurde en Marjolein keek en lacherig bereikten we haar adres. Het was donker, Robin was er nog niet of sliep al.

Er viel een stilte, zoals ook de vorige keren, en we zoenden en namen afscheid en zoenden elkaar ten afscheid, en er kwam geen eind aan.

‘Ik wil met je naar bed,’ zei Marjolein ten slotte.

Ik had het idee al lang van me afgezet, te ingewikkelde toestand, en we waren moe en dronken. Morgen moest ik om negen uur in Alkmaar zijn bij Celtonna, Uw Koekjes van Eigen Deeg, om half acht op. Het zou nu ongeveer twee uur zijn.

‘Ik ook,’ zei ik, ‘met jou. Maar is het verstandig?’

‘Nee, maar we mogen toch wel eens iets doms doen?’

‘Nu?’ vroeg ik.

‘Ja nu,’ zei ze, en ging rechtop zitten.

Of nooit, vermoedelijk. Zorgelijk dacht ik na.

Nuchter zou zij het nimmer voorstellen, en als een vrouw moest wachten tot ik het initiatief nam zaten we al in verschillende bejaardenhuizen. In liefdeszaken was ik altijd het vleesgeworden uitstel geweest, te bang het niet goed te doen, door de mand te vallen als saai, lelijk, no fun. Te bang risico's te nemen. Dat moest maar eens uit zijn.

Een kwartier later zaten we in mijn miniflatje, allebei toch wat beducht voor wat komen ging.

In het ijskastje vond ik nog een aangebroken fles wijn van drie dagen geleden en een zak pinda's en in de cassetterecorder huisde altijd het bandje Mozart.

Ik vertelde haar over Jan Arends en zijn mislukte vliegpoging, en over Johnny's eetangst en praatte ons romantisch moment bijna het archief in.

Maar toen ik haar nog eens inschonk nam ik ineens het besluit dat nodig was, en kuste haar. Een beetje een kameraad was zij immers al, er was geen reden voor

[pagina 124]
[p. 124]

angst. Ik hield van haar lijf, van haar driftigheid en intelligentie, van haar manier van reageren. Het viel niet uit te leggen, ik hield gewoon van haar.

‘Zullen we dan maar?’ had ik bijna gezegd, maar opende een knoopje van haar blouse en kuste haar borsten, en zij opende een knoopje van mijn overhemd en verder ging het vanzelf.

Zij was mooi. En véél.

Eenmaal op het smalle bed leek het alsof we samen nooit anders gedaan hadden dan dit en al zoenend en strelend duurde het enige tijd voordat ik merkte dat er iets niet in orde was. Ten slotte wentelde ik me op mijn rug, daar was nog net ruimte voor.

‘Verdomme.’

‘Wat is er?’ vroeg ze verschrikt.

‘Hij doet het niet,’ zei ik, klaaglijk wijzend, ‘en ik heb zo'n zin in je.’

Zelden had ik zo'n klein, korzelig in elkaar gekropen lulletje gehad. Geen trek baas, ik ben dronken, sorry. Je zou hem toch. Mes! Machteloos voelde ik me, en ook beschaamd: het was geen compliment voor Marjolein dat hij niet meedeed.

Ik hoorde haar lachen. ‘Het is de drank, wacht maar even.’

Ze kwam overeind, ik zag haar glimlachende gezicht, een beetje verhit. Koesterend nam ze het dode vogeltje in haar hand en bracht haar mond naar beneden, maar ik schrok ervan: in de haast had ik hem maar vluchtig gewassen, het zou daar niet fris ruiken.

Ik trok haar snel weer naar me toe, wat had zij toch een heerlijk en royaal lijf, en wat verlangde ik naar haar.

‘Het geeft niet,’ zei Marjolein, ‘morgen beter.’

Dat stelde me gerust, er was een morgen.

‘Ben je mal, ik ben niet voor één gat te vangen. O sorry.’

[pagina 125]
[p. 125]

En terwijl zij lachte om de onbedoelde dubbelzinnigheid zocht ik met mijn tong haar intiemste plekje op en merkte met vertedering dat zij zich meteen overgaf aan het grote genieten, luidruchtig en gretig, haar handen in de mijne knijpend als het erom spande.

‘Je bent lief,’ zei ze toen ik ten slotte weer naast haar lag, ‘je bent heel lief. Mag ik hier blijven slapen? Of moet ik weg?’

Ik trok de deken over haar heen, en we gingen lepeltje liggen, ik kuste haar in de hals en streelde haar haar. Na een paar minuten hoorde ik haar ademhaling veranderen, ze sliep en maakte al slapend af en toe een klein snurkje dat van zijn eigen geluid schrok en zich meteen weer stilhield.

Het zou heerlijk zijn als ik ook kon slapen, maar mijn hart klopte luid tegen de wanden van mijn borstkas, en golven alcohol spoelden door mijn hersens.

Het ergste was de kwaadheid, en de schrik. Impotent op zo'n moment, wat vernederend en wat beledigend ook. Nooit meer drinken, dat was wel het minste. Een beetje meer aan sport doen. Op wat langere termijn stoppen met roken, niet alles tegelijk.

Maar zou het helpen? Ik zag het al voor me, haar omhelzen en voortdurend opletten of het mannetje in mijn kruis opgehitst werd. Totale verlamming ongetwijfeld. En zou er nog een kans komen? Morgen was ze nuchter, de romantische stemming voorbij en Robin de man aan wie ze nog met hart en ziel vast zat.

En terwijl ik aan haar borsten dacht en aan haar vrolijke mond, en de zachte warmte van haar slapende lichaam voelde, krabbelde het vermaledijde onding haastig overeind en ging fier ter attentie staan. De ergerlijke kluns.

Maar het stelde me wel gerust. In de verte sloeg een klok vijf, het was het laatste tijdsein dat ik hoorde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken