Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 133]
[p. 133]

19

Robin zag er fit en fris uit, een crisis bracht vroeger al een concentratie van energie in hem boven, en dat gold kennelijk nog steeds. Al haalde hij het nu uit een pilletje.

Hij was binnen komen stormen op de panelafdeling waar ik, moeizaam naar mijn woorden zoekend, met het team probeerde een planning te maken voor de komende maand.

‘Hans, ik moet je dringend spreken. Nu!’

Ik was erop geprepareerd en had besloten niet in zijn tempo mee te gaan.

‘Even dit afmaken, Robin, ik ben over tien minuten beschikbaar.’

Hij bleef erbij staan, bladerde enquêteformulieren door, sloeg de krant open die Jaap had achtergelaten en stoorde door zijn ongeduldige aanwezigheid het gesprek zozeer dat ik hem na een paar minuten zijn zin gaf en me excuseerde. Even later stonden we in de kleine spreekkamer tegenover elkaar.

‘Ik dacht dat ik in jou een vriend had,’ begon hij.

Die toon beviel me niet, en het schuldgevoel dat ik tegenover hem had werd onmiddellijk overspoeld door de woede die ik opgebouwd had. Waar haalde die blonde babbelaar het lef vandaan om mij ter verantwoording te roepen?

‘Wat stel je je voor bij vriendschap?’

‘Vriendschap, dat is... Regin me nou niet te sarren met

[pagina 134]
[p. 134]

die psychologische tegenvragen. Reken maar dat ik je ken. Wat hebben jij en Marjolein achter mijn rug uitgespookt, dat is een duidelijke vraag en ik wil er een duidelijk antwoord op. Dat is mijn goed recht.’

‘Uitgespookt?’

‘Hou daarmee op, wil je?’

‘Waarmee op?’

Ik zag zijn verlangen om zijn vuisten te gebruiken en hoe moe ik ook was, ik keek ernaar uit. Hij was ongetwijfeld de snelste van ons tweeën, maar ik het meest solide gebouwd, staande op twee niet omver te krijgen roeiersbenen.

Onoverwinnelijk was ik eigenlijk. Wel duf, maar dan voel je ook niets van klappen. Ik zou hem omgooien en op hem gaan zitten, en dan zag ik wel weer verder. We keken elkaar strak aan.

‘Laten we anders beginnen,’ zei Robin ten slotte op televisietoon en nam plaats. Eén ding moest ik hem nageven: hij was altijd bereid tot een andere aanpak als die meer succes zou kunnen opleveren. ‘Marjolein en ik hebben een probleem en daar speel jij een rol bij. Wil jij me uitleggen wat er volgens jou aan de hand is? Dan kan ik er misschien iets aan doen.’

Tegen een redelijk verzoek kon ik nooit op en ik ging tegenover hem zitten.

‘Ik denk eerlijk gezegd niet dat het in mijn belang is om het je uit te leggen, maar het is zo eenvoudig dat je het zelf zou kunnen bedenken. Stel je voor dat je getrouwd bent maar je ziet je partner bijna nooit, want die is bezig met zijn bedrijf en met zijn televisieshows en snuift en slikt zijn energie bij elkaar. In zijn vrije tijd scharrelt hij rond met allerlei dames, en geregeld laat hij een collega opdraven om de honneurs waar te nemen, als hij weer eens zo nodig met de piepjonge oma De Groot op pad moet. Die collega vindt haar aardig en dat

[pagina 135]
[p. 135]

geldt ook omgekeerd. Eerst is het alleen vriendschappelijk, maar wat denk je dat er toch wel eens zou kunnen gebeuren, na een gezellig avondje praten en een pilsje te veel?’

‘Volgens Marjolein is er niets gebeurd.’

‘Technisch klopt dat,’ zei ik met haat, ‘maar dat neemt niet weg dat er wel een gevoel kan ontstaan. Noem het verliefdheid. Dat is niet ongewoon.’

‘Hm.’ Hij stond op en begon in de kleine ruimte te ijsberen.

‘Ik neem dit Marjolein en jou ernstig kwalijk,’ zei hij ten slotte. ‘Ik weet niet of ik wel bereid ben met haar verder te gaan.’

Ik lachte hem in zijn gezicht uit.

‘Wat heb je haar nou kwalijk te nemen? Gisteren laat je een afspraak met haar schieten om zelf vreemd te gaan met omaatje De Groot, vandaag zegt Marjolein tegen je dat zij en ik elkaar erg aardig zijn gaan vinden op die avond, me dunkt je mag niet mopperen over snelle eerlijkheid.’

‘Wat ik doe heeft geen betekenis, het is niets en Marjolein weet dat. Maar waar jullie mee bezig zijn is veel ernstiger.’

‘Serieuzer.’

‘Ja. En dat is bijzonder kwalijk. Goddomme. Je doet of het een fluitje van een cent is om de vrouw van een vriend op te vrijen. Voel je je dan helemaal niet schuldig?’

‘Natuurlijk wel, Robin. Maar je maakt dat bijna onmogelijk door de manier waarop je reageert. Je hebt zelf een ton boter op je hoofd, goddomme. Je maakt voortdurend misbruik van je charme en van het vertrouwen dat andere mensen in je hebben. Neem die arme Jaap van Minden nou, die heb je opgezadeld met jouw eigen fouten. Max laat je voortdurend de gaten opvullen die jij

[pagina 136]
[p. 136]

laat vallen. Marjolein moet maar accepteren wat jij allemaal uitspookt. En zodra jij zelf even aan het kortste eind trekt is het huis te klein. Terwijl het in dit geval echt je eigen stomme schuld is. En als je dat niet wilt toegeven, heb ik er geen schuldgevoel over, maar is het gewoon je verdiende loon als je vrouw het met een ander houdt. Het is jouw vrouw niet, ze is gewoon van zichzelf. En ik vind het een hele eer dat ze mij de moeite waard vond.’

Zo iets was hem in geen jaren verteld en hij had het er moeilijk mee. Te moeilijk. Ik kende hem toch al vele jaren en ik had hem nooit de kwade grijns zien trekken die nu zijn blonde aimabele hoofd vertekende.

‘Dit is mijn bedrijf,’ zei hij, ‘en daar doe ik in wat ik wil. En Marjolein is mijn vrouw en niet meer gewoon van zichzelf, zoals jij dat uitdrukt. En als ze daar problemen mee heeft moet ze die aan mij voorleggen en niet bespreken met de eerste de beste trouwe dienaar, die hem niet eens omhoog kan krijgen als puntje bij paaltje komt. Want zo is het toch gegaan? Of heb ik Marjolein verkeerd begrepen?’

Het deed pijn dat ze hem dat verteld had. Of raadde hij er maar naar?

Hij proefde bloed en kreeg een triomfantelijke blik in zijn ogen.

‘Ik ben bang dat je een sekreet geworden bent, Robin,’ zei ik, ‘maar misschien was je dat altijd al. Jammer voor Marjolein. Jammer voor het bedrijf.’

En ik liep langs hem heen de kamer uit. Ook geen slechte exit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken