Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een zomer apart (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een zomer apart
Afbeelding van Een zomer apartToon afbeelding van titelpagina van Een zomer apart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een zomer apart

(1982)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

7

De volgende dag was ik laat op de burcht. Ik was na een korte rust met Angela meegegaan naar de markt, uit licht schuldgevoel over mijn veelvuldige afwezigheid. De kinderen waren 's ochtends vroeg vertrokken naar school, keurig gekleed in de iets te lange korte broek en rok van de zuidelijke landen, het natte haar in keurige scheiding, schooltasjes op de rug, hand in hand, heel braaf en timide, tot de buitendeur toe opgepoetst en afgestoft, en waarom werd ik daar nou zo droef van?

Ik compenseerde door met Angela mee te gaan naar de markt, dat deden luie mediterrane mannen niet. Ze had een karretje met fietswielen waar alles op geladen werd, een zak aardappelen, een mand eieren, olie, tomaten, paprika's, uien, komkommers, dunne boontjes. En tot slot vier levende kippen, de poten bijeengebonden. Menig kwinkslag moest ik ondergaan van de andere vrouwen en kooplui terwijk ik - geduldig lastdier - met de kar stond te wachten tot Angela uitgepingeld was. Ik grinnikte terug, ik voelde me licht in het hoofd, maar tevreden. Eindelijk had ik iets geschreven, het zou bij het lezen wel tegenvallen, maar toch, het was meer dan niets.

[pagina 55]
[p. 55]

We gingen naar de haven, waar Angela een mand vis bijeensprokkelde, sommige bewogen nog lichtjes de staart en ze gaven de oorverdovende stank af van hun natte onderwereld. Vervolgens naar Cania waar we een tas vol vlees ophaalden. Voordat ik het vragen kon stak hij zijn vinger op, liep met kwieke tred naar achteren en kwam terug met een klein pakje. ‘Eindelijk de bril!’ zei hij en ter plekke vierden we een klein feestje van breed geglimlach en felicitaties over en weer.

Op weg naar huis keek ik naar de vier kippen. Angela zou ze zonder één ogenblik te aarzelen de keel doorsnijden, plukken en daarna geduldig roosteren. Ze hadden geen idee wat hen te wachten stond, ze maakten geen geluid en keken star vanuit hun kleine hersenloze hoofden naar buiten, af en toe sloot een vlies het oog even af.

Een paar meter voor het huis gaf ik haar de kar over en ik haalde nog net de badkamer. Gelukkig had ik alleen wat koffie en toast in de maag.

Ik gooide wat water over mijn hoofd en dronk wat om de zure smaak kwijt te raken. Daarna was ik voldoende opgeknapt en ging naar de keuken, de blik veiligheidshalve op het plafond gericht.

‘Je hebt gelijk, die worsten kunnen er wel af,’ zei Angela, ‘ik zal het straks doen.’

Ze drukte me een rieten tas in de hand. ‘Wil je dit meenemen als je naar boven gaat?’

Ik keek en zag dat ik één van de kippen meekreeg.

‘Wat moet ik daar in vredesnaam mee?’

‘Je kunt niet altijd met lege handen komen, je bent zo,’ ze zocht naar een woord, ‘zo toerist in die dingen.

[pagina 56]
[p. 56]

Buitenlands bedoel ik. Hier, neem nog maar een fles wijn mee. Vooruit nou.’

Ze gaf me een kus, duwde mijn natte haar op z'n plaats, stak een los stuk overhemd in mijn broek en gaf me een zachte duw naar buiten.

Mannen, net kinderen, hoorde ik haar bijna denken.

Schouderophalend ging ik op weg naar de burcht, de kip gaf af en toe een zacht klagend geluid. Visioenen van de kudde koeien, varkens, schapen, kippen, kalkoenen en de scholen sardines, haringen, scholletjes en lekkerbekken die ik in mijn leven naar binnen had gewerkt. Zoals wormen zich door de aarde heen eten, zo eet de mens zich door alles wat op de aarde leeft.

Halverwege het bos ging ik op een steen zitten en keek in de mand. Het keek met één oog terug en fladderde even.

‘Zal ik je maar losmaken?’ vroeg ik. ‘Dan kun je een wilde boskip worden, een solitaire roofkip die wilde wormen verslindt.’

Ik begon te pulken aan het touw dat de poten bijeenhield en ze gaf een kreungeluid. Na tien minuten peuteren was ik oververhit en de wanhoop nabij, deze knopen waren niet bedoeld om ooit weer losgemaakt te worden en ik had geen mes bij me.

Met enige tegenzin ging ik op de knieën en probeerde het touw door te bijten, maar ik kreeg mijn tanden niet op de goede plek omdat haar stakerige benen te veel in de weg zaten.

Geërgerd ging ik maar weer verder naar boven, onderweg speurend naar iets scherps om het vezeltouw

[pagina 57]
[p. 57]

mee door te zagen. Maar ik kwam aan voordat ik iets gevonden had.

In de koele hal hing een zwaard, ik kon nu geen uitstel meer velen. Ik haalde het van de wand, legde de kip op de tegels en was bezig uiterst omzichtig het zwaard tussen haar poten te steken toen ik een hoog protestgeluid hoorde. Ditte stond achter me en keek me met afgrijzen en paniek aan.

‘Niets aan de hand,’ zei ik, ‘ik snijd haar alleen maar los.’ Ik legde het zwaard neer en probeerde het in gebarentaal duidelijk te maken. Snijden, loslaten, weghollen.

Ze begreep het tot mijn verwondering, want een goede mime had ik niet.

Ze deed de kip weer in de tas, pakte mijn hand en trok me mee naar de tuin. Daar had ze al een paar kippen lopen, dom dat ik er niet eerder aan gedacht had. Voor alle zekerheid maakte ik een gebaar van hals afsnijden en schudde nee. Ze knikte en wees op een ei dat open en bloot op het pad lag.

‘ok,’ zei ik.

Ze snelde weg en kwam even later terug met een keukenmes. Ik keek toe hoe ze het beest lossneed en voorzichtig op haar poten zette. Het wankelde even, maar was binnen een paar minuten toch al weer druk bezig de aarde te pikken.

Opgelucht keken we elkaar aan. In mijn enthousiasme trok ik haar naar me toe en gaf haar een zoen op beide wangen. Ze rook fris en blond en voelde stevig aan. Ik gaf haar de fles wijn uit de mand, ze bedankte blozend en holde met wapperende rokken weg. Ik keek haar

[pagina 58]
[p. 58]

na. Een paar weken geleden kwam ik op de burcht en ging op zoek omdat ik niemand zag of hoorde. De keukendeur stond half open en vanuit de gang keek ik voorzichtig naar binnen. De oude bard zat breed op een keukenstoel, Ditte ervoor geknield, terwijl ze zijn gezwollen orgaan half in haar mond hield en zuigende bewegingen maakte. Ze zagen me niet en ik trok me ongemerkt terug, liep zo snel mogelijk de burcht uit en het bos in. Bij het meertje kreeg ik braakneigingen en benauwdheid, maar ik redeneerde mijn afkeer snel weg. Had ik iets met Ditte? In het geheel niet. Vond ik dat een oude man seksloos door het leven moest gaan? Evenmin. Waarom dan die walging? Precies, onzin dus. Maar het duurde toch dagen voordat ik eraan kon denken zonder enig gevoel.

 

Boven zat Hendrik van Campen op zijn stekje in de zon, een schaal druiven binnen handbereik.

‘Wat deed jij in het bos?’ verwelkomde hij me. ‘Ik zag je op een steen zitten en voortdurend je hoofd in een mand steken.’ Ik legde het hem uit en hij schudde ontstemd het hoofd. ‘Eet jij nooit kip?’ vroeg hij.

‘Natuurlijk wel, maar geen levende kip. Alleen gebraden en in stukjes gesneden.’

‘Dat is wel erg onprincipieel.’

‘Waar staat geschreven dat mensen principieel moeten zijn? Ditte had geen bezwaar.’

‘Ja, Ditte heeft iets met kippen. Garnalen, varkens, koeien, alles kan ik krijgen, maar van kippen krijg ik alleen het ei.’

[pagina 59]
[p. 59]

Ik aarzelde even. ‘Hoe ben je eigenlijk aan haar gekomen?’ De vraag was fout, wat is haar rol, wat betekent ze voor je, wilde ik eigenlijk weten.

Hij gebaarde afwerend. ‘Dat is een lang verhaal, waar ik je niet mee zal vervelen. Weet je, als je eens een keer tijd hebt moet je haar uit wandelen nemen in de omgeving, dat zal haar goed doen. Ze hokt hier maar met een oude man en ze durft me nauwelijks in de steek te laten, eh, alleen te laten. Ze is bang dat ik een aanval zal krijgen van dit of dat. Onzin natuurlijk, waarom zou dat net op zo'n moment komen?’

‘Ik ben niet goed in gebarentaal,’ zei ik.

‘O, maak je geen zorgen. Ditte begrijpt alles. Maar iets anders, heb je die verdomde bril bij je? Nee zeker.’

‘Já zeker.’ Ik haalde met triomf de bril te voorschijn die helemaal uit Amsterdam zijn weg gevonden had naar dit eiland.

De opticien had gekozen voor een degelijk en zwaar montuur, en toen hij de halve bril opzette leek hij op een kruising van Churchill en Ben Goerion. Hij keek naar het horloge aan zijn dikke arm en las de tijd af.

‘Ongelooflijk, wat is het toch een opluchting als je weer kunt lezen. Ik hou hem maar op, dan kun je er niet nog een keer op gaan zitten. Ik ga meteen aan het werk. Waarom zou je niet een eind met Ditte gaan wandelen?’

‘Eh, ik heb een stukje gebreid aan dat verhaal van die oen met die schrijfmachine. Wil je het horen?’

‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg hij geïnteresseerd.

‘Nou, je nodigde me min of meer uit om het te proberen. En ik kreeg ineens de geest, het is voor mij ken-

[pagina 60]
[p. 60]

nelijk makkelijker om iets voor iemand anders te schrijven dan voor mezelf. Dan hoeft het niet goed te zijn, je kunt het zó weggooien als je wilt.’

‘Hm. Dat zal ook wel gebeuren. Zal ik het maar gewoon zelf lezen, als je het toch bij je hebt?’

Ik gaf hem de getypte velletjes, die hij mopperend ontvouwde. ‘Wat heb ik toch een hekel aan mensen die zo nodig moeten schrijven. Het zal wel niks wezen en dan moet je ze nog zo vriendelijk mogelijk afpoeieren. Nou ja, het is voor een goed doel.’

Terwijl hij las leunde ik over de dikke muur van het terras. Beneden was Ditte bezig onkruid uit de tuin te trekken, de zon scheen op haar blonde haar.

Ze merkte dat iemand naar haar keek en ik zwaaide. Ze stak even haar hand op en ging meteen verder. Achter me snoof de oude bard.

Hij had de blaadjes weer opgevouwen en stak ze bij zich.

Zwijgend keken we naar het dorp in de verte.

‘Nou?’ vroeg ik tenslotte.

‘Wel spannend,’ zei hij, ‘maar waar sláát het in vredesnaam op?’

‘Gewoon,’ begon ik, maar kwam niet verder.

‘Waarom had die gek een mes bij zich in een aktentas?’

‘Weet ik veel. Misschien wilde hij die vrouw van kant maken zodat zijn oude schoolvriend weer vrij zou zijn.’

‘O, lossen ze in Holland die problemen tegenwoordig zó op?’

‘Welnee.’ Ik voelde dat hij gelijk had en werd er kor-

[pagina 61]
[p. 61]

zelig van. ‘Het is toch een verhaal. Ik heb geprobeerd er wat tempo aan te geven, na dat saaie begin van jou.’

‘Never a dull moment,’ zei hij en bood me een tak van de druiventros aan die naast hem stond, ‘maar wat let je om aan je eigen verhaal verder te werken? Je was toch van huis weggevlucht om iets beters te schrijven dan dat verschrikkelijke boekje van tien jaar geleden?’

‘Ja, maar ik ben niet verder gekomen dan die ene zin.’

‘Mag ik even een zijsprong maken, zei de discussieleider?’

‘Precies.’

Hij keek me aan en vermoedelijk keek ik wat zorgelijk en gefrustreerd terug, want hij barstte in lachen uit en verslikte zich in een druivepit. Een paar seconden later was ik bezig hem hard op de rug te slaan. Zij bril vloog van zijn neus en toen ik hem opraapte zat er een barst in.

‘Christus de Heer, wat heb jij toch met brillen?’ kreunde hij, maar goddank bleek de barst op een plaats te zitten waar hij er geen last van had.

Ik liet hem alleen en begon uit pure koppigheid thuis meteen aan een vervolg op zijn verhaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken