Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een zomer apart (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een zomer apart
Afbeelding van Een zomer apartToon afbeelding van titelpagina van Een zomer apart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een zomer apart

(1982)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

8

De tweede zin wilde er maar niet komen. ‘Mag ik even een zijsprong maken,’ zei de discussieleider. Maar hoe ging zo iets verder? De derde avond nam hij een besluit, de eerste de beste zin dan maar.

‘Van kant maken kon ik er nog wel drie.’

Het liep niet goed, dat zinnetje, zoveel wist hij er ook wel van. Maar meer nog zat hem de inhoud dwars.

Hij stond op en liep naar het keukentje. Op het aanrecht lag een groot ouderwets scheermes dat hij gebruikte voor het snijden van vlees. Het sneed door vlees heen als door water. Vaak hield hij het even tegen de pols en dacht eraan hoe kwetsbaar mensen eigenlijk zijn.

Zoef, en je loopt reddeloos leeg. Eén haal door de hals. Met één haal je geslachtsdelen weg. Licht duizelig en misselijk knipte hij het dicht en deed het in de la.

In de zak van zijn colbertjasje zat een stiletto. Hij haalde het eruit, liet het lemmet naar voren springen, en schoor een paar haren van zijn arm. Scherp als een kappersmes. Hij knipte het weer dicht, deed het terug in de zak van zijn jasje en ging weer achter de schrijfmachine zitten.

Drie kan ik er nog wel van kant maken.

[pagina 63]
[p. 63]

Waarom maar drie? En wie was er dan eerder van kant gemaakt?

Hij begon te zweten bij de gedachte aan het Carnaval van twee jaar terug.

Hoe had hij zich zo gek kunnen laten maken?

‘Hij is een beetje raar in het hoofd,’ zei hij hardop en vroeg zich af of het zin had om dat op te tikken.

In plaats daarvan stond hij weer op en ging naar de wasbak om in de spiegel te kijken. Het wemelde van de kale mannen en kaalheid op zich was heel duidelijk geen reden voor eenzaamheid.

Hij had zelfs het ronde vriendelijke hoofd waarbij kaalheid van nature paste.

Oude vrouwtjes wendden zich dan ook altijd tot hem als ze, wachtend bij een tram- of bushalte, iets op te merken hadden: ‘Hij is weer laat hè?’

Hij knikte dan en dat was weer het contact van de dag.

Het probleem zou dus wel zijn dat hij nooit iets op te merken had. Wie had er zin in een rustige, weinig pratende voorraadplanner?

Op zijn deelterrein was hij koning, vanuit statistieken en prijscurven en produktiecapaciteiten bepaalde hij de hoeveelheden onderdelen en grondstoffen die besteld moesten worden. Hij had daarvoor formules bedacht die maar ten dele te beredeneren waren en die hij vaak ook in de steek liet als zijn gevoel hem anders ingaf. Hoe hij tot die besluiten kwam wist hij zelf ook niet, hij hield het gemakshalve maar op ervaring en zo dachten zijn chefs er ook over. Duprie, een fenomeen in voorraadbeheer, hij speelt het soms heel scherp maar hij heeft altijd gelijk.

[pagina 64]
[p. 64]

De bewondering monterde hem op, maar dat hij niet wist hoe hij tot besluiten kwam, kon hem soms erg deprimeren. Het onberedeneerbare noemt men een gave, daarmee is het raadsel voor de buitenwereld opgelost, maar niet voor degene die het heeft.

Hij begon te denken dat de ingevingen uit de ruimte kwamen, inblazingen van gestorvenen die hem goedgezind waren. Maar waarom zouden ze? Hij verdiepte zich in parapsychologie en las over telepathie, telekinese, proscopie, kruiscorrespondentie, automatisch schrijven, plasma.

Vanuit de bovenhoeken van zijn kamer keken gestorvenen op hem neer. De tijd was voor hen een bereisbare dimensie en hun kennis van toekomst en verleden vulde de kamer. Logisch dat hij er af en toe wat van oppikte. Maar voorraadprognoses leek toch een erg futiel gegeven voor afgestorvenen om zich in te verdiepen.

Hij kwam er niet uit, maar hield de geesten toch maar bij zich, een leraar boekhouden in de linker bovenhoek van zijn kamer en een ongedetermineerde oudere vrouw rechtsboven. Benevolent, niet agressief, eigenlijk heel aangenaam gezelschap. Hij kon niet met ze praten, maar ze waren belangstellend aanwezig, zij het onbeweeglijk als portretten.

Dat hij zich na een tijdje begon af te vragen of hij gek werd, kwam eigenlijk omdat hij ze ook kon laten verdwijnen, bij voorbeeld als hij zich ontkleedde om naar bed te gaan, of die enkele keer dat hij zijn libido aftapte. Als hij alleen wilde zijn, zonder pottekijkers, was hij alleen. De toezichthouders bestonden dus alleen in zijn fantasie en dat

[pagina 65]
[p. 65]

wees op overspanningsverschijnselen, zo niet erger.

Na lang nadenken besloot hij dat het celibatair bestaan z'n tol eiste en dat hij er goed aan zou doen een vrouw te vinden.

Tochten naar de rosse buurt haalden niets uit, hij liep in zijn middagpauze over de grachten maar kon de moed zelfs niet opbrengen stil te staan bij een raam.

Hij wist ook zeker dat hij zijn geslacht niet overeind zou krijgen in het zenuwslopende kwartiertje dat je zou kunnen kopen, en als je het nooit gedaan had, zou een kwartier wel niet genoeg zijn. Je moest dan maar net een goede treffen om niet uitgelachen te worden.

Om toch wat te doen ging hij tenslotte een peepshow binnen, las de gebruiksaanwijzing, opende een hokje en deed een gulden in de automaat. Langzaam zakte een luikje naar beneden en hij keek door glas in een helder verlichte ruimte waar twee vrouwen geheel ontkleed rondliepen en op onhoorbare muziek wat dansten Ze zagen er eigenlijk precies uit zoals ontklede vrouwen er volgens foto's en films uitzien, en na enige tijd betrapte hij zich op het gevoel dat hij er genoeg van had. Hij keek de ruimte rond en zag aan de overkant allemaal gesloten luikjes. Slechte handel, zei hij bij zichzelf, als het aan deze kant ook zo is, dan valt er geen droog brood aan te verdienen. Ga maar na, een gulden per drie minuten per hokje, gemiddelde bezetting pakweg vijf hokjes, dat is een gemiddelde omzet van honderd gulden, btw eraf, vijftig procent eraf voor het huis, dan hield je zo'n twintig gulden per uur over voor elke dame. En dat in een vak dat je geen acht uur per dag zou kunnen doen, afgezien van het feit dat de exploitant

[pagina 66]
[p. 66]

geregeld een ander lichaam zou willen hebben, dus een vaste baan was het niet. Bij ongesteldheid kon je het ook wel vergeten.

Hij was net aan het uitrekenen wat ze er netto aan over zouden houden, toen hij zich realiseerde dat hij kennelijk de enige klant was en dat zijn gezicht in een venstertje voor de dames zichtbaar was. Ze praatten over hem, ze gingen vlak voor zijn raampje staan wiegen, en de grootste van de twee maakte wijzende gebaren naar een dieper deel van het lokaal.

Hij schrok hevig, liet minstens een minuut kijktijd achter toen hij zich haastig door de klapdeurtjes naar buiten wrong.

Later dacht hij maar zo min mogelijk aan deze gebeurtenis, maar toen het carnaval zich aankondigde op radio en tv kreeg hij ineens een ingeving. Heel het zuiden was dan één grote stromatras, waarop men zuipend en dansend tekeerging, achter maskers.

Daar moest toch zeker plaats zijn voor een timide beginner?

Hij dacht ditmaal niet te lang na, boekte voor een ns-Carnavalstrip naar Rozendaal en ging als banaan.

Nee, onzin, hij reisde 2e-klas als kantoorman, vond zonder veel moeite het kleine hotel waar een zuchtende eigenaar zich voorbereidde op een paar slopende maar lucratieve dagen en nachten en kocht net voor de winkels sloten nog een boerenkiel en een feestmasker bestaande uit een kale schedel, een neus en twee dikke wenkbrauwen.

Daarmee begaf hij zich 's avonds aarzelend in het feestgewoel waarop hij eerst weinig greep kon krijgen. Veel

[pagina 67]
[p. 67]

herrie, veel bier, veel zang en dans. Hij liep er wat verloren tussen, dronk hier en daar een klein pilsje, weinig gewend aan drank, en keerde om twee uur 's nachts wat doof en licht aangeschoten terug in het hotel. Zijn lichaam was meteen goed in de war, hij braakte in de wasbak en stortte van achteren een stinkende stroom bruine modder in de wc. Eenmaal in bed haalde hij een uur lang diep adem terwijl het plafond draaide.

Tussen de misselijkheidsgolven door kon hij af en toe een seconde nadenken en op één van die momenten kreeg hij een inval van pure eenvoud en waarheid: ik moet méédoen.

De volgende middag was hij voldoende opgeknapt om het in praktijk te brengen.

Hij at een stevige hap, stak zich in tenue en begon zijn kroegentocht langs het marktplein.

In een druk café luisterde hij scherp naar het lied van de dag, oefende wat in het meedeinen met armen en lichaam en gooide zich op een goed moment in de menigte terwijl hij zong: ik heb de hé hé hé hé héma gekust, ik ben verdamd verdamd verdamde verlust. Het kon niet kloppen, deze onwijze tekst, maar als het zo klonk dan moest het zo gezongen worden. Er kwam een hossende rij voorbij en hij legde zijn handen op de schouders van de laatste en voelde andere handen op zijn schouders en daarna ging het vanzelf.

Johannes, Johannes, neem mij toch mee naar Cannes. Weet je wat ik nooit zou willen zijn, een bloemetjesgordijn, een bloemetjesgordijn.

Een grote euforie overviel hem: ik kán het. Soms maak-

[pagina 68]
[p. 68]

te hij een eigen klein rondedansje, de armen wijd: één twee drie vier, óp een heel groot dier, vijf zes zeven acht, ik ga er nu weer af.

Het bier dat hij dronk zweette hij weer even snel uit, en het liet alleen een groot gevoel van welbehagen achter. En zowaar, diep in de nacht zat hij lachend met een dikke meid in een klein plantsoen op een bankje en hij zoende haar op de natte mond en greep haar onder het jak en ze lagen al half ontbloot achter een kale struik toen ze naar zijn piemel tastte om in haar lijf te steken, verstarde, keek, en met groot gelach riep: wilde het dáár mee doen, met dat stumpchjen, ach here jee!

De wereld viel met een dreun in elkaar, hij strompelde overeind en rende weg, terug naar het pension.

Midden in de nacht werd hij badend in het zweet wakker, vol van de droom dat hij de stiletto, voor alle zekerheid meegenomen, in haar lijf gestoken had, vijf zes keer, als in een pop, en daarna weggehold was.

Met grote angst dacht hij aan politie en gevangenis en geen moment aan haar, tot het besef doordrong dat het een wraakdroom was en dat het in werkelijkheid anders gegaan was. Hij huilde die nacht, alcohol bleek een wondermiddel voor zelfbeklag en hij nam zich voor de rest van zijn leven alleen te blijven.

De volgende dag ging hij vroeg weg, nog wat licht in het hoofd en somber, maar niet echt wanhopig. Eén ding hinderde hem, de stiletto zat niet meer in de zak van zijn jasje, hij had het kennelijk verloren, net zoals trouwens een zakdoek en een rol pepermunt.

's Avonds stond tot zijn schrik in de krant dat die nacht

[pagina 69]
[p. 69]

de tweeëndertigjarige bakkersvrouw Johanna Veendam was doodgestoken in Rozendaal, met een stiletto dat naast het slachtoffer lag.

Maar het was gebeurd op een parkeerplaats achter het station en daar was hij toch niet geweest? Of wel? Hij alterneerde tussen angstige spanning en hoop, was zijn droom waar of de herinnering en werd het niet tijd dat hij achter slot en grendel gezet werd?

Weken gingen voorbij en hij hoorde niets.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken