Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Goden en grenzen (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Goden en grenzen
Afbeelding van Goden en grenzenToon afbeelding van titelpagina van Goden en grenzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.71 MB)

Scans (3.71 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Goden en grenzen

(1920)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 160]
[p. 160]

IX
De boomen

 
Jong en schomlend wuifde 't groen, het volle,
 
Maagdlijk in de koelte, een zwaargezwolle
 
Teelt van loover, blaadrend in de wind.
 
Maar toen stond het doodstil in de gloeden,
 
Heet en sterk, terwijl de vuurge roeden
 
Striemden uit het goud-doorlaaid gebint.
 
 
 
En nu weerlichten de kim verscheuren,
 
Verre donder ploffend openbreekt,
 
Gaat er stil en snel, als schuiflend speuren,
 
Fluistring door die volte, en 't is als spreekt
 
Een uit hen van zooveel duizend tongen:
 
Hoor, de zomer komt. Wij zijn de jongen
 
Die voor 't eerst hem merkten in zijn macht.
 
Zij die wij hier vierden is bedwongen
 
Door zijne uit haarzelf geboren kracht.
 
En ons verdre lot is zijn en dragen:
 
Vruchten zullen zwellen in de schoot
 
Die geopend lag voor zijn behagen -
 
Hoor, de regen! -
 
En de regen goot.
 
 
[pagina 161]
[p. 161]
 
Tokklend eerst, toen raatlend. Groote droppen,
 
Stralen, en de donkre groene koppen
 
Schudden als ontzinden, diep gebukt,
 
Op een hoop gedrift, uiteengerukt,
 
Zoodat overal, langs loof, langs stammen,
 
Door de molmen die de grond beslammen,
 
't Nat een stroom wordt die de wortels drenkt.
 
En een zucht stijgt uit hun nacht naarboven
 
Met het zuigen dat de vaten spant,
 
Adem van getuigen, van gelooven,
 
Die naarbuiten welt door iedre wand,
 
En een dank verlaat de loover-schooven
 
Naar de onzichtbre Boom die neemt en schenkt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken