Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Recensies! (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Recensies!
Afbeelding van Recensies!Toon afbeelding van titelpagina van Recensies!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Recensies!

(2001)–Marianne Vogel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

3 · Recenseren in de jaren vijftig: mensenwerk

Na het vorige hoofdstuk zal het weinig verbazing wekken dat het vak van recensent ook al een paar honderd jaar oud is. Het is grof gezegd in dezelfde tijd ontstaan als de ‘Great Divide’. Toen er meer en meer boeken kwamen, was er om het overzicht te bewaren een instantie nodig die keuzes maakte voor het eveneens groeiende lezerspubliek. Bovendien nodigden verschillende nieuwe genres door hun opzet regelrecht uit tot recensies. De ‘spectators’ bijvoorbeeld waren tijdschriften die hun lezers wilden ontwikkelen. Recensies dienden dan ook, behalve als inventaris van wat er aan veelbelovends was verschenen, ter verbetering van de goede smaak en het oordeel van het publiek. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw was de recensie nog steeds een invloedrijke tekstsoort. Dat is vandaag de dag minder het geval. Televisie en internet hebben deze plaats voor een deel overgenomen, en het opleidingsniveau van de lezers is zo gestegen dat men zich minder dan vroeger door recensies laat leiden.

Welke recensenten bepaalden in de jaren vijftig wat ‘echte’ literatuur was? Een paar van de invloedrijksten waren Jan Greshoff, Ben Stroman, Kees Kelk, Wim Wagener, Rico Bulthuis en Ben van Eysselsteijn. Zij schreven vaste bijdragen in dag- of weekbladen. Het grappige is dat hun namen bijna allemaal vergeten zijn, maar dat hun oordelen wel tot op heden de visie op de literatuur van die tijd beïnvloeden. Vrouwelijke recensenten draaiden al vanaf de achttiende eeuw in het vak mee. Toch hadden maar enkelen van hen, zoals Annie Romein-Verschoor, Clara Eggink en Clare Lennart, invloedrijke plaatsen in deze ‘algemene’ pers (die dus in de praktijk eerder een mannelijke was). Hoe komt dat?

[pagina 18]
[p. 18]

Recensenten zoeken een plaats in het literaire leven, en het gedrag van vrouwen en mannen is daarbij verschillend. Het zijn vooral de laatsten die hun best doen om een machtige positie te bevechten, om zo invloed op de ideeën over literatuur te kunnen uitoefenen. Sommigen zeiden dat ook openlijk. Zo noteerde Willem Frederik Hermans in 1946: ‘Men kan iemand aftuigen z.g. alleen op litteraire motieven, maar met de bijgedachte: als hij zijn positie erdoor kwijt raakt, krijg ík die misschien.’ Daarop schreef zijn collega A. Marja ‘dat deze prille agressiviteit den heer Hermans geen windeieren legde; zijn naam is er in één slag door bekend geraakt, hij werd de leading man in het na de bevrijding aanvankelijk zo hoopgevend herbegonnen Criterium, en de heer Hoornik haalde hem onmiddellijk het weekblad Vrij Nederland binnen.’

De reden dat vrouwelijke recensenten niet meededen aan het ‘aftuigen’, zoals Hermans het noemt, ligt ongetwijfeld in de gedragsregels die toen - en nog steeds wel enigszins - voor vrouwen golden. Verderop zal blijken dat men hen zag als zachtaardige, vreedzame wezens. Als vrouwen niet in dat beeld pasten, werd hun dat niet in dank afgenomen. Nel Noordzij, in die tijd een bekende, maar ook kritische auteur, vertelde me onlangs in een interview dat vrouwen in literaire debatten weinig kans kregen: ‘Er werd niet naar hen geluisterd. Je werd of een katijf genoemd of je was zogezegd ‘in paniek’. Hoe vaak ik dat niet te horen heb gekregen!’ Op z'n minst werden vrouwen als buitenbeentjes behandeld. Dat overkwam bijvoorbeeld de strijdbare Annie Romein-Verschoor. Omdat ze doctor in de letteren was en een imposante echtgenoot (Jan Romein) had, kon ze moeilijk op haar plaats gezet worden, maar wel werd ze vanwege haar ‘onvrouwelijkheid’ met een soort huiverige bewondering behandeld.

[pagina 19]
[p. 19]
Een tekst wordt door de beeldvorming die erover ontstaat ‘echte’ of ‘onechte’ literatuur
Rondom het boek als fysiek object ontstaat een schil van commentaren, die een eigen leven gaat leiden. De lezer die met een boek in aanraking komt, ontkomt nauwelijks aan de commentaren over het boek, bijvoorbeeld in de vorm van adviezen van kennissen, flapteksten, recensies, uittrekselboeken of passages in literatuurgeschiedenissen. Zonder dat zij het boek gelezen hebben, beschikken lezers al over een beeld van de kwaliteit van het boek en de auteur ervan. Het beeld is zelf een sociale realiteit geworden.
Uit: Van Rees & Dorleijn 1994, p. 108.

Zoals in het vorige hoofdstuk is opgemerkt, is de recensie geen neutraal instrument, net zomin als bijvoorbeeld de literatuurgeschiedenis. Recensenten noemen zich wel altijd objectieve kenners, degenen die ‘literaire kwaliteit’ kunnen herkennen, maar zo simpel ligt het niet. Men moet zich voorstellen dat er in een bepaalde tijd een vloed aan oude en nieuwe schrijvers en boeken bestaat, die allereerst door de dag- en weekbladkritiek wordt geordend. Deze ordening gebeurt niet neutraal, alleen al omdat recensenten eigen interesses en doeleinden hebben. Bovendien kan men een boek enkel beoordelen aan de hand van een literatuuropvatting, dat wil zeggen een (on)bewuste set ideeën over wat ‘echte’, kwalitatief goede literatuur is. Wie bijvoorbeeld van mening is dat literatuur over grote maatschappelijke problemen moet gaan, zal vooral boeken goed vinden die daar veel aandacht aan besteden. Maar dit zegt dan meer over de ideeën van de recensent dan over de kwaliteit van het boek. Zo gezien ligt de literaire kwaliteit van een werk niet in dat werk zelf.

[pagina 20]
[p. 20]

Daarmee is niet gezegd dat een tekst compleet leeg of blanco is. Hij heeft wel bepaalde kenmerken. Maar of die ook gezien worden, welke betekenis ze krijgen, en of men ze positief of negatief waardeert, hangt af van de literatuuropvattingen in een bepaalde tijd. En als genderopvattingen daar een onderdeel van zijn, krijgt het begrip ‘literaire kwaliteit’ automatisch een genderlading. Hoe men daar de vinger op kan leggen, laat het volgende hoofdstuk zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken