Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 382]
[p. 382]

[LIIII]

 
De daed Penelopis is een leerachtigh voorbeeld,Ga naar voetnoot*
 
Want met heur kuyscheyd zy d'onkuyscheyd heeft veroordeelt.


illustratie

Eccles. 26.
 
Een deughdsaem fijne Vrou die eerbaer is en kuysch,
 
Ist beste goed des Mans, en t'cierssel van heur huys.
[pagina 383]
[p. 383]
LIIII
 
Komt by Penelope, ô Vroukens! hier ter scholen,Ga naar voetnoot1
 
Die twijl Vlysses vast gaet twintich Iaren dolen,Ga naar voetnoot2
 
(Thien iaren om de blom van Menelai Hof,Ga naar voetnoot3
 
Waerom t' schoon Troijen wert geblixemt al tot stof,
5[regelnummer]
En andre iaren thien door d'ongestuyme baren,
 
Waer met hy stoffe geeft Homeri zoete snaren)Ga naar voetnoot6
 
Heur zuyverheyd behoud; hoe lange hy vertoeft,
 
Zoo blijft zy hem getrou, hoe hert zy wert beproeft
 
Van zoo veel Welpen, en onstekene benijdersGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Van heur sneeuwitte vleesch: t'sijn al vergeefsche strijders,
 
Hoe zy gepijnight wert: Vlysses is langh wegh,Ga naar voetnoot11
 
Misschien door Hectors zweerd gevallen in 't belegh,
 
Oft op zijn wederkomst (dit hebdy licht te gissen)Ga naar voetnoot13
 
Verzopen inde Zee, en g'eten vande Visschen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Maer als zy nu op 't lest zal laten inden strijdGa naar voetnoot15
 
Het heylighst dat zy heeft Vlyssi toegewijd,
 
Zy hun uytstelt zoo langh, tot dat zij't fijne WebbenGa naar voetnoot17
 
T'welck zy begonnen heeft zal afgeweven hebben:
 
Hier meed' zijn zy gepaeyt, dus wat zy inden daghGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Weeft, dat ontweeft zy s'nachts alst niemanden en zagh.Ga naar voetnoot20
 
O Pollen! zijdy blind, ghy meynt den brand te blusschen,Ga naar voetnoot21
 
Ziet wat zy s'nachts ontvlecht, zoo langh tot ondertusschen
 
Vlysses weer betreet den dorpel van zijn huys,
 
En met zijn komst verlicht zijns vrouwen lastigh kruys.
25[regelnummer]
De Minnaers druypen wegh, zy zien haest wat daer thuys leyt:
 
‘Dies komt de Kroon heur toe van d'onverwonnen kuyscheyd.
voetnoot*
Boven- en Onderschrift:
Penelopis: van Penélope; leerachtigh: leerzaam.
Eccles. 26: Ecclesiasticus (zie bij plaat XXVI) hfst. 26 (vs. l, 3).
voetnoot1
Penélope: de vrouw van Ulysses.
voetnoot2
twijl: (tewijl) terwijl; vast: voortdurend.
voetnoot3
de blom van Menelai Hof: Hélena de vrouw van Meneláos was door Paris van Troje geroofd.
voetnoot6
Waer met: waarmee; Homeros heeft in z'n Odusseia Ulysses' zwerftocht bezongen.
voetnoot9
Welpen: aanzienlike jonge mannen; onstekene: ontstokene, hartstochtelike; benijders: afgunstige begeerders.
voetnoot11
Hoe zij ook gepijnigd werd door de volgende woorden van die ‘benijders.’
voetnoot13
dit hebdy licht te gissen: dit kunt ge makkelik gissen (hebdy: hebt ge).
voetnoot14
g'eten: (geëten) gegeten.
voetnoot15
Als zij (schijnbaar) in de strijd overwonnen is, en zal verliezen wat....
voetnoot17
Stelt ze hun uit, totdat ze haar weefsel zal af hebben.
voetnoot19
gepaeyt: tevreden gesteld.
voetnoot20
alst niemanden en zagh: als niemand 't zag.
voetnoot21
Pollen: (onreine) minnaars.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken